Reactie op de gepresenteerde stikstofplannen
De breuklijnen in onze samenleving werden zelden zo zichtbaar als in de stikstofcrisis. Na een zomer vol protest deed Remkes met zijn woorden en advies recht aan “de oprechte wanhoop in de ogen van redelijke mensen”, onze boeren. Met de vandaag gepresenteerde plannen gaat het kabinet verder in dat spoor. Het pakt de opgaven voor natuur en water concreet aan én biedt een uitgestoken hand om samen met de agrarische sector te werken aan een volhoudbare landbouw voor boer, bodem, natuur, water, klimaat en platteland.
Goed dat minister Adema vaart maakt met het Landbouwakkoord dat toekomst en duidelijkheid geeft voor de hele sector. Dat vraagt ook een bijdrage van de andere partijen in de keten, zoals banken, leveranciers en supermarkten, die nu verdienen aan de boer, terwijl boeren vaak te weinig krijgen. Dat de minister deze bijdrage vraagt van spelers in de agroketen en zonodig gaat afdwingen is een terechte stap.
Goed ook dat de overheid, na druk van de ChristenUnie in provincies en landelijk, eindelijk de regie op de handel in stikstof naar zich toetrekt. Het recht van de sterkste mag niet langer meer gelden, zoals dat van Rijkswaterstaat met hun boerderijenjacht bij de verbreding van de A27. Het komt aan op een rechtvaardige verdeling van de schaarse stikstofruimte, waarbij - in de volgorde van Remkes - natuurherstel, het helpen van PAS-melders en het weer mogelijk maken van woningbouw voorop staan. Het kabinet moet dit voornemen snel uitvoeren door beleidsregels aan te scherpen en de stikstofbanken aan het werk te zetten. Wij maken ons namelijk ernstig zorgen dat, ondanks alle mooie woorden, PAS-melders te lang moeten wachten op legalisatie.
Het stikstofprobleem is een probleem van ons allemaal. Óók industrie en (vlieg)verkeer moeten leveren, maar die bijdrage is nog altijd niet concreet. De ministeries van IenW en EZK en de daaraan gelieerde sectoren mogen niet hun snor drukken. Je kunt boeren niet vanalles opleggen, terwijl duidelijkheid over de reductieopgave voor industrie en mobiliteit uitblijft. De ChristenUnie wil dat het kabinet hier doorpakt.
Diezelfde zorg heeft de ChristenUnie over de vrijwillige opkoopregelingen. Deze zien er op papier mooi uit, maar gaan pas in april open, en alleen als Brussel deze tijdig goedkeurt. Tegelijk sluit het kabinet verplichtende instrumenten niet uit, terwijl we allemaal weten: het juridische spoor is vaak het traagste spoor. Voor snelle stikstofreductie werkt vrijwillige ruimhartige opkoop, het stellen van normen en het bieden van ruimte aan innovatie en ondernemerschap veel en veel sneller. En dat is cruciaal voor PAS-melders, die nu te lang in onzekerheid verkeren.
Last but not least is het goed dat er een einde komt aan de geitenpaadjes en natuurherstel echt voorop komt te staan. En dat water eindelijk de sturende rol krijgt die het verdient in ons waterland. Tegelijkertijd vraagt dat, als het grondwaterpeil stijgt, soms verstrekkende en kostbare aanpassingen van boeren. Daarom is het belangrijk dat het Landbouwakkoord er snel komt, dat per gebied wordt gekeken wat er nodig en mogelijk is en dat boeren zekerheid krijgen dat in deze gebieden ook met een minder intensieve vorm van landbouw een goede boterham te verdienen is.