Algemene Politieke Beschouwingen
Toen mijn fractie zich er enkele weken geleden over boog welke onderwerpen door de ChristenUnie aangedragen moeten worden bij deze algemene politieke beschouwingen, waren we snel klaar: Oekraïne, het ver- of wantrouwen in de overheid, het soms ontbreken van de menselijke maat bij overheidsbeslissingen. Die onderwerpen schoten ons het eerst te binnen. Daar kunnen we nog de energiecrisis, de krapte op de arbeidsmarkt, de torenhoge inflatie en de stikstof aan toevoegen.
Dit kabinet moet besturen in een zeer gecompliceerde tijd, waarin zowel nationaal als internationaal grote vraagstukken aan de orde zijn. Daarom begin ik met het uitspreken van de waardering van mijn fractie voor de inzet van dit kabinet om de problemen bij de kop te pakken. Dit kabinet doet zijn werk dan ook nog terwijl er in Europa een oorlog gaande is die het in zich heeft om te escaleren. Wij zullen alles op alles moeten zetten om het Europese front tegen Poetin niet uit elkaar te laten spelen door zijn spelletjes rondom de gastoevoer.
Er is moed voor nodig om in deze tijd de bestuursverantwoordelijkheid voor ons land te dragen. De ene crisis lokt de andere uit, alles hangt met elkaar samen en versterkt soms elkaar: de coronacrisis, de wooncrisis, de energiecrisis, de stikstofcrisis en steeds wordt naar het kabinet gekeken om de weg uit die crises te vinden. Dat is geen kleine opgave. Terwijl de maatregelen die worden genomen door een groeiende groep mensen met wantrouwen en soms zelfs met cynisme worden begroet. Aan dat wantrouwen liggen zeker fouten van de overheid en de uitvoeringsinstanties ten grondslag, denk maar aan de toeslagenaffaire en het onvermogen van de overheid om de huizen in het aardbevingsgebied in Groningen tijdig te versterken. Het gebrek aan vertrouwen in de uitvoeringsinstanties is zo groot dat sommigen bijvoorbeeld de energietoeslag niet hebben durven aanvragen uit angst dat ze in toeslagenachtige problemen zouden komen. Dit gebrek aan vertrouwen is schrijnend.
Het is hoog tijd dat de menselijke maat terugkomt in het overheidshandelen. Dat er oog is voor de situatie van die ene persoon die net iets anders is. Dat vraagt om regels die niet volledig dichtgetimmerd zijn, maar ruimte bieden voor uitzonderingen, hardheidsclausules.
Maar naar de mening van mijn fractie zijn fouten van de overheid niet de enige oorzaak van het toegenomen wantrouwen. Er is meer aan de hand. In haar pamflet Crisis! beschrijft Beatrice de Graaf de groeiende tendens bij groepen in onze samenleving om niet langer de oorzaak van een crisis als probleem te zien, maar om juist de maatregelen te problematiseren om de crisis aan te pakken. Zo wordt, om een voorbeeld te noemen, niet de stikstofuitstoot het probleem. Het zijn juist de maatregelen om die uitstoot te beperken die als oorzaak van de problemen worden gezien. En zo het wantrouwen in de overheid voeden. Ook tijdens corona werd door sommigen niet langer het virus als de uiteindelijke oorzaak van alle narigheid gezien, dat virus was niets meer dan een griepje. De kritiek verschoof naar de maatregelen die werden genomen om besmettingen te voorkomen. Met de overheid als boosdoener. Voorzitter, begrijp me niet verkeerd. Het is zeker niet zo dat mijn fractie meent dat alle maatregelen die genomen werden in coronatijd de best denkbare waren. En wij zijn ook blij dat achteraf wordt gekeken welke maatregelen wel gewerkt hebben en welke niet. Maar de gedachte dat de overheid de pandemie zou misbruiken om vrijheden van de burgers af te pakken, dat wantrouwen baart ons zorgen.
‘Crisisbeheersing en crisisbesef zijn elkaar gaan ondermijnen’, zo vat Beatrice de Graaf het samen. De overheid die de crisis probeert te beheersen wordt gewantrouwd en de maatregelen om de crisis te beteugelen worden soms zelfs beschouwd als de oorzaak van de problemen. De media en sociale media spelen zeker ook een rol bij het ontstaan van dit grote wantrouwen. Zonder daaraan af te willen doen richt zich mijn bijdrage vandaag op de rol van het kabinet en parlement. Herkent de minister-president deze analyse? Wil hij daar eens op ingaan.
Het is de grote uitdaging voor dit kabinet om het vertrouwen in de overheid terug te winnen. Dat is geen gemakkelijke taak. Het is ook niet de taak van het kabinet alleen. Wij zullen ons daar allemaal voor in moeten zetten, ook als politieke partijen. Het wantrouwen richt zich immers niet alleen op het kabinet, ook het vertrouwen in het parlement, in ons, is historisch laag. Naar de mening van mijn fractie zullen we veel meer met elkaar, oppositie en coalitie en kabinet moeten zoeken naar consensus over de problemen en van daaruit zoeken naar oplossingen. Met wederzijds respect. Minder polarisatie, meer samenwerking om grote uitdagingen het hoofd te bieden.
Op de vraag wat er nodig is om dat wantrouwen weer om te laten slaan in vertrouwen is geen eenvoudig antwoord te geven. Ik licht twee zaken uit de veelheid van dingen die hierover gezegd kunnen worden.
Als eerste. Aan de randen van ons land, waar veel wantrouwen in de overheid is, leeft de gedachte dat ‘de een net iets gelijker is dan de ander’ om George Orwell te citeren. Ook uit het rapport ‘Atlas van afgehaakt Nederland’ bleek dit één van de scheidslijnen in ons land te zijn. Het idee is hardnekkig dat de randstadburger een streepje voor heeft op de inwoner van de regio. De regio kampt met krimp, een gebrekkig OV, moeilijk te bereiken zorg en moeilijk te bereiken scholen en zij ervaren daar weinig aandacht vanuit Den Haag voor. Nu bestaan een groot deel van deze problemen net zo goed in de grote steden, maar het grote verschil is het idee dat er voor de problemen in de regio minder aandacht is. Dat mensen uit de regio er minder toe doen.
Mijn fractie was dan ook blij met de terechte analyse in het rapport van Remkes over deze gevoelens in de regio. Gevoelens die nog eens bovenop de stikstofproblemen komen. Wij zouden het kabinet aan willen moedigen om in het komende jaar gericht werk te maken van het wegnemen van deze gevoelens in de regio. De aandacht die er is voor de slachtoffers van de Groningse gaswinning in de vorm van een staatssecretaris van mijnbouw, is in ieder geval een goed begin. Zou de minister-president er op in kunnen gaan welke andere mogelijkheden hij hier ziet? Wat zou het kabinet praktisch gezien kunnen doen om ook in de regio het vertrouwen in de overheid terug te winnen?
Als tweede. Meer in het algemeen is het energieplafond dat is ingesteld en de energietoeslag om directe hulp te geven aan mensen die de torenhoge energielasten niet meer kunnen opbrengen een goed signaal naar onze burgers dat de overheid er voor hen is. Dat het kabinet oog heeft voor diegenen die door het ijs dreigen te zakken. Tegelijk rijst hier de vraag hoeveel megabudgetten nog mogelijk zijn om de crises te dempen. Op een gegeven moment zal er wat de hulp betreft met scherp geschoten moeten worden en niet meer met hagel. Anders bouwen we nu aan de nieuwe financiële crisis van de toekomst. Graag een reactie van de MP
Eerder noemde ik de opmerking van Beatrice de Graaf dat crisisbeheersing en crisisbesef elkaar zijn gaan ondermijnen. Om die ondermijnende spiraal tussen crisisbeheersing en crisisbesef te doorbreken komt zij op grond van haar onderzoek tot de volgende conclusie. Ik citeer: ’wanneer de maatregelen kloppen en de ongelijkheid tussen burgers niet verder worden vergroot, dan houden burgers het vol en houden ze elkaar vast.’
Het kabinet zal om het vertrouwen terug te winnen moeten laten zien dat ‘Den Haag’ zich bewust is van de opstapeling van problemen waar mensen tegenaan kunnen lopen. In de regio en in de Randstad. Jongeren die geen huis kunnen betalen, huurders die hoge huurprijzen betalen voor slecht geïsoleerde huizen. De mensen die soms 2 laagbetaalde banen tegelijkertijd hebben en nog niet rond kunnen komen. Daar zal het kabinet zich om moeten bekommeren. Dan is het nodig dat de burgers een overheid ontmoeten die, anders dan nu, heldere regels heeft en duidelijke criteria voor het recht op ondersteuning. Die als het kan maatwerk kan leveren. Een overheid die naast hen staat, niet tegenover hen.
Kan de MP er in dit verband op ingaan hoever het kabinet is met de vereenvoudiging van het belasting- en toeslagenstelsel?
Wellicht is het behoud van onze huidige welvaart niet mogelijk. Moeten we leren met minder tevreden te zijn. Maar juist nu is het van belang dat er maatregelen worden genomen zodanig dat niet een bepaalde groep er onevenredig meer op achteruit gaat dan andere groepen. Juist dat ondermijnt de solidariteit in de samenleving en stuwt het wantrouwen richting de overheid op. Wanneer er geen grotere ongelijkheid ontstaat in de mogelijkheid om het eigen leven vorm te geven, geen grotere ongelijkheid tussen profiteurs en slachtoffers van een crisis, dan zijn burgers in staat om het vol te houden en dan houden ze ook elkaar vast.
Dat laatste is nodig voor een gezonde maatschappij. We kunnen niet alles van de overheid verwachten, burgers moeten elkaar vasthouden en ondersteunen. ‘De maatschappij, dan ben jij’. Om een overjarig spotje te citeren. Dat geeft een veerkrachtige maatschappij. Dat maakt ons weerbaar, ook als het tegenzit.
Ik ga positief eindigen. Op het vlak van een maatschappij waarin burgers elkaar ondersteunen gebeuren al hele mooie dingen. Ik zag dat bij een werkbezoek aan het sociaal werk ‘de Schans’ in het Westerkwartier, onderdeel van de Tintengroep. Het Westerkwartier is een gemeente in de provincie Groningen. Ik werd enthousiast door de manier waarop het sociaal werk zich samen met vrijwilligers inzet om mensen te helpen die dreigen kopje onder te gaan. De focus ligt op kinderen uit kansarme milieus maar uiteindelijk helpen ze ook hun ouders. Maar ze doen nog veel meer. En boeken hele goede resultaten.
Ik zou eigenlijk het hele kabinet, maar in ieder geval de minister voor armoedebeleid aan willen raden om eens op werkbezoek te gaan in het Westerkwartier in dat verre Groningen.
Een ander voorbeeld is Heerlen-Noord in Limburg waar gemeente en burgers samen optrekken in een prachtig project om van Heerlen- Noord weer een aantrekkelijke plaats te maken om te wonen.
Twee mooie voorbeelden van de randen van ons land waarin solidariteit en gemeenschapszin de boventoon voeren. Naast een betrouwbare overheid is dat wat ons land nodig heeft.