De CoronaMelder
Afgelopen vrijdag heb ik in twee klassen van groep 8 van basisschool de Schatgraver in Landgraaf het lespakket De Derde Kamer gebracht. Ook heb ik met de leerlingen gesproken over de democratie. Ik kreeg twee kritische vragen. Vragen waar ik blij mee was. Maar ook vragen waar ik mij voor schaamde. Zo vroeg een leerling mij: ‘Waarom moeten er minder Marokkanen in Nederland zijn?’ en een andere ‘Waarom schreeuwen ze in de Kamer zo tegen elkaar? Kunnen ze niet gewoon praten?’ Ik heb ze ook verteld hoe de Eerste Kamer werkt aan de hand van het debat van vandaag. De leerlingen hadden veel vragen over de CoronaMelder.
Twee van hun vragen zou ik graag aan de minister willen voorleggen:
-
Is het nu absoluut zeker dat de app helemaal werkt, of komen we er straks achter dat er een hele grote fout in zit?
-
Kan de Corona app ook in het buitenland gebruikt worden?
Wat betreft de laatste vraag: Landgraaf ligt tegen de Duitse grens aan. Ik heb de leerlingen ook uitgelegd wat een toezegging is. Ze zijn ook heel benieuwd welke toezegging de minister aan hen kan doen. Tussenhaakjes: de leerlingen hebben mij ook gevraagd wat er gebeurt als een minister zijn toezeggingen niet na komt. Ook daar heb ik antwoord op gegeven!
Cultuurverandering
Voorzitter, als eerste wil ik de minister en alle betrokken ambtenaren feliciteren met de CoronaMelder en met betreffende wet die vandaag voorligt. We hebben allemaal gezien dat het pad van de ontwikkeling van de CoronaMelder vol voetangels en klemmen was. Dat in het begin een verkeerd pad werd ingeslagen en dat er opnieuw begonnen moest worden. Dat hoort allemaal bij innovatie. Je krijgt dat er als het ware gratis bij. Maar nu is het zover. De fractie van de ChristenUnie is van mening dat er vandaag meer aan de hand is dan alleen een app en een wet. Er is ook sprake van een cultuurverandering op het ministerie. Wij noemen drie punten:
Als eerste, de overheid geeft het goede voorbeeld met het ontwikkelen van apps die voldoen aan de eisen van privacy by design, open source, dataminimalisatie en lokale opslag. We denken daarbij aan het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens: ‘De AP constateert met genoegen dat deze is ontworpen volgende ‘privacy by design’-standaard.’ Een mooi voorbeeld voor het bedrijfsleven. Ook een mooi voorbeeld voor alle overheden. Ik zeg dit ook tegen de achtergrond dat 78% van de leden van deze Kamer een account op Twitter heeft en 81% een account op LinkedIn: applicaties die meer persoonsgegevens verzamelen dan de CoronaMelder.
Als tweede, de minister heeft het aangedurfd om één van de grootste ‘privacy en securitynerds’ op dit gebied, Brenno de Winter, mede de leiding te geven over dit project. Dat er sprake was van een cultuurverandering blijkt uit een nieuw drieletterwoord dat gedurende de ontwikkeling van de app op het ministerie ontstond: BSB, Brenno’s Schrik Bewind.
Als derde, de minister heeft externe partijen zoals Radical Open Security (ROS) gevraagd om een audit te doen op de app en de bijbehorende technologie. Voorzitter, zo’n open benadering leidt tot een zekere kwetsbaarheid. Dat is ook de laatste dagen duidelijk geworden: kritische krantenartikelen en kritische vragen vanuit de Kamer. Wij begrijpen dat. Toch is onze duiding anders. In de visie van onze fractie is de genoemde kwetsbaarheid geen teken van zwakte maar juist een teken van sterkte. Het getuigd van lef om externe partijen audits te laten doen. Het is ook de enige manier om desinformatie tegen te gaan.
Wat betreft het laatste punt. Onze fractie zou de minister willen uitnodigen om de komende tijd met betrekking tot deze app nog meer onafhankelijk onderzoek te laten doen en de resultaten daarvan open en eerlijk te communiceren. Kan de minister dat toezeggen?
Vrijwilligheid en moreel appèl
Voorzitter, de leden van de fractie van de ChristenUnie hebben veel waardering voor het feit dat er een ethische analyse is gedaan van de notificatie app. De betreffende commissie benadrukt allereerst dat het gebruik van de app ‘geheel vrijwillig’ dient te zijn, en zegt vervolgens dat de overheid wel een ‘moreel appèl’ mag doen op burgers om de app te gebruiken in het kader van de ‘collectieve verantwoordelijkheid voor het tegengaan van de pandemie.’ In de visie van de ChristenUnie staat een morele oproep niet op gespannen voet met ‘vrijwilligheid’. In de morele oproep staat de zorg voor de ander centraal. Niet zo maar de ander: maar de kwetsbare ander. In dit verband zou ik ook willen wijzen op de Joods filosoof Emmanuel Levinas. Deze filosoof neemt zijn uitgangspunt niet in het individu, niet ik het ik, maar juist in de ander. Hij spreekt over het gelaat van de ander. Hij zegt: als ik de ander in het gelaat kijk dan zie ik haar of zijn pijn, verdriet en wanhoop en dan geeft deze mij de opdracht om voor haar of hem te zorgen. Dus: de ander (de patiënt) gebied mij (zorgverlener, familie) om maximaal goede zorg te geven. Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat de toon van Levinas een andere is dan die van burgers die de term ‘dor hout’ voor kwetsbare burgers in de samenleving gebruiken. Het perspectief van Levinas geeft een extra onderbouwing voor het doen van een moreel appèl. Mijn vraag aan de minister is: deelt hij de visie van de commissie dat de overheid een moreel appèl mag laten uitgaan naar de bevolking? Zo ja, hoe helder wil de minister dat doen? Kan de minister toezeggen dat hij dat heel helder zal doen? Kunnen ook raden van bestuur van zorginstellingen een moreel appèl doen uitgaan, zonder dat ze beschuldigd kunnen worden van misbruik? Kan de minister ook toezeggen dat bij de evaluatie van de CoronaMelder de balans tussen een helder moreel appèl en vrijwilligheid mede onderzocht wordt?
Zorgen
Voorzitter, met het afronden van de app en met de wettelijke onderbouwing daarvan begint de volgende uitdaging: de implementatie. Onze fractie maakt zich over drie dingen zorgen: a) voorlichtingscampagne, b) het gedrag van burgers, en c) het proces.
Ik begin met de voorlichtingscampagne. Ik wil de minister danken voor de beantwoording van de vragen met betrekking tot de verschillende wetenschappelijke publicaties over de corona app. Graag wil ik mijn ervaring met u delen. Door het lezen van de literatuur werden een aantal dingen mij veel duidelijker. Veel duidelijker dan ik tot nu toe uit alle campagnes had begrepen. Ik noem twee punten.
Als eerste, door het gebruik van de app kan elke burger op microniveau verschil maken. Als ik namelijk een notificatie krijg, dan kan ik in quarantaine gaan en voorkomen dat (kwetsbare) geliefden en derden mogelijk door mij besmet worden. Ik zou de minister willen vragen: kan dit in de campagne voor promotie van de app scherp gecommuniceerd worden? Kan de minister dat toezeggen?
Als tweede, door het gebruik van de app kan elke burger op macroniveau verschil maken. De wetenschappelijke literatuur laat zien dat vijf verschillende factoren essentieel zijn voor het uitdoven van het virus: 1) dat mensen met symptomen snel in isolatie gaan, 2) dat een hoog percentage van mensen met symptomen in isolatie gaat, 3) dat contacten van iemand met corona snel in quarantaine gaan, 4) dat een hoog percentage van de contacten van iemand met corona in quarantaine gaat, en 5) dat veel burgers de CoronaMelder gebruiken. Ik zou de minister willen vragen: kunnen deze vijf factoren in de campagne voor de promotie van de app scherp gecommuniceerd worden? Kan de minister dat toezeggen?
Ik kom nu tot het gedrag van burgers. Onderzoek van het RIVM laat zien dat het gedrag van burgers met betrekking tot isolatie en quarantaine sterk verbeterd kan en moet worden. Kan de minister aangeven hoe hij dit gedrag wil verbeteren? En met name gaat het ons om de vraag hoe hij dat wil verbeteren in de context van publiek wantrouwen in de overheid? Een sleutelgroep betreft jongeren. Hoe gaat de minister met hen communiceren? Hoe probeert hij hen te overtuigen de app te gebruiken en de regels met betrekking tot isolatie en quarantaine te volgen?
Ik kom nu tot het proces. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het belangrijk is dat mensen snel in isolatie gaan als ze symptomen vertonen. Het snel in isolatie gaan zal zonder meer bevorderd worden door een korte doorlooptijd van het proces van het maken van een afspraak, de afname van de test en het krijgen van de uitslag. De fractie van de ChristenUnie vraagt zich af wat de minimale doorlooptijd van dit proces is. Hieronder verstaat zij de optelsom van de procestijden van elke processtap. Ook vraagt zij wat de huidige gemiddelde doorlooptijd is (procestijd van alle stappen plus de wachttijden tussen de verschillende stappen). Welke acties neemt de minister om de gemiddelde doorlooptijd terug te brengen tot de minimale doorlooptijd? Welke acties neemt de minister om de totale procestijd verder te verkorten? Welke mogelijkheden zijn daarvoor aanwezig? Wat kan de minister toezeggen?
De fractie van de ChristenUnie is van mening dat het reduceren van de wachttijd alleen mogelijk is als de minister als beleid heeft dat er een overcapaciteit moet komen. Deelt de minister deze mening? Tevens wil de fractie zich aansluiten bij de vragen van collega's over de testcapaciteit en het mogelijke effect van de app op die capaciteit.
De fractie van de ChristenUnie kijkt uit naar de antwoorden van de minister. Bovenal kijkt zij ook uit naar en snelle en succesvolle invoering van de app.