ChristenUnie Kamerlid Joël Voordewind had de minister van Buitenlandse Zaken om een reactie gevraagd op de ontwikkelingen in Duitsland waarbij een resolutie is aangenomen waar expliciet wordt gesproken over de Armeense genocide.
Ondanks de Nederlandse erkenning van de Armeense genocide door de motie Rouvoet (2004) en een bevestiging hiervan door de motie Voordewind (2015) blijft het kabinet slechts spreken over ‘de kwestie van de Armeense genocide’.

Voordewind: ‘Dit is een beschamende vertoning. Waarbij Duitsland moed toont door onomwonden de Armeense genocide te erkennen, ondanks dreigementen vanuit Ankara, blijft het Nederlandse kabinet met meel in de mond spreken. De minister noemt in deze brief zelfs het woord genocide überhaupt niet, maar spreekt slechts over ‘gebeurtenissen’. Daarmee laat het kabinet zich leiden door de intimidatiepolitiek van Erdogan. Wij zullen dit onderwerp niet loslaten en ons blijven inzetten voor de expliciete erkenning van de Armeense genocide.”

Voordewind vindt dat het Nederlandse kabinet daarin een voorbeeld mag nemen aan de Duitse bondskanselier Merkel. “Zij heeft publiekelijk gezegd de motie te steunen en ook andere kabinetsleden hebben – als lid van de Bondsdag – ingestemd met erkenning van de Armeense genocide.” Hij roept het Nederlandse kabinet op het Duitse voorbeeld alsnog te volgen.

(foto: Grig24)