Verlenging tijdelijke coronawetten
Voorzitter, ik heb de afgelopen week als surrealistisch ervaren. De vele mails van verontruste burgers. De frontale aanval op de democratie in de Tweede Kamer. De rellen in Rotterdam, Stein, Urk en andere plaatsen. Al deze gebeurtenissen laten iets zien wat corona met ons doet. Met ons als burgers. Met ons als parlement. En met ons als samenleving.
Daarom zou ik in mijn bijdrage willen nadenken over de toekomst van het coronabeleid. Mijn bijdrage heeft de volgende opbouw:
- Ik begin met een analyse van het huidige debat
- Daarna schets ik de toekomst van het coronabeleid
- Ik sluit af met een reflectie op het heden
Analyse van het huidige debat
Voorzitter, in het coronadebat zie ik twee verschillende verhalen. Misschien kan ik beter het woord paradigma gebruiken (Thomas Kuhn).
Het eerste zou je het technologisch paradigma kunnen noemen. Hierin staat de beheersmatige aanpak van de crisis centraal. Het OMT adviseert de regering op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het kabinet maakt politieke keuzen, neemt maatregelen en komt met wetgeving. Door persconferenties en mediacampagnes wordt de bevolking geïnformeerd. Van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties wordt verwacht dat zij zich loyaal naar de genomen maatregelen schikken – ‘samen houden we corona onder controle’.
Deze aanpak heeft een tegenparadigma opgeroepen. Dat wordt verteld door ruwweg twee groepen. Aan de ene kant burgers die menen dat de overheid een beperkte taak heeft in het bestrijden van de epidemie. Zij leggen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de individuele burger. Aan de andere kant zijn er burgers die menen dat corona een ‘griepje’ is, dat alle maatregelen overtrokken zijn en dat er sprake is van een complot.
Als je scherper naar beide paradigma’s kijkt dan zie je dat ze gedreven worden door verschillende waarden. In het technologische paradigma staat de zorg voor de kwetsbare burger en de verantwoordelijkheid van de overheid centraal. In het tegenparadigma draait alles om de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de individuele burger. De beide paradigma’s botsen.
Ik zie dat beide groepen zich terugtrekken in hun eigen paradigma. Ze staan niet meer open voor kritische vragen en ze bereiken elkaar niet meer. Sterker nog: onbewust en onbedoeld wakkeren ze de polarisatie aan.
Onze vraag aan het kabinet is: herkent u beide paradigma’s? En de dynamiek daarachter? Hoe gaat u daar mee om?
Toekomst van het coronabeleid
Voorzitter, wat betekent dit voor de toekomst van het coronabeleid? Het WRR/KNAW rapport Navigeren en anticiperen in onzekere tijden van september 2021 schetst 5 scenario’s. In het debat met de Tweede Kamer heeft de minister – als ik het goed heb – aangegeven dat hij de twee uitersten (‘terug naar normaal’ en de ‘worst case’) minder waarschijnlijk acht. Hij wil zich voorbereiden op de drie middelste scenario’s: covid als ‘griep+’, covid als ‘externe dreiging’, en de ‘continue strijd waarin covid-19 een serieuze bedreiging blijft’. Onze fractie kan de minister hierin volgen.
Voorzitter, onze fractie is van mening dat deze drie scenario’s ons uitnodigen om de vanzelfsprekendheid van beide paradigma’s ter discussie te stellen. Dat komt scherp naar voren als je beide paradigma’s ‘platslaat’. Zwart-wit uitgedrukt: het technologische paradigma doet geen recht aan de verantwoordelijkheid van de samenleving en het tegenculturele paradigma niet aan de verantwoordelijkheid van de overheid. Daarom zoek ik naar een alternatief paradigma, één dat recht doet aan de verantwoordelijkheid van de overheid én aan die van de samenleving.
Voorzitter, graag wil ik de optie van een democratisch paradigma op tafel leggen. Dat woord ‘democratisch’ kies ik bewust. Het lijkt me belangrijk om vanuit de rechtsstaat en de controle van de macht na te denken over de toekomst van het coronabeleid. En het lijkt me belangrijk om te benadrukken dat de democratie kan alleen bloeien als zij gedragen wordt door de samenleving (zie rapport commissie Remkes).
Voorzitter, ik werk dat concreter uit in drie punten. In de eerste plaats: het kabinet en de minister van volksgezondheid houden altijd een verantwoordelijkheid om regie te nemen. Dat past ook bij onze grondwet en de Wet publieke gezondheid. Dat woord regie kies ik wel met opzet. Wie regie neemt legt kaders voor beleid vast en spreekt over randvoorwaarden.
Maar regie laat ook ruimte. En daarmee kom ik bij mijn tweede punt: lokale overheden hebben ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Ik zou in dat kader graag het katholieke subsidiariteitsbeginsel in herinnering brengen. Ik verwijs daarbij naar de encycliek van paus Pius XI uit 1931. Concreet betekent dit: hogere overheden hoeven niet te doen wat lagere overheden kunnen.
In de afgelopen anderhalf jaar concentreerden de lagere overheden zich op de verdediging, uitvoering en handhaving van het kabinetsbeleid. Het is de vraag of er – binnen de kaders van het kabinet – niet meer ruimte moet komen voor de lagere overheden. Immers, iedereen beseft dat er een groot verschil is tussen een stedelijke gemeente met een hoge bevolkingsdichtheid, een lage vaccinatiegraad en veel culturele activiteiten, en een plattelandsgemeente met een lage bevolkingsdichtheid, een hoge vaccinatiegraad en nauwelijks culturele activiteiten.
In de derde plaats is er dus ook een eigen verantwoordelijkheid voor de samenleving. Dat sluit mooi aan bij de traditie van denkers als Abraham Kuyper en Herman Dooyeweerd die de samenleving tekenen als een medley van maatschappelijke verbanden. Waarbij elk verband – vriendenkringen, families, onderwijsinstellingen, bedrijven, sportverenigingen of kerken – een eigen doel, karakter en waardenpalet heeft. In dit verband refereer ik ook naar het advies van het Sociaal Cultureel Planbureau om te verkennen of er niet meer zeggenschap en verantwoordelijkheid richting maatschappelijke verbanden gelegd kan worden.
Voorzitter, bij het voorbereiden van deze bijdrage heb ik me meerdere keren afgevraagd of dit wel het juiste moment was om de toekomst van het coronabeleid te verkennen en een alternatief op tafel te leggen. We naderen immer code zwart. Toch leg ik het op tafel omdat we ons moeten voorbereiden op de verschillende scenario’s van de WRR/KNAW. Ook leg ik het op tafel omdat het voorgestelde alternatief in overeenstemming is met de hoofdaanbevelingen van het genoemde rapport. O.a. de inzet op een brede maatschappelijke schokbestendigheid en de bescherming van de waarden van de democratische rechtsstaat. Graag een reactie van beide ministers.
Reflectie op het heden (1)
Voorzitter,een eerlijke vraag is: Wat is de betekenis van het democratische paradigma voor de huidige situatie; een situatie waarin code zwart niet ondenkbeeldig is? De stelling van onze fractie is: We hebben de hele samenleving nodig om de corona epidemie te bestrijden!
Waarom het democratische paradigma? Als eerste, om de polarisatie tegengaan. Dat kun je eigenlijk alleen in lokale dialogen. Ik verkeer niet in de illusie dat je daarmee alle burgers kunt bereiken. Toch kan en mag het effect van dialogen en verbindingen niet onderschat worden. Al was het alleen al om te laten zien dat de rechtsstaat en democratie volop functioneren.
Waarom het democratische paradigma? Als tweede, om de vaccinatiegraad omhoog te krijgen. Enkele weken geleden hadden we iemand op bezoek. Hij werkte bij – ik gebruik nog even de oude term – de sociale werkvoorziening. Ik vroeg hem: Ben je gevaccineerd? Hij antwoordde: nee, ik wacht nog steeds op een uitnodiging! Later bleek: hij had moeite met lezen en schrijven. Deze man werd ook begeleid vanuit de Wlz. Mijn vraag is: zetten alle gemeentelijke diensten en ander voorzieningen zich tot het uiterste in – de AVG respecterend – om de vaccinatiegraad omhoog te krijgen? Graag een reactie van de minister. We kunnen een stap verder gaan: stimuleert de gemeente de dialogen in sportverenigingen, ondernemingen, kerken et cetera om de vaccinatiegraad verder te verhogen?
Waarom het democratische paradigma? Als derde, om de naleving te verhogen. Ik geef een voorbeeld. In onze plaatselijke kerk adviseer ik de raad met betrekking tot het coronabeleid. Dit gaat over de naleving. Het leidt tot dialogen over verantwoordelijkheid en zorg voor de ander. Dit soort gesprekken over naleving hebben we in alle maatschappelijke verbanden nodig.
Waarom het democratische paradigma? Ten slotte, om de lokale controle en handhaving te vergroten. Ik kom hierop terug.
Voorzitter, we zien op meerdere plaatsen dat het democratische paradigma werkt. Ik denk aan de twee Friese dorpen Lippenhuizen en Oudega die vrijwillig in een lockdown zijn gegaan na een uitbraak. Ik denk ook aan ouders en kerken die in Urk de-escalerend hebben opgetreden. Daarom werkt het: het gaat om de kracht van de lokale samenleving. Graag een reactie van beide ministers.
Reflectie op het heden (2)
Voorzitter, kort nog enkele opmerkingen op de huidige situatie. Onze fractie constateert een zeker optimisme bij het kabinet. Regelmatig voert het meer versoepelingen in dat het OMT voorstelt en wordt dan later weer verrast door het grillige verloop van de crisis. Dit baart ons zorgen. Het ondermijnt het gezag van de overheid en het naleven van de regels.
Het kabinet stelt voor om 2G wettelijk mogelijk te maken en 3G breder te gaan toepassen. Onze fractie erkent dat – gezien vanuit het technologische paradigma – deze maatregelen zouden kunnen werken. De vraag van onze fractie is: wakkeren deze voorstellen de polarisatie niet verder aan? Zouden we niet moeten kiezen voor de minst ingrijpende maatregelen? Daarom sluit onze fractie zich ook aan bij het pleidooi van collega Bikker om de mogelijkheden van 1G te onderzoeken. Deze optie is de minst vergaande in het verschillend behandelen van groepen mensen. Graag een reactie van de regering.
Voorzitter,geen enkel systeem – en dat geldt voor 1G, 2G en 3G – werkt als het niet wordt nageleefd, gecontroleerd en gehandhaafd. Onze fractie is van mening dat op dit gebied de inspanningen sterk vergroot moeten worden. En dat waar nodig, de betreffende organen daarvoor de middelen moeten krijgen. Bijvoorbeeld, elke treinreiziger moet ervaren dat hij of zij gecontroleerd wordt op mondkapjes. Elke café- en restaurantbezoeker moet ervaren dat hij of zij gecontroleerd wordt op de CTB. Enzovoorts, enzovoorts. Graag een reactie van de regering.
Afronding
Voorzitter, ik sluit af met een persoonlijke noot. Ruim een week geleden werd er in mijn kerk gepreekt over Romeinen 13. Een gedeelte waarin Paulus zijn lezers voorhoudt dat de overheid een dienares van God is. De predikant stelde de vraag: Hoe ga jij om met de overheid? Om een antwoord op deze vraag te vinden las hij een gedeelte uit de Bergrede waarin Christus mensen feliciteert die zachtmoedig en barmhartig zijn en die gerechtigheid en vrede nastreven. Zo ga je, was zijn oproep, om met de overheid.
Voorzitter, ik hoop en bid dat deze waarden het beleid van de regering en het debat over de coronamaatregelen in het parlement mogen bepalen. Dat politici daarin tot voorbeeld mogen zijn. Dat zou de polarisatie kunnen doen afnemen.