Mijn speech op ons congres
We hebben stormachtige weken achter de rug. Het is wat je noemt: herfst. We praten vandaag over een samenleving met aandacht. Maar de aandacht ging vooral uit naar de grote uitdagingen waar we voor staan en naar de emoties die ze oproepen.
Onrust en boosheid. Onbegrip en onzekerheid. Ze zijn af te lezen aan de diepe bandensporen op het Malieveld. Maar ook aan de verontruste toon van appjes en belletjes die ik krijg. Van Gerjan Smelt, die als raadslid van Twenterand veel contact heeft met boeren die met hem spreken over wat er in Den Haag en Zwolle voor hen besloten wordt. Van Harmke Vlieg, die als wethouder in Assen een avond zelf moet rondbellen om te zorgen dat een kwetsbare, suicidale jongere uit haar stad eindelijk hulp kan krijgen!
En zij bellen niet zomaar. Ik snap die emotie heel goed. We voelen allemaal aan dat de balans in onze samenleving zoek is. In hoe we met elkaar omgaan, maar ook in hoe we omgaan met de schepping. En dus moeten we iets doen.
Was het niet de Raad van State die hier ons hiertoe dwong, dan had misschien nog even geduurd, maar dan waren we er wel vanzelf achter gekomen. Dat er grenzen zijn. Onze lucht moet schoner en we kunnen in dit kleine landje aan de Noordzee niet alles tegelijk.
Eigenlijk is dat 25 jaar lang de boodschap geweest van Martine Vonk, die veel te jong is overleden en van wie we deze week op een indrukwekkende manier afscheid moesten nemen. Voor wie haar niet kent: 25 jaar lang heeft deze boerendochter het ons op een inspirerende manier voorgehouden: we moeten beter voor elkaar zorgen, beter voor de schepping zorgen en leren genieten van genoeg.
En we gaan Martine en haar wijsheid en gelovige gedrevenheid ontzettend missen. Maar haar boodschap mogen we nooit te vergeten. Terug naar het Malieveld. Want de mensen daar stellen ons indringende vragen. Zijn de maatregelen die het kabinet neemt wel eerlijk? Als we zeggen dat iedereen een beetje moet inschikken, geldt dat dan alleen voor boeren en bouwers of ook voor de luchtvaart?
Ik ben blij dat er nu een eerste pakket met maatregelen ligt om het stikstofprobleem aan te pakken. Is het perfect? Nee. Maar het is een eerste stap vooruit. Voor onze bouwers en voor mensen die wachten op een huis. De volgende stappen zullen ook rechtvaardig moeten zijn en zullen van iedereen iets vragen. Daarom kunnen we – zonder het luchtvaartadvies van de commissie Remkes – ook nog geen besluit nemen nog over opening van vliegveld Lelystad. Die opening was al ingewikkeld en is in deze stikstofcrisis niet minder ingewikkeld geworden.
En ik ben dankbaar voor de manier waarop jij, Carola, met je team deze loodzware klus op zich hebben genomen en de stikstofcrisis te lijf gaan. En ik weet van dichtbij een beetje hoe loodzwaar het soms is. Dat geldt ook voor onze gedeputeerden met landbouw in hun portefeuille, Harold Hofstra en Henk Staghouwer en voor al onze Provinciale Staten-fracties. Jullie willen luisteren en zoeken naar een oplossing.
Dat is niet makkelijk, maar jullie doen wat jullie kunnen! Dank jullie wel!
De realiteit van de afgelopen weken is ook de situatie waar de coalitie zich in bevindt. We zijn halverwege. En we knokken bij lastige vraagstukken om er samen uit te komen. Dat is ook steeds onze inzet, ook mijn inzet. We werken samen, maar zijn niet met elkaar getrouwd. En dus richten we onze blik ook op de toekomst, op een volgende periode - want ook deze coalitieperiode is eindig. Want hoe groot ons verantwoordelijkheidsgevoel ook is - onze hoop en onze dromen zijn altijd groter. Een coalitie is nodig - maar nooit heilig!
Wantrouwen/Verweesd en verloren. Zeker in een tijd van onbehagen. Een tijd van wantrouwen richting politici, richting instituten. Richting vakbonden, werkgevers, de oude Polder. En ook wij krijgen stevige vragen: wat zijn jullie daar toch aan het doen in Den Haag? Zien jullie wel hoe moeilijk we het hebben? Waar we voor staan? Ik zie in Nederland een onrustig verlangen naar echte erkenning en echt contact.
Dat verlangen is oprecht. En daarom heb ik de afgelopen tijd gebruikt om het beter te begrijpen. Om te zien wat dit voor de ChristenUnie betekent. Deze zoektocht leidde tot een essay, waarin ik onze samenleving probeer te duiden. Waarin ik een hoopvolle agenda wil schetsen voor de toekomst.
Twee beelden bleven daarbij voortdurend bij me hangen: Het eerste is het beeld van De Verloren Zoon - u kent dat prachtige schilderij van Rembrandt wel. En dat prachtig mooie boek van Henri Nouwen. Dat gaat niet over één verloren zoon, maar over twee verloren zonen. Het raakte me. Omdat ik vader ben, zoon ben. Omdat ik ook naar jullie kijk, als vaders en moeders, zonen en dochters. Onlosmakelijk met elkaar verbonden.Verlangend naar een omhelzing.
En het tweede beeld is dat van De Verweesde Samenleving - het boek van Pim Fortuyn. Een scherpe analyse van onze tijd. Van de manier waarop we in de jaren zestig onze vaders en ons thuis hebben verlaten. En nu heimwee hebben en verlangen naar een thuis.
De roes van de culturele revoluties in de sixties en seventies is voorbij gegaan. Het marktdenken van de jaren tachtig en negentig maakte ons niet vrij, maar soms vogelvrij. De Val van de Muur – nu dertig jaar geleden – maakte een deel van Europa vrij - maar liet ons ook achter met een lege toekomst. Met een horizon zonder stip. En zolang de economie van de jaren negentig ronkte, ging het nog wel.
Maar ondertussen raakten we verder van huis. Veel mensen horen in hun leven de snerpende pieptoon van de verbroken verbinding. Met een Vader. Met elkaar. Met hun vertegenwoordigers.
En dus zoek ik naar hoop. Naar echte antwoorden op de echte vragen. Hoe kunnen we weer thuiskomen bij elkaar? Veilig zijn bij elkaar?
Als partij hebben we hier een missie - omdat we leven vanuit de belofte dat er een Hemels Koninkrijk aankomt. Waar we thuis zijn. Waar het veilig is. Daarom is onze politiek een politiek van hoop.
Ook in een samenleving die NIET maakbaar is. Waar de overheid NOOIT de vader is die we zo missen. Waar belangen botsen en keuzes in schaarste worden gemaakt.
Juist daar willen wij mensen met hun onrustige verlangen recht in de ogen kijken. Opkomen voor hen die niet gehoord en niet gezien worden. Het onbegrip en de dilemma’s aangaan - recht eropaf.
Een weg van hoop. Waarbij wij ook zelf mensen van de hoop zijn. Richting een wereld van vrede en recht. Gedreven door een Groot, Hoopvol Verhaal. Die hoop die wij hebben, drijft ons om te knokken voor echte resultaten.
Want wat is dat dan: een samenleving met aandacht? Dat is een samenleving waarin mensen de ruimte en de tijd krijgen om aandacht te hebben voor elkaar. Een samenleving die iets wegheeft van een warme ontmoeting rond de eettafel - waar je samenkomt om de dag door te nemen en samen te eten. Waar iedereen gelijk is en iedereen gehoord wordt.
En voor die samenleving heb ik drie concreter dromen. Daarom droom ik ten eerste heel concreet van meer ruimte voor het goede leven. Dat is nodig, want er groeit een generatie jongeren op die nu al gebukt gaat onder druk en stress.
Samen met Tim Hofman, onze jongeren van PerspectieF en een mooie groep andere jongeren bouwden we coalitie Y. Vorig jaar sprak ik er op ons congres voor het eerst over. We zijn een jaar verder en wat hebben we veel gedaan. We zijn in het Catshuis geweest. We hebben ons manifest aan de minister-president aangeboden. Er komt een generatietoets bij nieuw beleid. Er is meer aandacht voor jongeren die soms echt gebukt gaan onder prestatiedruk en al op jonge leeftijd burnout raken. Kortom, we hebben wat bereikt. Maar onze dromen reiken verder: we willen structureel minder druk en meer rust en ruimte voor een generatie die op zoek is naar bezieling. Een generatie die de ruimte verdient om haar talenten te kunnen ontplooien. We willen daarom dat de basisbeurs terugkomt. En we hebben nu zoveel politieke steun verzameld dat ik er niet meer aan twijfel: het gaat lukken! Die basisbeurs komt terug!
Er zijn ook gezinnen die de eindjes alleen maar met twee inkomens aan elkaar kunnen knopen, terwijl ze verlangen naar meer tijd met hun kinderen. We hebben in deze coalitie het kindgebonden budget al flink verhoogd. En ouders met studerende kinderen onder de 18 krijgen nu ook gewoon kinderbijslag. We hebben wat bereikt. Maar ook hier reiken onze dromen verder.
We willen een rechtvaardiger belastingstelsel - waarin gezinnen met een en twee kostwinners gelijk behandeld worden. Zodat gezinnen meer ademruimte krijgen, zodat ze echt een vrije keuze hebben om werk en zorg goed te combineren. Begin volgend jaar komen we met een concreet voorstel voor zo’n belastinghervorming. Het zijn de concrete stappen richting een samenleving met meer ruimte voor het goede leven.
Daarom droom ik ten tweede van echte aandacht buitenshuis: bij scholen, de overheid en bedrijven. Ook dat is hard nodig. Ik hoef alleen maar naar de Belastingdienst te wijzen. De manier waarop goedwillende mensen als fraudeurs zijn behandeld. Er moet daar - en bij veel andere uitvoeringsorganisaties - heel veel gebeuren. En gelukkig gaat de Kamer - mede op ons initiatief - onderzoeken waar en waarom het zo vaak misgaat in de relatie tussen de overheid en mensen die het van die overheid moeten hebben. En we gaan daarbij als Kamer ook zelf in de spiegel kijken: hoe heeft het zo mis kunnen gaan?
Maar onze dromen reiken nog verder. Wat we willen is een overheid die tot in de kern is doordrongen van het idee dat het bij regels altijd gaat om de bedoeling van een regel. En dat mensen belangrijker zijn dan regels.
Ik droom ook van een bedrijfsleven met aandacht. Waar je onderneemt met oog voor mensen en voor de schepping. Ik zie gelukkig een toename van sociaal en verantwoord ondernemerschap: steeds meer bedrijven en ondernemers die ‘de ziel van de zaak’ voorop stellen. Het Kabinet gaat ook de strijd aan met belastingontduiking - en stimuleert dat kleinere bedrijven sneller betaald worden door grote opdrachtgevers. Het Rijk gaat op zoek naar een nieuwe huisbankier, die staat voor integriteit en duurzaamheid.
Maar ook hier willen wij groter dromen. Van bedrijven waar werkgever en werknemer elkaar zien, elkaar spreken en overleggen. Waar echte zeggenschap is en waar je zelfs een beetje kunt thuiskomen. Ik heb soms de indruk dat oude Polder op zijn laatste benen loopt. Laat de tafel van ondernemingsraad de plek zijn waar de nieuwe Polder tot leven komt. Waar werkgevers en werknemers aan dezelfde tafel kunnen praten over eerlijke beloning, over duurzaamheid, diversiteit, ethisch ondernemen. Over de verkleining van de groter wordende kloof tussen grootverdieners aan de top en de mensen op de werkvloer.
Ik droom ook van meer aandacht in het onderwijs. De werkdruk is nog altijd te hoog: te grote klassen en te weinig leraren. We hebben al sneller en eerder geld beschikbaar gesteld, dat scholen naar eigen inzicht mogen besteden - omdat leraren zelf weten waar de nood het hoogst is. We hebben een stap kunnen zetten. Maar wat we echt willen, is onderwijs waar persoonlijke aandacht voor kinderen vanzelfsprekend is. Waar het heel normaal is dat elk kind gezien wordt - en waar niemand achterblijft. En daarom willen we het geld dat nu in deze kabinetsperiode incidenteel beschikbaar is gesteld, structureel beschikbaar wordt, ook na deze periode. Onze docenten verdienen meer waardering en onze kinderen verdienen het beste onderwijs. En wat de ChristenUnie betreft krijgen ze die!
En ik droom ten derde van echte aandacht in elke fase van het leven. Van goede zorg voor jong en oud. Minder eenzaamheid. Maar gemeenten kunnen de jeugdzorg maar nauwelijks betalen. Het water staat aan de lippen van hardwerkende professionals, van wethouders als Harmke Vlieg en van jongeren die heel hard hulp nodig hebben. Daarom moet het kabinet zijn verantwoordelijkheid pakken op dit punt. Ook als dat betekent dat er meer geld naar de Jeugdzorg moet. En we hebben dankzij onze deelname aan de coalitie bijna alle wensen rond Waardig Ouder Worden kunnen uitvoeren.
Mensen die zich eenzaam voelen en het gevoel hebben dat hun leven voltooid is, krijgen geen pil, maar meer aandacht en betere zorg. Daar gaan we dus op volle kracht mee door. Maar onze dromen reiken ook hier veel verder. Want in een samenleving met aandacht zullen veel minder mensen zich eenzaam voelen. En als we radicaal kiezen voor zorg aan het einde van het leven, dan ook aan het begin van het leven!
Ik droom van een open gesprek over zwangerschap en abortus - zonder taboes. Zonder dat iemand het zwijgen wordt opgelegd. Natuurlijk zijn de ideologische verschillen heel groot. Morele principes blijven morele principes, aan beide kanten.
Maar een open gesprek over oprechte dilemma’s en goede zorg, dat is toch niet teveel gevraagd, dat moet toch kunnen? 1 op de 7 vrouwen stelt dat er rond haar abortus sprake was van dwang. Voor veel vrouwen is gebrek aan geld en huisvesting reden voor een abortus.
We kunnen toch nog veel meer doen om ervoor te zorgen dat zwangere vrouwen in een crisissituatie snel en goed geholpen worden met goede zorg, huisvesting en financiele ondersteuning? Dat we aan moeders en hun ongeboren kinderen bewijzen dat elk leven het waard is om geleefd te worden. En niet meteen naar de uitgang van het leven wijzen, nog voor het leven een kans heeft gehad.
Deze dromen zijn onze inzet voor de komende jaren - met de verkiezingen aan de horizon. En daar hebben we ook uw dromen bij nodig. Ik hoor ze graag van u. Daarom ga ik ook het komende jaar weer het land door, op zoek naar het goede gesprek met u.In huiskamergesprekken, in de provincies…
Maar ik wil u ook vragen om uw dromen online mee te geven. De eerste 35 van ons als fractie staan nu online, maar we hebben alle ruimte om er nog meer aan toe te voegen. Dus willen we dat ook u uw dromen deelt. Dat kan op ChristenUnie.nl/dromen. Ik hoop dat de site er helemaal vol mee komt te staan. Zodat we straks een rijk en hoopvol verkiezingsprogramma kunnen gaan schrijven.
Beste mensen, er is nog veel te doen en we hebben grote dromen. Maar we hoeven het niet alleen te doen. Als je leeft van hoop, dan mag je bidden dat dromen werkelijkheid worden. En we hebben een belofte dat er een prachtig Koninkrijk op ons wacht. In het hier en nu hebben we gekozen voor verantwoordelijkheid. We voelen ons daartoe ook geroepen - en dus mag u ook iets van ons verwachten.
Dit is waar u ons op kunt afrekenen. Dat we onszelf en elkaar recht in de ogen kunnen aankijken en weten: we hebben steeds met onze beste weten en onze beste kunnen gedaan wat we konden. Steeds op zoek naar de volgende stap, om te proberen onze dromen dichterbij te brengen.
Zoals Roel Kuiper jarenlang heeft mogen doen in de Eerste Kamer. Roel, ook vanaf hier en van mijn kant: bedankt! Ik beloof dat we door zullen knokken voor onze dromen. Dat beloof ik u namens de fractie - namens Carola, Arie en Paul. En ik wil die belofte ook graag namens u allemaal doen, waar u ook actief bent. We zullen niet iedereen altijd helemaal tevreden stellen. Beslissingen zijn zelden perfect. Maar onze dromen zijn echt. En uiteindelijk zullen we het moeten hebben van de zegen van God.
En laat ik maar afsluiten met de Ierse zegenbede die Martine Vonk ons heeft meegegeven en die we woensdag tijdens de uitvaartdienst met elkaar hebben gezongen. Het is een bede voor u, voor mij, voor ons hele land.
May the road rise to meet you.
May the wind be always at your back.
May the sun shine warm upon your face,
the rains fall soft upon your fields
and until we meet again,
may God hold you in the palm of His hand.
Zo gaan we verder. Op hoop van zegen!