De twee gezichten van de Miljoenennota
Volledige inbreng voor de Algemene Financiële Beschouwingen
De Miljoenennota heeft dit jaar een Januskop, een tweezijdig gezicht. De voorkant toont een zonnig financieel beeld van een economie die er goed voorstaat, nog steeds groeit en weinig werkloosheid kent. Maar de achterkant van de Januskop is somber en toont een beeld van turbulentie door de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, door geopolitieke spanningen, door economische terugval in buurland Duitsland, door de zorgwekkende overheidsfinanciën in Italië, en door de niet aflatende Brexit-perikelen. Ik vraag de minister hierop te reageren, en pleit voor een jaarlijkse schokproefanalyse om te onderzoeken hoe crisisbestendig onze economie is.
Voorzitter,
De Miljoenennota heeft een Januskop. De voorkant toont een zonnig financieel beeld van een economie die er goed voorstaat, nog steeds groeit en weinig werkloosheid kent. De overheidsschuld daalt onder de 50% bbp, de belastinginkomsten nemen toe en we hebben voor het vijfde jaar een begrotingsoverschot. Ook Europees gezien voert ons land de goede lijsten aan. De achterkant van de Januskop is somber en toont een beeld van turbulentie door de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, door geopolitieke spanningen, door economische terugval in buurland Duitsland, door de zorgwekkende overheidsfinanciën in Italië, en door de niet aflatende Brexit-perikelen. Een nieuwe economische crisis is niet ondenkbaar en zal ons land als open economie wederom fors raken. Dan zal moeten blijken hoe crisisbestendig onze economie is. De ChristenUnie-fractie betreurt het daarom dat deze Miljoenennota niet vergezeld ging van een nieuwe schokproefanalyse. Is het niet verstandig dat jaarlijks te doen?
Ik vraag in dit kader ook om een reactie op de waarschuwing van het IMF aan de eurozone om meer preventieve maatregelen te nemen om zich te wapenen tegen een economische omslag.
Deze financiële beschouwingen, voorzitter, worden gehouden tegen de dramatische achtergrond van stikstofcrisis en bouwcrisis. Het oplossen hiervan gaat tijd en vooral ook geld kosten. Mijn fractie vraagt naar de impact hiervan op de begroting 2020. In hoeverre is deze Miljoenennota eigenlijk nog actueel?
De ChristenUnie-fractie is blij met de dominantie van het Brede Welvaartsbegrip in de Miljoenennota. Wij hebben daar samen met andere fracties voor geijverd. Het geeft een veel completer beeld van het reilen en zeilen van Nederland. Het laat een land zien dat er in de kern goed bij ligt, maar ook grote uitdagingen kent rond de uitvoering van het klimaat- en pensioenakkoord, de woningmarkt, de migratie en het op orde houden van de publieke dienstverlening. Gelukkig is er geen sprake van ontsporende inkomensongelijkheid. De koopkracht verbetert volgend jaar met om en nabij 2% als gevolg van kabinetsbeleid en stijgende lonen. Het meest nog onder werkenden, wat minder onder uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. We zien gelukkig ook dat de middenklasse gaat profiteren.
Voorzitter, het meest opvallend aan deze Miljoenennota is dat het kabinet na 25 jaar de ijzeren Zalmnorm begraaft. Een norm die in het kader van trendmatig anticyclisch begrotingsbeleid een strikte scheiding maakt tussen inkomsten en uitgaven. Deze miljoenennota rekt de begrotingskaders op voor extra investeringen. Nu heeft de minister de lagere rente, de hogere belastinginkomsten en de dalende staatschuld natuurlijk aan zijn zijde, maar de paradigmawisseling gaat wel erg snel en vooral erg stil. De Raad van State was “not amused”.
Tijdens zijn twee eerste Financiële Beschouwingen mocht ik met de minister debatteren over de principes van de Jozef-economie: zorg in goede tijden voor buffers voor slechte tijden en houd de hand op de knip. Hij bleek een warm voorstander. Heeft de minister door het nieuwe verruimingsbeleid zijn eerdere financiële prudentie laten varen? De verslechtering volgend jaar van het structureel EMU-saldo is niet zonder zorgen. Een klein zetje en we duiken onder de Europese norm. De MLT-raming van gisteren door het CPB maakt ook niet echt vrolijk: de koopkracht duikelt naar nul vanaf 2025. De vergrijzing gaat nu echt aantikken. De collectieve zorguitgaven blijven groeien en klimmen in 2025 naar de €100 mld.
Tart het loslaten van de Zalmnorm niet de bestuurlijke stabiliteit en de financiële regie van de minister zelf? Hoe verhoudt zich dat tot het regeerakkoord dat spreekt van bestendiging van geldende begrotingsnormen? De Zalm-norm is niet sacrosanct, maar we hebben wel begrotingskaders nodig waar we aan vasthouden. Welke nieuwe norm gaan we hanteren, zo vraag ik de minister?
Voorzitter, spaarders voelen zich verlamd door de dreiging van negatieve rente op hun tegoeden. In de Tweede Kamer gaf de minister aan niet te voelen voor een verbod op negatieve rente – zoals dat in sommige andere landen inmiddels wel geldt – maar wilde eerst het gesprek met de banken aangaan. Ik begrijp dat dit gesprek heeft plaatsgevonden en hoor graag de uitkomsten daarvan. Welke opties zijn er? ABN AMRO is inmiddels in beweging gekomen. De psychologische dreun van negatieve rente op spaarders zal hard aankomen en knagen aan het vertrouwen in onze financiële instituties. Dat is slecht voor ons land, zeker na een financiële crisis die alle Nederlanders heeft geraakt.
De lage rente heeft gevolgen voor tal van dossiers. Vooral voor het pensioendossier. De ChristenUnie-fractie deelt de zorg van gepensioneerden over dreigende korting. Wij zien uit naar de brief van het kabinet hierover die ons uiterlijk morgen moet bereiken. Hoewel de groep gepensioneerden als collectief niet armlastig is, is het een slechte zaak dat we hen nu al tien jaar aan de zijlijn houden. Dat is niet goed voor de maatschappelijke cohesie. Dat is niet goed voor een generatie die zo bepalend is geweest voor de naoorlogse opbouw van ons land.
Tegelijk moet we vaststellen dat de discussie over de rekenrente ook een groep raakt die niet aan tafel zit: de jongste generatie Nederlanders. Hun belangen moeten veel centraler in het pensioendebat staan, ook in dit huis. Deelt de minister deze insteek? Intergenerationele rechtvaardigheid is een groot goed en mijn fractie zal nieuwe voorstellen rond de rekenrente consistent op dit punt beoordelen.
Voorzitter, deze minister heeft zich verbonden met de zorgen van de middenklasse in ons land. Deze Miljoenennota getuigt daar van. Mijn fractie vraagt aandacht voor de groep die daar tegen aan schuurt: werkende Nederlanders die eigenlijk in armoede leven. Het SCP-rapport ‘Als werk weinig opbrengt’ geeft een eerste beeld van deze groep werkende armen. Het gaat daarbij vooral om zzp-ers en flexwerkers. Een groep die in de tombola van toeslagen soms net aan het kortste eind trekt. Hebben de bewindslieden deze groep van ‘working poor’ op het netvlies en zijn er ideeën binnen het kabinet hoe we deze kwetsbare groep verlichting kunnen bieden?
Armoede, of je nu werkt of niet, is afschuwelijk en we moeten er alles aan doen om dit te voorkomen. Dat geldt zeker voor kinderarmoede, een zwarte vlek op ons welvaartsblazoen. Het is voor mijn fractie niet te verteren dat het kabinet zo’n moeite heeft met het formuleren van een kwantitatieve doelstelling om kinderarmoede tegen te gaan. Een op de negen kinderen leeft nu in armoede. We hanteren op tal van beleidsterreinen kwantitatieve reductiedoelstellingen, waarom kan dat hier niet? Het kabinet moet hier echt meer uit de kast halen. Deze kamer heeft daar wijze moties over aangenomen.
De koopkrachtkloof tussen eenverdieners en tweeverdieners is al jaren een doorn in het oog van mijn fractie. Vooral de algemene heffingskorting en de arbeidskorting zijn daar debet aan. Het verschil in marginale druk tussen beide groepen is niet uit te leggen. Gelukkig ervaart het kabinet deze kloof ook als pijnlijk en wil het de verschillen niet verder laten oplopen. Dat lukt bijna. De vraag blijft welke ruimte de bewindslieden nog zien om de ongelijke behandeling van een- en tweeverdieners om te buigen, ook na het onderzoek dat is uitgezet. Welke van de gepresenteerde beleidsvarianten heeft de voorkeur? Het kabinetsverhaal gaat hier een beetje als een nachtkaars uit. Zijn de heffingskorting en arbeidskorting niet aan het einde van hun fiscaal latijn om arbeidsparticipatie te bevorderen? Zijn ze nog wel effectief? Mijn fractie is overigens blij dat gezinnen met kinderen op een stevige koopkrachtverbetering van 2,6% mogen rekenen, de hoogste verbetering van alle groepen.
Dan, voorzitter, een blik op het Europese speelveld. De Duitse minister van financiën, Olaf Scholz, kwam recent met voorstellen hoe een Europees depositogarantiestelsel op te tuigen om daarmee de bankenunie af te ronden. Hoe beoordeelt de minister deze Duitse draai? Nederland en Duitsland trokken hier immers gelijk op. Komt Nederland hiermee geïsoleerd te staan? Kern van verzet tegen dit garantiestelsel is dat sterke landen opdraaien voor falend beleid van zwakke landen. Mijn fractie vraagt de minister naar de precieze Nederlandse positie en hoe hij zich de afronding van de bankenunie voorstelt.
De afgelopen weken brandde een verwijtende discussie los over de Nederlandse bijdrage aan de Europese Unie. Er zit zo’n €5 miljard verschil tussen de Brusselse en Haagse berekeningen. De minister wordt door Brussel verweten dat hij de Nederlandse burgers verkeerd informeert. Dat zijn grote woorden. De ChristenUnie-fractie krijgt graag een appreciatie van de ontstane situatie.
Voorzitter, veel partijen hebben knarsetandend kennis genomen van het nieuwe investeringsfonds. Een fonds dat het verdienvermogen van Nederland op de lange termijn wil versterken. De onvrede richt zich vooral op het ontbreken van een concreet plan en budget. Mijn fractie begrijpt dit, maar voelt zich aangesproken door de ambities van dit toekomstfonds. We moeten ons innovatiepotentieel ontginnen en op peil houden, onze economie duurzaam maken en concurrerend houden. We willen komende generaties jongeren van een goede toekomst verzekeren.
Nederland, voorzitter, is toe aan een ronde groots denken. Het verdienmodel zou het brede welvaartsbegrip als richtsnoer kunnen nemen. We moeten daar niet alleen gevestigde belangengroepen maar ook nieuwe en vooral jonge spelers bij betrekken. Ik noem de bruisende Nederlandse startupwereld die zeker hun denkkracht zal willen aanbieden. Ik noem de inspirerende wereld van sociaal ondernemerschap. De ChristenUnie-fractie is benieuwd of de minister zich in deze oproep herkent en een bemiddelende rol op zich wil nemen.
Voorzitter, ik sluit af. De begroting 2020 bevat veel dat dankbaar stemt. Alle groepen gaan erop vooruit. De koopkrachtverschillen ontsporen niet. Er is €3 miljard beschikbaar voor lastenverlichting voor huishoudens. Er gaat veel geld naar publieke voorzieningen. Internationaal zijn er grote zorgen die, als het mis gaat, de Nederlandse economie stevig zullen treffen. Prudent begrotingsbeleid blijft geboden.
De ChristenUnie-fractie wenst de beide bewindslieden veel wijsheid en Gods zegen bij het op orde houden van de overheidsfinanciën.
Ik kijk uit naar de antwoorden op onze vragen.