Regionalisering van onze voedselproductie is onvermijdelijk (opinie Foodlog)
Nederland kent lage voedselprijzen en is de tweede landbouwexporteur ter wereld. We zijn er trots op. Terecht? De Russische boycot laat zien dat een kentering in ons landbouwbeleid nodig is, schrijft Carla Dik-Faber op foodlog.nl.
Als we de cijferaars van het CPB mogen geloven, hebben we de economische crisis achter ons gelaten. Dat is mooi, natuurlijk. Nederland is een handelsland en vooral dat heeft ons er bovenop geholpen. Ten tijde van de crisis was de export van landbouwproducten, samen met de haven van Rotterdam, de belangrijkste pijler die zorgde voor enige economische groei. Er is echter ook een keerzijde. De Russische boycot maakt duidelijk hoezeer ons land afhankelijk is van export naar landen met instabiele regimes. Vele tomaten- en paprikatelers hebben een belangrijk afzetkanaal verloren. Tuinbouwbedrijven en de zuivelsector worden getroffen door de importbeperkingen van Poetin. Ineens is er sprake van een flink productieoverschot. De consument vaart er wel bij, maar de prijzen voor boeren en tuinders komen (nog) verder onder druk te staan. En dan blijkt ook nog eens dat de oogst flink tegenvalt door de natte zomer.
De Nederlandse agrosector is in beweging. Of beter gezegd: in beroering. Poetin mikt en schiet raak. De Nederlandse regering spant zich in voor maatregelen om bedrijven te ondersteunen. Bedrijven kunnen werktijdverkorting en een WW-uitkering aanvragen voor hun personeel. Dat klinkt goed, maar is deze maatregel wel effectief in een sector die veel werkt met seizoensarbeid en waar de oogst gewoon binnen gehaald moet worden? Dan is er de mogelijkheid van kredietgarantie. Een goede stap, maar het zijn wel bedrijven die de eerste stap moeten zetten in financieel onzekere tijden. Ook is de overheid bereid de sector te steunen in de zoektocht naar nieuwe exportkanalen. De vraag is hoe realistisch deze maatregel is, die zeker op de korte termijn geen effect zal sorteren. Het was al moeilijk om de Russische markt te veroveren. Andere markten waren al lang gevonden als de deuren hier wijd open stonden. Steeds hogere fytosanitaire eisen, dus eisen op het gebied van plantgezondheid, maken het zoeken naar nieuwe afzetkanalen niet makkelijker. Financiële steun vanuit Europa is eigenlijk het enige dat echt soelaas biedt. Het is pure winst dat het geld vooral bedoeld is om producten op te kopen voor de voedselbanken. Maar nu de oogsten mager zijn en de prijzen stijgen, is het maar de vraag in hoeverre boeren en tuinders een beroep op Europese steun kunnen doen.
De Nederlandse land- en tuinbouwsector is kwetsbaar. Veel boeren produceren voor de wereldmarkt en kiezen daarbij voor productiemaximalisatie, om ondanks te kleine marges toch nog een redelijke boterham te verdienen. Valt een exportmarkt weg, zoals Rusland, dan is niet 1-2-3 een andere afzetmarkt of een (financieel) vangnet gevonden. Dat hoort bij ondernemerschap, zou je kunnen zeggen. Boeren die echter niet kiezen voor een niche-product of verbreding van hun bedrijf met bijvoorbeeld een camping, zijn overgeleverd aan de grillen van de wereldmarkt. Schaalvergroting en nog meer efficiëntie in de bedrijfsvoering zijn dan geen keuze meer, maar een must om het hoofd boven water te kunnen houden. Het traditionele gezinsbedrijf komt daardoor steeds verder onder druk te staan. Iedere week stoppen 50 boeren, vooral omdat er geen bedrijfsopvolger is. Slechts 4% van de boeren is onder 35 jaar. Wat zegt dit over de toekomst van onze landbouw?
Niet alleen de afhankelijkheid van export en druk vanuit het buitenland maakt onze agrosector kwetsbaar. Ook het handelen door de supermarkten is onbehoorlijk. We hebben weliswaar voedsel in overvloed, maar daarvoor betalen we slechts 10% van ons besteedbaar inkomen. De inkooporganisaties van supermarkten dicteren de prijzen en boeren en tuinders zijn daarvan de dupe. De actie #SamenSterk voor onze boeren en tuinders was een schot in de roos. Heerlijk om te zien hoe de supermarktbranche, steeds meer gericht op de wereldmarkt en op de laagste prijs, producten van eigen bodem onder consumenten promoot. In feite maken supermarkten zichzelf ronduit belachelijk. Waarom zijn tomaten uit het Westland nu prima en moesten ze vorige maand nog uit Verweggistan komen? En krijgen boeren en tuinders nu wel een eerlijke prijs? Het is afwachten of het nieuwe inkoopbeleid stand houdt, maar eigenlijk weet ik het antwoord al. In een open wereldmarkt is de laagste prijs leidend.
Voor de korte termijn zijn steunmaatregelen voor de agrosector onontbeerlijk, maar we moeten dit moment aangrijpen om tot een duurzamer verdienmodel voor onze boeren te komen. Van Nederland exportland nummer 1 maken, zoals de VVD wil, is niet realistisch en ook niet wenselijk. Alle pijlen richten op de export maakt ons land kwetsbaar. Bovendien zijn er letterlijk en figuurlijk grenzen aan wat Nederland kan produceren. Terug naar het kleinschalig boeren, wat de SP voorstaat, is ook geen begaanbare weg. Dan is het einde export en valt het doek voor de meeste bedrijven. Afgelopen week pleitte CDA-voorman Sybrand van Haersma Buma voor zelfvoorzienende landbouw. Eindelijk ziet ook het CDA in dat een kentering in ons landbouwsysteem noodzakelijk en zelfs onvermijdelijk is. De ChristenUnie pleit al jaren voor regionalisering van de voedselproductie. Niet terug achter de dijken, maar wel inzetten op een landbouwsector die handelt op een Europese markt. De grootschalige import van graan uit de VS en soja uit Brazilië is niet duurzaam en op termijn niet houdbaar. Wie de schepping wil bewaren en oog heeft voor de positie van boeren en tuinders, kan maar tot een conclusie komen. Regionalisering van onze voedselproductie in Europa is onvermijdelijk.
De ChristenUnie roept het kabinet daarom op in Europa het voortouw te nemen bij het opstellen van een Europese strategie voor regionalisering van de voedselproductie. Waar bedrijven alleen maar willen doorgaan op de huidige weg, en soms niet anders kunnen, moet de overheid leiderschap tonen. Laten we nu alvast nadenken over een Europees landbouwbeleid post-2020. Een landbouwbeleid gericht op een duurzame voedselproductie in Europa, gericht op meer zelfvoorziening en met een eerlijke margeverdeling in de keten. Met een plan voor stimulering van de eiwitproductie in Europa en van grondgebondenheid in de veehouderij. En laten we onze goede concurrentiepositie vooral benutten om markten dichtbij te bedienen, dus liever peren naar Beieren dan naar Brazilië.
Reacties op 'Regionalisering van onze voedselproductie is onvermijdelijk (opinie Foodlog)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.