De toeslagenaffaire: de menselijke maat was zoek

Toeslagenaffaire
Peter Ester, CU Eerste Kamer - Foto Niek Stam -03116 - kopie (2) - kopie.jpg
Door Peter Ester op 27 september 2022 om 16:30

De toeslagenaffaire: de menselijke maat was zoek

We hebben met grote belangstelling en instemming kennisgenomen van het rapport van de werkgroep Zelfevaluatie naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Een affaire die gerekend moet worden tot de grootste naoorlogse misstanden van overheidsbeleid. Een overheid die zich van haar slechtste kant liet zien hetgeen resulteerde in duizenden slachtoffers, waaronder veel kinderen. Tot op vandaag is het aantal gedupeerden dat niet financieel gecompenseerd is, pijnlijk groot.

Het morele adagium van een nabije, zorgzame en begripsvolle overheid werd bruusk geschonden en het veroorzaakte leed onder getroffen burgers is onthutsend. Er was geen sprake van een empathische overheid: een overheid die rechtvaardigheid zoekt en recht doet. In tegendeel: de overheid en de Belastingdienst bleken ongenaakbaar; de menselijke maat was zoek.

Onze eigen rol
Maar ook het parlement is in het geding; ook wij bleven in gebreke. Immers, uiteindelijk zijn de toeslagenarrangementen die zoveel leed berokkenden onder goedwillende burgers, door het parlement en dus ook door de Eerste Kamer als medewetgever geaccordeerd. Wij zijn als volksvertegenwoordigers mede verantwoordelijk voor de complexiteit van het toeslagensysteem. We moeten dat eerlijk toegeven. Onze eigen rol mag daarom niet buiten beschouwing blijven.

Ook onze fractie was, in retrospectief, niet alert en scherp genoeg. Wij zijn, voorzitter, dan ook blij dat we nu over een rapport beschikken dat de rol van de senaat kritisch onderzoekt en wijze lessen trekt. Het rapport is een belangrijke bijdrage aan het zelfreinigend vermogen in dit huis. Mijn fractie heeft een aantal vragen die zij graag aan de commissie wil voorleggen.

Dat betreft allereerst de vraag waarom de feitelijke research van de commissie de periode tot 2019 betrof. Juist in de periode daarna is de toeslagenaffaire op het spits gedreven en kwamen nieuwe, schrijnende feiten aan het licht. Waarom, zo vraagt mijn fractie, de jaren 2020 en 2021 ook niet meegenomen? Missen we daardoor niet elementaire jaren in het totaaloverzicht?

Doenvermogen
De ChristenUnie- fractie deelt de vaststelling van de commissie dat de overheid stelselmatig het doenvermogen van de burger heeft overschat. Dat geldt ook voor de veronderstelde rationaliteit van de burger. Het idee van een modelburger die weloverwogen zijn weg zoekt en vindt in een woud van bureaucratische regelingen en een beredeneerde, optimale keuze maakt in de opties die zich aandienen, is een achterhaald beleidssimplisme.

De ‘homo economicus’ is minder rationeel dan veel ministerieel beleid verondersteld. De toeslagenaffaire is daarvan een wrang voorbeeld. De Haagse torens tonen een ander zicht op de werkelijkheid dan de belevingswereld van de Nederlandse burger. Ook de WRR wijst in zijn rapport Van toets naar tools op dit stuitende gebrek aan inlevingsvermogen van beleidsmakers. Juist in situaties van chronische stress, bijvoorbeeld als gevolg van armoede, schulden, teveel ontvangen toeslagen en andere ‘stressful life events’, bereikt de mentale belasting van burgers een piekniveau. Complexe regelgeving is een aanslag op hun doenvermogen, zeker onder toch al kwetsbare groepen.

Kleine fouten hebben grote, vaak navrante gevolgen, zo leert de toeslagenaffaire. Ook de Belastingdienst bleek onvoldoende waakzaam. De WRR pleit terecht voor het in beeld brengen van de doenlijkheid van beoogd beleid en biedt daarvoor een aantal handvatten.

Mijn fractie roept op tot het ontwerp van een handzame, praktische en gevalideerde toets op het doenvermogen van de burger om de uitvoerbaarheid van voorgenomen beleid a priori te kunnen vaststellen. De wetenschap kan hier goede diensten bewijzen. Ook de betrokken doelgroep van burgers moet hierbij gehoord worden. De huidige toetsen van de Belastingdienst zijn te soft en te vrijblijvend.

Deze door mijn fractie bepleite robuuste toets zou een structurele en doorslaggevende rol moeten spelen in de vormgeving van overheidsbeleid en het debat hierover in het parlement. De regering heeft eerder aangegeven hier stappen te willen zetten. De mede door de ChristenUnie-fractie ondertekende motie-Sent over een separate toets op doenlijkheid van fiscale voornemens wilde dit proces versnellen. We moeten af van het voordeel van de twijfel dat nu vaak dominant is in de senaat bij de beoordeling van wetsontwerpen. Kan de commissie eens reflecteren op dit voorstel?

Mij dunkt dat een dergelijke toets zich goed verhoudt tot de zienswijze en conclusies van het rapport. Ziet de commissie hier een taak weggelegd voor de Eerste Kamer of ligt het primaat bij de Tweede Kamer? Heeft de griffie een rol om nauwkeuriger toe te zien op evaluaties van beleid en toezeggingen die door de regering worden gedaan? Is het huidige systeem van halfjaarlijkse toezeggingenrappels nog toereikend? Hoe kunnen we het collectieve geheugen van de Kamer beter documenteren en vooral activeren op het juiste politieke moment? Hoe kunnen we onze eigen effectiviteit consequenter en kritischer positioneren?

Doorgeslagen fraudebestrijding
De overheid, zo stelt de commissie met reden vast, was disproportioneel gericht op frauderisico’s van het toeslagenstelsel, met name wat het voorschotkarakter betreft. Boetes werden verhoogd, sancties werden aangescherpt en controles werden strenger. Deze maatregelen waren geënt op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagregelingen. De toenmalige economische crisis leidde tot een stringent bezuinigingsbeleid en fraudebestrijding was daarvan een dragende hoeksteen. Houdbaarheid van overheidsfinanciën en tegengaan van bureaucratie waren daarbij leidraad.

Bestrijding van fraude rond toeslagen is alleszins begrijpelijk, maar was met de kennis van nu doorgeslagen en niet altijd naar verhouding. De ChristenUnie-fractie wil de commissie vragen hoe zij deze spanningsverhouding tussen fraudebestrijding, beleidsefficiëntie en rechtsbescherming weegt. Wat had beter gekund, wat had beter gemoeten en hoe kan de Eerste Kamer hier de juiste balans aanbrengen?

Maatschappelijke antenne
Deze wezenlijke issues, hebben ook te maken met de cruciale vraag of de maatschappelijke antenne van de Eerste Kamer wel scherp genoeg was afgesteld. Twijfels hierover zijn gerechtvaardigd. Welk perspectief heeft de commissie voor ogen om hier verbetering in aan te brengen? Welke rol is hier weggelegd voor de fracties zelf? Is de commissie van mening dat de politieke waan van de dag, die ook de Eerste Kamer niet onberoerd laat, hier mede debet aan is? Vertroebelt dit niet het zicht op lange termijngevolgen van overheidsbeleid?

Cultuuromslag bij de Belastingdienst
De insteek zoals mijn fractie die bepleit, betekent eveneens dat de Belastingdienst – ooit de parel onder de Nederlandse overheidsdiensten – zich steviger richting overheid en parlement moet opstellen om ondoenlijke fiscale regelgeving tegen te houden en te heroverwegen. Biedt de Belastingdienst wel voldoende tegenwicht? Moet de dienst niet nadrukkelijker op zijn strepen staan? Ook dit moet onderdeel zijn van een cultuuromslag bij de dienst. Welke mogelijkheden, zo vraagt de ChristenUnie-fractie, ziet de commissie om handen en voeten te geven aan deze omslag?

ICT-problemen
Regering en Belastingdienst hebben de afgelopen jaren stelselmatig gewezen op hardnekkige ICT-problemen in de uitvoering van het complexe systeem van kinderopvangtoeslagen. Het parlement is inmiddels bedolven onder de evaluatie- en voortgangsrapportages. En het einde is nog steeds niet in zicht. Heeft de commissie ideeën hoe dit proces gekanteld kan worden? Hoe lang kunnen we burgers en slachtoffers voorhouden dat deze netelige kwestie nog jaren zal aanslepen? Dit voedt immers wantrouwen en scepsis; twee dodelijke maatschappelijke sentimenten die het aanzien van overheid en Belastingdienst ernstig schaden.

Voorlopig verwerpen van wetsvoorstellen
De commissie, wijst terecht op het binaire karakter van het oordeel van de Eerste Kamer over wetsvoorstellen. Er zijn slechts twee smaken: voor of tegen. Een van de commissiesuggesties gaat over het “voorlopig verwerpen” van een wetsvoorstel op basis van technische onvolkomenheden. Kan de commissie dit voorstel nader toelichten? Wat zijn de voor- en wat zijn de nadelen? Is de suggestie juridisch uitvoerbaar en hoe beïnvloedt dit de onderscheiden taken en rolopvattingen van Tweede en Eerste Kamer?

Deeltijdaanstelling van Eerste Kamerleden
Het commissierapport zoomt eveneens in op de spanningsverhouding tussen de deeltijdsaanstelling van Eerste Kamerleden en hun kerntaak als beoordelaar van wetsvoorstellen. De geringe tijd die wij hebben voor het zorgvuldig wegen van wetgeving en de maatschappelijke uitwerking ervan, voelen wij allen aan den lijve. Dat geldt zeker voor kleinere fracties. Fiscale wetsvoorstellen zijn daarvan sprekende voorbeelden. Ondanks pogingen om de voorstellen over het jaar te spreiden, moet het jaarlijkse Belastingplan rond de Kerst met stoom en kokend water worden afgehandeld. Dit komt de degelijkheid van toetsing van wetgeving niet ten goede. Het zelfreflectierapport herkent dit dilemma, maar komt niet tot een eenduidige oplossing. De ChristenUnie-fractie heeft daar begrip voor, maar vraagt de commissie niettemin ook hier een aantal opties met de Kamer te delen.

Conclusie
Er moet nu snel een einde worden gemaakt aan de ‘dystopische’ situatie van de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Deze kwestie ziekt maar door en het vertrouwen van de burger in de overheid heeft een geduchte knak gekregen. Gelukkig zien we ook dat het kabinet nu stevig inzet op het tegemoetkomen van de slachtoffers. Aan het vrijgemaakte compensatiebudget zal het niet liggen. Alleen duurt de afwikkeling lang, erg lang, te lang.

De ChristenUnie-fractie is de commissie en haar voorzitter veel dank verschuldigd voor het gedegen rapport dat voorligt. Nogmaals onze complimenten. Nu is de Kamer aan zet om uitvoering te geven aan de lessen die de commissie ons voorhoudt. Onze fractie heeft daar een aantal vragen over gesteld en we zien uit naar de antwoorden.

 

Labels: ,