Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat Wet kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs

dinsdag 23 april 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderwerp:   Wet Kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs (33 519) plenaire afronding

Kamerstuk:    33 519

Datum:            23 april 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. We zijn al bijna negen uur aan het debatteren over de kwaliteit in het hoger onderwijs. Wat ons betreft is het die tijd ook waard, want je verwacht een goede kwaliteit van het hoger onderwijs. Daarvoor moeten wij ons inzetten en daarvoor zetten docenten zich in. Voor studenten maakt het echt een verschil voor hun toekomst. Wat ons betreft, is het die tijd dus waard, maar ik zal aan deze termijn niet de tien minuten besteden waarvoor ik mij had ingeschreven, voorzitter. Dit ter geruststelling.

Ik beperk mij vandaag tot de heikele punten die zijn overgebleven na het debat van gisteren. Collegegelddifferentiatie is dan toch het hoofdonderwerp. Gisteren heb ik duidelijk gemaakt dat wat mijn fractie betreft niet het geld maar het talent doorslaggevend moet zijn bij de vraag of iemand voor een excellente studie in aanmerking komt. Daarnaast hebben wij aangegeven dat wij ons wel kunnen voorstellen dat er enige financiële ruimte ontstaat voor instellingen om excellente programma's aan te bieden. Daarbinnen hebben wij gelaveerd en zijn wij tot een amendement gekomen dat regelt dat maximaal tweemaal het wettelijk collegegeld gevraagd kan worden voor een excellente opleiding.

De heer Rog is in dit debat zo ongeveer de grootste pleitbezorger geworden van mijn amendement. Dat is heel verheugend. Hij koppelt het echter aan zijn eigen amendement, dat hij samen met de heer Duisenberg heeft ingediend. Ik heb even getwijfeld over dit amendement van de heren Duisenberg en Rog. Ik heb al aangegeven dat mijn aarzeling erin zit dat ik niet wil dat straks alle universiteiten kunnen zeggen "kijk mij eens een excellent programma hebben", terwijl wij niet kunnen controleren of dat zo is. Ik hoef het natuurlijk ook niet te controleren, maar er moet in ieder geval een soort toetsing op plaatsvinden. Ik proef dat er bij de indieners van dit amendement ruimte ontstaat om te kijken wat er mogelijk is. Ik wil graag van de minister weten hoe zij daar tegenover zou staan. Wat zou zij vinden van het amendement-Duisenberg/Rog als dat wordt uitgebreid met bijvoorbeeld een toetsing door de NVAO? Dit is belangrijk voor mijn afweging hoe tegen dit amendement aan te kijken. Het moet dan wel in combinatie met maar maximaal tweemaal het wettelijk collegegeld. Vijfmaal blijft voor ons echt far too much.

Ik kom te spreken over de schakelprogramma's. Er ligt een amendement voor waarin het wettelijk collegegeld opgerekt kan worden naar 60 ECTS. Het is een goede poging, maar wat ons betreft moeten die schakelprogramma's gewoon worden geïntegreerd in het hbo. De minister had het hier gisteren ook al over. Nu zijn we allerlei noodverbanden aan het aanleggen waarbij het heel arbitrair is hoe lang het moet duren en hoeveel punten eraan moeten worden besteed. Laten we er gewoon voor zorgen dat er een kans komt voor studenten om goed voorbereid te zijn op de aansluiting naar het wo-traject. Wat ons betreft moet de oplossing veel meer daar gezocht worden.

Het beter integreren in de vooropleiding is wel een oplossing, maar deze ontwikkeling staat nog wel in de kinderschoenen, hebben wij geconstateerd. Daarom zie ik mij genoodzaakt om een motie in te dienen, hoewel ik proef dat de minister ongeveer op dezelfde lijn zit als wij zitten. Ik wil echter graag haar mening hierover horen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het wetsvoorstel Kwaliteit in verscheidenheid verhoogd collegegeld toestaat voor schakelprogramma's van meer dan 30 ECTS, maar dat deze premasters op dit moment meestal langer zijn dan 30 studiepunten (ECTS);

overwegende dat schakelprogramma's van groot belang zijn voor hbo-studenten die willen instromen in een wo-master;

van mening dat in de nabije toekomst het integreren van (delen van) schakelprogramma's in hbo-bacheloropleidingen een oplossing kan zijn om tot programma's van 30 ECTS te komen;

verzoekt de regering, de artikelen die de mogelijkheid geven voor instellingen om verhoogd collegegeld te vragen voor schakelprogramma's (33519, onderdeel BB), niet in werking te laten treden voordat is voldaan aan de eis dat schakelprogramma's beter geïntegreerd zijn in de vooropleiding en de Kamer bij een eventuele latere inwerkingtreding te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (33519).

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Een onderwerp van discussie dat gisteren ook nog bleef liggen tussen ons en de minister betrof de selectie voor de masters. De minister wil af van de doorstroommaster. Zij geeft daarvoor als argument dat de bachelor een volwaardige, arbeidsmarktrelevante opleiding moet zijn. Ik heb al gezegd dat er een heel rare situatie kan ontstaan als iemand die een bachelor bedrijfskunde heeft, straks moet gaan leuren om nog de master bedrijfskunde te kunnen volgen. Dat ik de studie bedrijfskunde noemde, is overigens niet geheel toevallig, want ik heb die studie zelf gevolgd. Wij vinden dat echter een heel rare situatie. Ik vraag de minister dus wat het werkelijke motief is achter het schrappen van de doorstroommaster. Is dat echt de kwaliteit? Of heeft de minister ook als motief dat het wel een tandje minder kan met de doorstroom? Als dat zo is, dan zou dit een oneigenlijke manier zijn om dat te regelen.

Los daarvan vinden wij dat iemand die een goede vooropleiding heeft, namelijk een bachelor, en naar een verwante masteropleiding wil doorstromen, dat gewoon moet kunnen doen. Daar staat het woordje "verwante", roep ik nog even tegen de heer Van Dijk. Ik heb samen met de heer Van Dijk een amendement ingediend waarmee wij beogen dat bachelorstudenten die willen doorstromen naar een verwante masteropleiding, daartoe toegang krijgen. Ik hoor graag de reactie van de minister daarop.

Wij hebben ook kort gesproken over de basisjaren, de tussenjaren. Dat zijn zeer waardevolle particuliere initiatieven om studenten beter voorbereid te laten toestromen naar hbo of wo. De minister geeft zelf aan dat het inderdaad een programma is dat uitstel later beperkt. Het levert de overheid daarmee dus ook veel rendement op, zou ik zeggen, terwijl mensen het uit hun eigen zak betalen. Die basisjaren komen nu erg in de knel vanwege het leenstelsel dat mogelijkerwijs volgend jaar wordt ingevoerd. Ik wil graag dat de minister in gesprek gaat met de instellingen die de basisjaren aanbieden. Zij was daar niet toe bereid, daarom dien ik er een motie over in en laat ik de Kamer zich erover uitspreken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat basisjaren en tussenjaren een forse terugval zien in hun inschrijving voor komend jaar in verband met de mogelijke overgang naar een leenstelsel;

constaterende dat basisjaren en tussenjaren een positieve bijdrage leveren aan een goede studiekeuze en het terugdringen van uitval;

verzoekt de regering, in overleg te gaan met de instellingen die basis- of tussenjaren aanbieden over de problemen waar zij mee worden geconfronteerd, om te bezien of er mogelijkheden zijn om de problemen te ondervangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 40 (33519).

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Rest mij om de minister veel succes te wensen bij de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs, waarbij wij vaak aan haar kant staan. Soms niet helemaal, maar misschien kan zij ons tegemoetkomen!

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november