De coronawet

Coronavirus Covid-19 visualisatie.jpg
Maarten Verkerk blog portret.jpg
Door Maarten Verkerk op 26 oktober 2020 om 15:30

De coronawet

Onze fractie is onder de indruk van de vele mails en oproepen die zij heeft gekregen. Sommige waren heel persoonlijk. Met veel emotie. Andere kenmerkten zich door standaardformuleringen. En weer andere vielen op door verdachtmakingen, gevaarlijke frames en minder fraai taalgebruik. 

Laat ik bij het begin beginnen. Waarom doen we dit allemaal? In onze visie gaat het om de beschikbaarheid van voldoende zorg: voldoende ziekenhuisbedden en voldoende IC-capaciteit. Daarnaast gaat het om de instandhouding van de sociale en economische infrastructuur en om het geven van perspectief in onzekere tijden. 

Het is een goede zaak dat met de voorliggende wet een einde wordt gemaakt aan het gebruik van noodverordeningen. De fractie van de ChristenUnie is verheugd dat het wetsvoorstel tijdens de behandeling in de Tweede Kamer aanzienlijk is aangepast: de democratische controle is fors versterkt en de inperkingen van de grondrechtelijke vrijheden hebben een wettelijke basis gekregen. De fractie van de ChristenUnie is ook bijzonder tevreden met de voorlichting van de Raad van State met betrekking tot het amendement Buitenweg cum suis van 22 oktober 2020. Deze voorlichting plaatst het genoemde amendement in het licht van de gehele wet en geeft daarmee ook een beeld van het geheel. Onze fractie wil zich in haar bijdrage beperken tot twee thema’s. Kort geformuleerd: de kwaliteit van de wet en desinformatie   

Kwaliteit van de wet 
Voorzitter, de Canadese schrijfster Margaret Atwood – die bekend is geworden door haar boek The Handmaid’s Tale – heeft een sciencefiction trilogie geschreven over de verre toekomst. Het bestaat uit drie delen: Oryx en Crake, The Year of the Flood, en MaddAddam. In de Nederlandse vertaling meer dan 1200 pagina’s. Atwood schetst een toekomst waarin de neoliberale wereldorde zich volledig heeft ontwikkeld. Het blijkt een toekomst te zijn die gekarakteriseerd wordt door onvrijheid, grote sociale tegenstellingen, en opwarming van de aarde. Een toekomst met absolute macht voor het bedrijfsleven en een afwezige overheid. 

Waarom vertel ik dit verhaal? De reden is dat bijna de hele bevolking sterft door een virus. Ik zal u de plot niet vertellen. Dat zou zelfs aanleiding geven tot nieuwe complottheorieën. Eén punt wil ik naar voren halen. Atwood schetst een hyper neoliberale samenleving, een samenleving waar de absolute vrijheid van de markt leidt tot volledige onvrijheid van de burger. Met alle gevolgen voor de samenleving. Dit soort hyper neoliberale opvattingen vinden we gelukkig niet terug in de liberale traditie in Nederland. Ik citeer dan ook met plezier de woorden van de heer Dijkhoff, fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, tijdens de algemene beschouwingen. Begin citaat: We kunnen in dit mooie land niet zonder een sterke overheid’. Einde citaat. Woorden die zomaar aan het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie ontleend zouden kunnen zijn. 

Voorzitter, aanstaande zaterdag is het 31 oktober. Veel Nederlanders vieren dan Reformatie- of Hervormingsdag. In politieke zin zijn de meeste partijen in deze Kamer kinderen van de Reformatie. Het was juist de Reformatie die een scheiding van kerk en staat bepleitte. Een scheiding die in onze Grondwet gestalte kreeg. Het was de Reformatie die de gelijkheid van mensen opnieuw predikte en in die weg kregen waarden als recht en gerechtigheid, vrijheid en vrede, gelijkheid en solidariteit, en zorg voor elkaar opnieuw betekenis. Met de opkomst van de moderniteit werden deze waarden steeds meer gebaseerd op de menselijke rede. Ik verwijs daarvoor onder andere naar de filosoof Kant.

Voorzitter, deze veel te korte schets van de historie laat zien dat een sterke overheid gedreven en gedragen wordt door waarden als recht en gerechtigheid, vrijheid en vrede, gelijkheid en solidariteit, en zorg voor elkaar. Dat zou ook moeten gelden met betrekking tot de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 

In het debat in de Tweede Kamer is veel gesproken over de geschiedenis van deze wet. Mijn partijgenote Van der Graaf formuleerde het vriendelijk. Begin citaat: De wet die vandaag voorligt, komt van héél ver. De consultatieversie van de wet die op het internet circuleerde, bood te veel mogelijkheden voor de overheid om in te grijpen, zelfs tot achter de voordeur, te weinig ruimte voor democratische besluitvorming en te weinig bescherming van onze grondrechten.Einde citaat. Er waren vier coalitiepartijen en vier oppositiepartijen – de PvdA, GroenLinks, 50 Plus en de SGP nodig om de grondrechten beter te beschermen en de democratische controle te versterken. Ik dank deze vier oppositiepartijen voor hun kritische en constructieve houding

In dit debat werd het kabinet uitgedaagd op het wetgevingsproces te reflecteren. Minister De Jonge sprak over – begin citaat – ‘de intentie om de verhoudingen met het parlement te normaliseren en de controlerende verhoudingen te normaliseren’. Einde citaat. Ook sprak hij over ‘voortschrijdend inzicht’. Minister Ollongren bezigde de woorden ‘lerend vermogen’. Onze fractie begrijpt het gebruik van dit soort woorden. Ook twijfelen we niet aan de intenties van de ministers. Toch denken wij dat er meer aan de hand is. In dit verband zou ik willen verwijzen naar het denkwerk van de Nederlandse filosoof Herman Dooyeweerd.  De ministers van CDA-huize zouden deze filosoof moeten kennen: hij was één van de eerste directeuren van de Kuyperstichting, het wetenschappelijk bureau van de ARP. In de visie van Dooyeweerd moest deze stichting ‘bezonken wetenschappelijken arbeid’ verrichten. Een van de thema’s die hij doordacht heeft, is de relatie tussen de motieven ‘beheersing’ en ‘vrijheid’. De kern van zijn betoog is dat, als je de balans tussen de waarden uit het oog verliest, er een schadelijke dynamiek ontstaat. Concreet: als de overheid op de stoel van de beheersing gaat zitten, dan komt de vrijheid van de burger in het gedrang. En ze op de stoel van de vrijheid gaat zitten, dan verliest ze alle beheersing. 

Voorzitter, die hele dynamiek tussen beheersing en vrijheid zien we terug in de geschiedenis van deze wet en het debat in het parlement. Het is juist die dynamiek die de emoties in de samenleving hoog doen oplopen. Daarom krijgen wij zoveel verontrustende e-mails. De burger heeft het gevoel dat de overheid op de stoel van de beheersing is gaan zitten en dat zijn of haar vrijheid verloren gaat. Datgene wat hij of zij ervaart als het hoogtepunt van de vrijheid, wordt hem of haar door de overheid afgenomen. Er is sprake van wantrouwen richting de overheid. Onze vraag is: welke handelingsperspectieven heeft de overheid om met dit wantrouwen om te gaan? 

Terug naar Dooyeweerd. Zou het kunnen zijn dat het kabinet door de crisis in de greep van het motief van de beheersing kwam? En dat daardoor grondwettelijke vrijheden onder druk kwamen te staan? Zou het kunnen zijn dat door de crisis de betrokken ministers zich zo verantwoordelijk voelden om snel te handelen, dat de noodzaak van democratische controles over het hoofd werden gezien? Zou het kunnen zijn dat het parlement deze dynamiek heeft aangejaagd door al het hameren op het aambeeld van een daadkrachtig ingrijpen? Onze vraag: Zouden de betrokken ministers willen reflecteren op de spanning tussen vrijheid en beheersing? En de uitweg die het kabinet in eerste instantie heeft gekozen waardoor de vrijheid van de burger en de controle door het parlement bedreigd werden? 

Voorzitter, het is juist deze dynamiek tussen beheersing en vrijheid die oud-senator Willem Witteveen (PvdA) mede tot de stelling bracht dat ‘wetten een kunstwerk’ moeten zijn. Hij baseerde zich met name op de Franse filosoof Foucault. Is deze wet een kunstwerk? Doet zij recht aan de fundamentele waarden met betrekking tot mens, overheid en samenleving? Onze fractie is van mening dat dankzij de adviezen van de Raad van State en de vele aangenomen amendementen in de Tweede Kamer de balans tussen deze waarden in hoge mate hersteld is. Toch ziet we de dominantie van het motief van de beheersing hier en daar nog steeds terug. Bijvoorbeeld, rond de parlementaire betrokkenheid bij de verlenging van deze wet. Die betrokkenheid had veel krachtiger kunnen zijn. Ook bij de artikelen over de veilige afstand gaat het mis. Bijvoorbeeld, ik mag mijn  buurvrouw van 94 niet helpen bij het in- en uitstappen van de auto als zij ergens heen gebracht moet worden.   

Desinformatie
Voorzitter,
ik kom tot mijn tweede thema: desinformatie. In 2010 verscheen van de hand van Naomi Oreskes en Erik Conway het boek Merchants of Doubt. How a handful of scientists obscured the truth on issues from tobacco smoke to global warming.  Dit jaar verscheen van David Michaels, een hoogleraar in de publieke gezondheid, het boek The Triumph of Doubt. Dark money and the Science of Deception. Deze boeken laten zien hoe gerenommeerde wetenschappers zich ontwikkelen tot handelaars in twijfel. Ze laten zien wat hun strategie is en waarom die zo invloedrijk is. De kern van hun aanpak is: zeg dat er niets aan de hand is, zeg dat er geen wetenschappelijk bewijs is, of produceer artikelen of filmpjes die wel wetenschappelijk lijken maar de toets van de wetenschappelijke kritiek niet kunnen weerstaan. Dat gebeurt nu ook. Ik ben blij dat de ministers – ik verwijs naar de Nota naar aanleiding van het verslag – daar oog voor hebben. Terecht zeggen zij dat de overheid hier geen directe taak heeft maar dat de wetenschap en journalistiek dat moeten oppakken. Ik beperk me tot het eerste punt: de rol van de wetenschap. 

Voorzitter, wetenschap kent een eigen dynamiek. Zeker in situaties dat een nieuw virus rondwaart waarvan de eigenschappen nauwelijks bekend zijn. Waarin niet altijd duidelijk is wat een feit is en wat een hypothese. Ook waarin er verschillen van opvatting zijn. Dán is het noodzakelijk dat de wetenschap zo goed als mogelijk onafhankelijk bedreven moet kunnen worden. In termen van artikel 58f van deze wet: op een veilige afstand van politiek en beleid. 

De vraag van onze fractie is: Herkent de minister het belang van het bestrijden van desinformatie? Herkent de minister dat – ik beperk me tot het Nederlandse taalgebied – die bestrijding geïntensiveerd zou moeten worden? Herkent de minister dat door het articuleren van het wetenschappelijke debat, het zoeken naar wetenschappelijke consensus en het identificeren van wetenschappelijke controverses, desinformatie bestreden kan worden? Zou de minister willen nadenken over mogelijke oplossingen om dat te realiseren? Zou hij zich willen inspannen om de ontwikkeling daarvan te stimuleren en te faciliteren? Kan de minister hier een toezegging doen? 

Voorzitter, Margaret Atwood biedt in haar trilogie geen enkele hoop. Hyper neoliberalisme, zo is haar boodschap, slaat alle hoop de grond in. Deze wet geeft de overheid een wettelijke basis om te handelen. Handelen geeft hoop. Onze fractie kan een zekere beperking van grondrechten verdedigen met het oog op de zorg voor kwetsbare en niet-kwetsbare mensen. Medische zorg moet voor elke burger beschikbaar zijn. Ten slotte, onze fractie wil graag het kabinet en de ministers een hart onder de riem steken. Uw verantwoordelijkheid is groot. Het is gemakkelijker om vanaf deze katheder kritiek te oefenen dan vanaf uw katheder goed beleid te ontwikkelen. In een goede democratie zijn beide nodig. Uw werk wordt gedragen door het gebed van veel christenen en veel kerken. 

Wij zien uit naar de antwoorden van de minister.  

Labels: ,