De situatie op Lesbos en de inzet van Nederland
Eind vorige week kwamen honderd kwetsbare vluchtelingen uit Griekenland naar Nederland. Dat was het resultaat van de afspraken die afgelopen najaar, na de vernietigende brand op Lesbos, binnen de coalitie waren gemaakt. Deze kinderen (57, waaronder dertig jonger dan 4 jaar), vaders en moeders kunnen weer vooruitkijken. Voor hen is er weer hoop. Maar de nood op de Griekse eilanden is en blijft ongelooflijk hoog.
Nu duidelijk is hoe de afspraken zijn uitgewerkt, is het daarom goed om terug én vooruit te kijken. Wat is er nu door Nederland gedaan voor de vluchtelingen op Lesbos? En, belangrijker, wat moet er volgens ons nog gebeuren?
Wat is er door Nederland gedaan?
Vorige week gaf ik al aan dat ik gemengde gevoelens heb over de uitwerking van de afspraken. Van de honderd vluchtelingen, komen er 45 van Lesbos. De rest komt van de andere eilanden. Er zijn slechts twee alleenstaande minderjarigen gevonden die aan de door Nederland gestelde voorwaarden voldoen. De oorspronkelijke afspraak was vijftig. Daarnaast heeft de komst van de vluchtelingen veel te lang op zich laten wachten. Maar ze zijn er nu! En voor hen is het, vergeleken met waar ze vandaan komen, een wereld van verschil.
Ten tweede vangen we via de Nederlandse NGO 'Movement on the Ground' vanaf eind deze maand in drie opvanghuizen nabij Athene 48 asielkinderen op en worden ze begeleid in hun versnelde asielprocedure. Ook krijgen de Griekse autoriteiten sinds vorige maand ondersteuning van de Nederlandse voogdij-instelling NIDOS in het verantwoord en humaan opvangen en begeleiden van alleenstaande asielkinderen. Dat waren afspraken die, nog voor de brand, binnen de coalitie zijn gemaakt. Sinds de brand is via verschillende moties onze inzet ook geweest om kwetsbare vluchtelingen, waaronder zij die alleenstaand en minderjarig zijn, snel over te brengen naar het vasteland. Veel van hen zijn daar gelukkig inmiddels ook.
Tenslotte hebben we in de afgelopen maanden er steeds op aangedrongen om te zorgen voor voldoende humanitaire hulp op Lesbos. De situatie voor de mensen in de kampen moet flink verbeteren. Mede op ons verzoek is er in de afgelopen tijd ruim drie miljoen euro voor vrijgemaakt en zijn er humanitaire goederen en een geheel noodhospitaal naar Lesbos gebracht.
Wat moet er gebeuren?
We zien echter de beelden van de overstroomde tenten, we horen gruwelijke verhalen over verkrachtingen en we beseffen opnieuw: dit is niet voldoende. Nog steeds zitten vluchtelingen op Lesbos en andere eilanden in mensonterende omstandigheden. Dat we dit zo laten voortduren, is een aanklacht tegen de EU en Griekenland en de menselijk waardigheid die we pretenderen hoog te houden.
Toen we de afspraken na de brand maakten, wisten we dat dit een ondermaatse deal was binnen een soms onbarmhartige politieke realiteit. Met een rechtse meerderheid in de Tweede Kamer was de enige mogelijkheid om vluchtelingen op Lesbos enigszins hoop te bieden binnen de coalitie. Nu er geen coalitie meer is, wordt dat pijnlijk duidelijk. Deze week werd er wederom een motie ingediend om kwetsbare alleenstaande minderjarige vluchtelingen naar Nederland over te brengen. Wij stemden, net als veel andere partijen, voor. VVD, PVV, FVD, CDA en SGP stemden tegen. Ook nu elke partij volgens haar eigen lijn kon stemmen, werd de motie verworpen. Dat is helaas hoe de verhoudingen in de Kamer nu zijn.
Binnen de mogelijkheden die er zijn, blijven we ons inzetten voor de vluchtelingen op de Griekse eilanden. Een lichtpuntje was dat mijn voorstel voor meer humanitaire hulp wél breed werd ondersteund door de Kamer. Deze vormt daarmee een opdracht voor het demissionaire kabinet: stel als Nederland meer geld beschikbaar zodat ook de Nederlandse hulporganisaties de verschrikkelijke omstandigheden in het kamp kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door het leveren van winterbestendige wooncontainers in plaats van de huidige Shaheltenten. Bovendien deden we middels de motie nogmaals de oproep om de kwetsbare vluchtelingen en mensen met al een vluchtelingenstatus zo snel mogelijk over te brengen naar het Griekse vasteland.
Dat is de hartenklop van onze partij. Zoals afgelopen najaar nogmaals werd bevestigd door het congres; de erbarmelijke situatie van vluchtelingen, op de Griekse eilanden en elders, raakt ons diep. En we blijven ons met hart en ziel voor hen inzetten, waar dat congres ons ook toe opriep. We gaan voor een rechtvaardige Europese aanpak, met een snelle selectie aan de randen van Europa, een eerlijke verdeling van vluchtelingen over Europese lidstaten en een gezamenlijk terugkeerbeleid voor hen die worden afgewezen. Daarbij hoort óók een Nederland dat ruimhartig is voor hen die moeten vluchten voor oorlog en geweld.
Een verstandig en barmhartig asielbeleid. Dat is en blijft onze inzet.