“Noem mijn naam, en ik besta”
“Noem mijn naam, en ik besta.” Zo schreef een moeder van een levenloos geboren dochter mij. Het noemen van haar naam, het is de bevestiging van haar bestaan.
De erkenning van kinderen die levenloos ter wereld zijn gekomen of kort daarna overlijden is van groot belang voor ouders. Het verdriet is enorm groot als je dit overkomt. Het doet dan ook extra pijn als je kind voor de wet nooit heeft bestaan. Want je kind heeft wel degelijk echt bestaan en de ouders zijn ook echt ouders geworden van dit kind.
En toch bestaat de mogelijkheid nog niet om de naam van een levenloos geboren kindje vast te leggen. De moeder die mij schreef startte daarom met andere ouders een petitie met als missie dat levenloos geboren kinderen ook worden erkend en zichtbaar zijn in de administratieve systemen van de overheid. Ruim 82.000 mensen tekenden de petitie «Ik wil ook in het BRP!». Het laat zien hoe breed de behoefte aan erkenning leeft.
De petitie leidde er toe dat we vandaag in de Tweede Kamer spraken over een wetsvoorstel, ingediend door het kabinet, om die mogelijkheid alsnog te bieden. Door de naam van een levenloos geboren kind bij de gegevens van de ouders, als zij dat wensen, in de Basisregistratie Personen op te nemen. Dat is het register waar alle inwoners van Nederland in staan.
Dat met dit wetsvoorstel de oproep van de ouders en de vele ondertekenaars van de petitie omgezet wordt in wetgeving, is heel mooi. De initiatiefnemers zaten vandaag op de publieke tribune om het debat te volgen en zagen hoe eensgezind de Tweede Kamer was in de steun voor deze wet.
Met deze stap komt terecht tot uitdrukking dat elk leven waardevol is, hoe kort het ook is geweest en of het kindje bij de geboorte leefde of niet.
Vandaag zetten we de stap naar erkenning van deze kinderen.
Noem hun naam, en zij bestaan.