Algemene Europese Beschouwingen
De corona pandemie en de Russische inval in Oekraïne hebben Europa op haar grondvesten doen schudden. De pandemie bepaalde de Europese Unie bij onze grote afhankelijkheid van landen als bijvoorbeeld China voor veel van onze noodzakelijke producten en heeft een nieuwe roep om strategische autonomie doen ontstaan.
De Russische aanval op Oekraïne bepaalt ons bij de kwetsbaarheid van ons continent en vraagt om een doordenking van de positie van de EU op het geopolitieke wereldtoneel. Hoe houdt Europa zich staande in een wereldorde die verandert en waarin de macht verschuift.
De bijdrage van mijn fractie draait om het begrip ‘grenzen’. Waar zouden de grenzen van de Europese Unie moeten lopen, hoe bewaken we die grenzen en ten derde: hoe borgen we veilige passages in die grenzen? Binnen die drie aspecten adresseer ik enkele actuele Europese kwesties.
Waar zouden de grenzen van de Europese Unie moeten lopen?
De Europese Unie heeft op dit moment 8 kandidaat-lidstaten in de wachtkamer, landen die graag toetreden tot onze Unie. Sinds de oorlog in Oekraïne is de vraag pregnant geworden welke landen wel op min of meer korte termijn bij de EU mogen horen. Op de ambassadeursconferentie die ik enkele weken geleden bezocht werd zelfs gesproken over de onvermijdelijkheid van een flinke uitbreiding van de EU. Wanneer de landen aan de oostkant van de Unie geen reëel uitzicht op een EU lidmaatschap hebben, is de kans groot dat zij zich wenden tot Rusland of China. Die vraag stelt ons voor een moeilijk dilemma.
Aan de ene kant is er, en het kabinet wijst daar ook op, terechte voorzichtigheid. Het is belangrijk dat nieuwe lidstaten voldoen aan bijvoorbeeld de rechtstatelijkheidstoets, en ook overigens voldoen aan de Kopenhagencriteria. Wij hebben dan ook begrip voor het feit dat het kabinet zich op het punt van verdere uitbreiding van de EU ‘strikt, fair en betrokken’ opstelt.
Anderzijds zien we de bekende bezwaren tegen nog langere wachttijden voor kandidaat-lidstaten. Als de huidige situatie te lang voortduurt, dan doet dit afbreuk aan het imago van de EU als betrouwbare partner en lijkt intensievere samenwerking met China of zelfs met Rusland voor veel van de buurlanden van de EU een aantrekkelijke optie. Ik zeg ‘lijkt’, maar feitelijk zien wij al enkele jaren dat de Chinese invloedsfeer zich gestaag tot de Europese Balkangrens heeft uitgebreid – en meer dan eens daar ver overheen.
Tijdige EU-uitbreiding lijkt dus zowel onmogelijk als onvermijdelijk. Mijn fractie hoort graag of het kabinet dit dilemma herkent en hoe het daarmee omgaat. Speelt de geopolitieke afweging bijvoorbeeld een rol bij de houding van Nederland ten aanzien van uitbreiding van de Unie?
Wij zien uit naar een reflectie op dit dilemma van de minister.
In dit verband speelt Polen een bijzondere rol. Polen heeft zich het afgelopen jaar als een uitstekende buur voor Oekraïne laten zien. Het land werd de doorvoer voor materieel, voedsel, hoog bezoek. De manier waarop de hele bevolking zich voor de opvang van gevluchte Oekraïners heeft ingezet is bewonderenswaardig. Het land heeft zich hierdoor verzekerd van veel goodwill. Tegelijk loopt de rechtsstaat in Polen groot gevaar. Met name door het ondermijnen van de onafhankelijkheid van de rechters. Bestaat nog steeds de, wat ons betreft terechte, bereidheid binnen de EU om Polen op dit punt hard aan te pakken? Hoe staat de Nederlandse regering hierin?
Hoe bewaken we de grenzen van de Europese Unie?
Ik kom bij mijn tweede onderdeel: hoe bewaken we de grenzen van de Europese Unie? Hierbij gaan onze gedachten als eerste uit naar Oekraïne en het risico dat de Russische agressie ook het grondgebied van de Europese Unie bereikt. Daarnaast is er ook de toenemende invloed van China in Europa soms tot in de EU.
Het is goed dat wij ons in Europees verband op alle mogelijke scenario’s voorbereiden. Daarom zijn wij blij met de verdergaande Europese defensiesamenwerking, zoals vastgelegd in het Strategisch Kompas. Dat voor het eerst sinds lange tijd in veel landen in Europa weer in defensie wordt geïnvesteerd is een teken aan de wand van de grimmiger geworden situatie waarin Europa zich bevindt. Wij juichen het toe dat er op dit terrein binnen de EU meer en beter samengewerkt gaat worden. Maar een Europa dat ook qua defensie op eigen benen kan staan en zich autonoom kan verdedigen tegenover agressie vanuit bijvoorbeeld Rusland is nog heel ver weg. Heeft het kabinet de indruk dat dit besef bij alle lidstaten van de EU aanwezig is?
Mijn fractie meent dat wij de NAVO hard nodig hebben voor veiligheid in Europa. Goed nieuws dat Finland is toegetreden en dat Zweden diezelfde ambitie heeft. Daarmee wint de NAVO in Europa substantieel aan slagkracht. Ook goed nieuws dat de NAVO weer vol in de belangstelling van de VS staat, al blijft het een ongemakkelijk gegeven dat deze belangstelling met een presidentiële wissel ook weer kan verminderen.
Een goede trans-Atlantische band is behulpzaam voor onze veiligheid. Zo’n goede band spreekt zeker niet vanzelf. De introductie van de inmiddels beruchte Inflation Reduction Act bijvoorbeeld was een uiterst onaangename verrassing voor de EU. Dit investeringsprogramma lokt belangrijke industrie uit Europa weg. Hier en daar werd zelfs het woord handelsoorlog genoemd. Europese tegenmaatregelen waren onvermijdelijk. Tegelijkertijd is de relatie met de Verenigde Staten en andere overzeese bondgenoten te belangrijk om te laten versloffen.
Ten aanzien van de Europese reactie op de Inflation Reduction Act heeft mijn fractie een concretere vraag. Ook de Europese Unie is met een groene investeringsagenda gekomen. Tegelijkertijd wijzen sommige experts erop dat vooral grote bedrijven hiervan zullen profiteren. Kleine, groene ondernemingendie met hun innovatiekracht wel enorm belangrijk zijn voor de vergroening van onze (maak)industrie hebben zelden de mogelijkheden en middelen om effectief te lobbyen voor toewijzing van dergelijke subsidies. In hoeverre herkent het kabinet dit als aandachtspunt?
Ik noem hier graag de Europese Politieke Unie die vorig jaar voor het eerst in Praag bijeen gekomen is. Laat ik vooropstellen dat mijn fractie een intensieve politieke dialoog met andere Europese landen toejuicht. Niet alleen geeft dit concreet gestalte aan de Europese betrokkenheid op Oekraïne, het bevordert ook nauwere samenwerking met het Verenigd Koninkrijk in deze post-Brexit tijd. Aanvankelijk leek ons deze door Frankrijk en Tsjechië voorgestelde Unie een vehikel te zijn om het wachten van de kandidaat-lidstaten op uiteindelijke toelating tot de EU te verzachten. Maar In de stukken wordt in een enkel zinnetje gezegd dat de EPU geen alternatief voor uitbreiding is. Kan de minister hier wat dieper ingaan? Anderen menen, omdat er in de EPU ook over veiligheid gesproken wordt, dat met deze Unie misschien een flinke duw kan worden gegeven tot een Europa als zelfstandig militair blok. Hoe schat de minister die laatste veronderstelling in? Kan de minister nog eens uiteenzetten wat nu precies de meerwaarde van deze Politieke Unie is, welke voordelen ervan worden verwacht en waarom het kabinet er, gematigd, enthousiast over is.
Waar de Russische inval in Oekraïne de Europese eenheid vergrootte en een ongekende eensgezindheid opriep in de hele Unie, lijken de acties van China er toe te leiden dat de leden van de Unie uit elkaar drijven. Een Duitse minister die afgelopen week de woorden van de Franse president weer moet rechtzetten, levert geen fraai beeld op. Een verdeeld Europa straalt zeker geen kracht en autonomie uit. Hoe beoordeelt de minister deze gang van zaken? Hoe beoordeelt hij de opmerkingen van president Macron?
Enige tijd geleden las ik in het Financieel Dagblad een samenvatting van 3 boeken over China, geschreven door gezaghebbende auteurs, waaronder het boek ‘The avoidable war’ van Kevin Rudd. Oud-premier en -minister van Buitenlandse Zaken van Australie. Gerespecteerd China-kenner. Deze auteurs waarschuwen voor het welbewust oprukkende China richting de militaire wereldhegemonie. De EU wordt opgeroepen om dit wezenlijke gevaar onder ogen te zien. Tenzij zo’n machtswissel de Europese Unie koud laat, is het volgens de auteurs nodig dat ook hier de EU samen met de VS op trekt. Bijvoorbeeld ook in geval van een dreigende aanval van China op Taiwan. Hoe kijkt het kabinet hier tegen aan?
Hoe borgen we veilige passages in de grenzen van de Europese Unie?
Wanneer we denken over het borgen van veilige passages denken wij natuurlijk ook aan de vele vluchtelingen en andere migranten die een weg naar onze Unie zoeken.
In een wereld vol oorlog en armoede en onvrijheid is Europa in de ogen van velen een paradijs. Een plaats waar vrijheid en vrede is, maar ook een plaats waar je geld kunt verdienen, een toekomst op kunt bouwen. Mogelijkheden die er in het eigen land lang niet altijd zijn. De grote toestroom van migranten op zoek naar een betere toekomst leidt tot mensonterende situaties aan de gewelddadige grenzen van Europa. Met de pushbacks, al dan niet met behulp van Frontex, als een treurig dieptepunt. Voor mijn fractie een grote smet op het blazoen van de Europese Unie.
In de staat van de Unie en ook in het verslag van de extra top over migratie in februari lees ik dat voor Nederland brede, evenwichtige, gelijkwaardige migratiepartnerschappen met derde landen een belangrijke bouwsteen zijn voor een beter migratiebeleid. Wil de minister daar eens wat dieper op ingaan?
Gerald Knaus, voorzitter van het European Stability Initiative, roept de EU op om meer legale migratie mogelijk te maken vanuit bepaalde over het algemeen veilige landen van waaruit nu veel mensen naar Europa trekken. En tegelijk de afspraak te maken met zo’n land dat het alle niet-reguliere migranten direct terugneemt. Hij noemt dat een win-win situatie. Nederland kan sturen op de hoeveelheid mensen en op het soort werk waar wij plaats voor hebben, tegelijk neemt zo’n afspraak mensensmokkelaars de wind uit de zeilen. Illegale migranten worden teruggenomen door het thuisland. Duitsland is bezig een dergelijke afspraak te maken met Gambia, zoals de minister ongetwijfeld weet. Zijn dit de migratiepartnerschappen waar het kabinet aan denkt?
Instituut Clingendael heeft in 2021 een rapport gewijd aan circulaire migratie. Het instituut onderzocht de mogelijkheid van circulaire migratie tussen Nederland en landen van buiten de EU. Enerzijds heeft Nederland behoefte aan gekwalificeerde mensen om de krapte op onze arbeidsmarkt te verlichten; anderzijds willen wij geen braindrain uit de landen van herkomst. Ook bij deze migratie hoort de afspraak dat irreguliere migranten direct worden teruggenomen. Het rapport benoemt een aantal belangwekkende aspecten waaronder het belang van een welwillende politieke omgeving en het belang van Europese coördinatie, die laatste lijkt cruciaal. Ziet het kabinet kansen om te komen tot werkbare, duurzame partnerschappen voor circulaire migratie?
Met alleen bilaterale migratiepartnerschappen zijn de problemen aan de Europese grenzen niet opgelost.
Die problemen worden overigens naar de mening van mijn fractie ook niet opgelost met het bouwen van hekken aan de grenzen van de EU. Wij zeggen het graag een Portugese minister na: De middellandse zee kan migranten niet kan tegenhouden, waarom zou een hek dat wel kunnen? Wij steunen dan ook de positie van de Nederlandse regering om geen Europees geld te besteden aan het financieren van deze hekken.
Mijn fractie wacht met ongeduld op het antwoord van de EU op dit probleem: het asiel- en migratiepact. Wanneer is dat zover dat het uitgevoerd kan worden? Welke struikelblokken ziet de minister nog op de weg. Hoe draagt Nederland bij aan het snel tot stand komen van een humaan en werkbaar asielpact? Graag een reactie van de minister.
Voor mijn fractie staat voorop dat er mogelijkheden moeten blijven, veilige passages, voor mensen die te vrezen hebben voor vervolging om een veilig heenkomen te zoeken en te vinden binnen de grenzen van Europa. Nu en in de toekomst.