Landbouw
Boeren, tuinders en vissers leveren producten die we dagelijks op ons bord vinden. De ChristenUnie heeft grote waardering voor hen en hun levensbelangrijke producten. Vaak zijn het familiebedrijven die, met inzet van veel tijd en veelal tegen te lage prijzen, ons van voedsel voorzien en voor onze omgeving zorgen. Intussen dragen ze bij aan ons prachtige Nederlandse landschap en geven ze als rentmeesters invulling aan Gods opdracht om de schepping te bewerken en te bewaren. We waarderen onze agrarische sector. Tegelijkertijd stellen we vast dat de richting waarin het landbouw- en voedselsysteem zich onder invloed van beleid en commerciële belangen heeft ontwikkeld tot een verstoring van het evenwicht met omgeving en natuur heeft geleid. De ChristenUnie streeft naar een meer extensieve en natuur-inclusieve landbouwsector, met uiteindelijk een kleinere veestapel en minder veevoer van ver, passend in de omgeving. Daarnaast heeft landbouw, net als andere sectoren, een bijdrage te leveren aan het beperken van de klimaatverandering.
In de landbouw wordt sinds eeuwen gebruik gemaakt van kringlopen, waarbij dieren naast melk, vlees en eieren ook de mest produceerden die op de akkers werd gebruikt om de gewassen te laten groeien. Dit kringloopmodel is vandaag opnieuw nodig. We willen kringlopen van voedingsstoffen en mineralen die op lokaal, regionaal en nationaal niveau in balans zijn. We willen werken aan een landbouwsector die duurzaam verbonden is met landschap en natuur en oog heeft voor dierenwelzijn.
In balans met de omgeving en de natuur
De ChristenUnie wil werken aan een vitale agrarische sector, die zowel wat betreft omvang als werkwijze in balans is met de omgeving. We volgen het principe om bodem en water als sturend te beschouwen voor wat kan en moet. We willen stimuleren door het goede te belonen, we willen ontmoedigen door vervuiling of emissies te beprijzen (belasten) en te normeren. Wij willen boeren fair belonen voor de groene diensten en het beheer dat ze leveren.
Maak grondgebondenheid een randvoorwaarde. We werken de komende 10 tot 15 jaar toe naar een grondgebonden melkveehouderij, die in balans is met de omgeving en het benodigde ruwvoer op eigen grond of in de directe omgeving produceert. Dat past helemaal bij het kringloop-principe. Grondgebondenheid kan op verschillende manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld met een combinatie van een maximaal aantal koeien en maximale melkproductie per hectare.
Start een kenniscentrum bedrijfsovername en -start. De overheid start in samenwerking met NAJK, LTO en de banken een Kenniscentrum Bedrijfsovername en -start, met als doel jonge boeren te begeleiden bij een bedrijfsovername en/of bedrijfsstart. Ook zorgen we voor vestigingssteun als een duwtje in de rug.
Sluit de nutriëntenkringlopen. We willen een sluitende kringloop van mest, gewas, voer, voedsel en restproducten bij voorkeur op lokaal niveau. Op deze manier gebruiken de akkerbouw, tuinbouw en veehouderij de grondstoffen en reststromen van de voedingsmiddelenindustrie en elkaars voedingsketens. Daarbij is het van belang dat de omvang van de verschillende vormen van landbouw goed op elkaar zijn afgestemd.
Waardevolle producten uit mest. De intensieve niet-grondgebonden veehouderij, bijvoorbeeld met varkens en pluimvee, moeten hun mest verplicht verwerken. Deze bedrijven hebben over het algemeen niet voldoende eigen grond om de kringloop, inclusief alle geproduceerde mest, te sluiten. Overtollige mest moet worden verwerkt tot waardevolle producten.
Verbeter de bodemvruchtbaarheid. Een boer die goed voor zijn grond zorgt, is een goede boer. De productie en het gebruik van kunstmest dragen bij aan de stikstof-disbalans in de agrarische sector. Het produceren van kunstmest kost ook nog eens veel energie. Daarom streven we ernaar het gebruik van kunstmest in de akkerbouw te vervangen door groenbemesters, meer vlinderbloemige (eiwit)gewassen in het bouwplan, dierlijke mest en reststromen als maaisel. Hiermee bevorderen we de samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers rond mest. Daarnaast werken we aan aanpassingen van nationale en Europese mestregels, zodat deze dienstbaar worden aan de kringlooplandbouw en betere zorg voor de bodem mogelijk maken.
Een Europese omslag naar kringlooplandbouw. De EU wil met haar Green Deal en van boer tot bord-strategie de landbouw verduurzamen en klimaatneutraal maken. Kringlooplandbouw past daarin. Het Europese landbouwbeleid moet ervoor zorgen dat het aantrekkelijk en lonend wordt voor boeren om maatregelen te nemen op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit. Dat kan bijvoorbeeld door inkomensondersteuning te koppelen aan vergroening (randvoorwaarden) en duurzaamheidsprestaties.
Ontwikkel een duurzaamheidsdashboard. De ChristenUnie is voorstander van zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften. Wij willen ondernemers ruimte geven en aanspreken op hun ondernemerschap (de boer aan het stuur). Er wordt een duurzaamheidsdashboard ontwikkeld dat ondernemers inzicht geeft in hun beheer- en milieuprestaties en handelingsperspectief geeft om deze prestaties bij te sturen en te verbeteren. Aan dit instrument worden beloningen en heffingen/sancties verbonden. Op deze manier wordt boeren de mogelijkheid geboden om via doelsturing milieudoelen te bereiken.
Geen teelten die gevoelig zijn voor uitspoeling. Om waterkwaliteit te beschermen, kunnen sommige gewassen beter niet meer op bepaalde bodemsoorten geteeld worden. Door hier heldere richtlijnen over te geven, kunnen we af van kalenderlandbouw met verplichte oogstdata.
Stel een CO2-heffing en beloning in. De ChristenUnie wil boeren ruimte geven en tegelijkertijd de maatschappelijke kosten vertalen in prijzen. Daarom komt er een heffing op de uitstoot van broeikasgassen in de veehouderij, waarbij het onvermijdelijke deel van de uitstoot vrijgesteld wordt, en er komt een financiële beloning voor opslag van CO2 in de bodem, waarbij boeren worden gestimuleerd om door grondwaterpeilverhoging CO2 vast te houden. Ook vezelteelten voor de bouw en isolatie van huizen gaan we beter stimuleren.
Ga zorgvuldig om met landbouwgrond. Er komt een Afwegingskader functieverandering landbouwgrond om zorgvuldig om te gaan met landbouwgrond en de juiste afwegingen te maken bij functiewijziging. Dit wordt juridisch geborgd in de AMvB ‘Borging Kwaliteit Leefomgeving (BKL)’ onder de Omgevingswet.
Stel regionale grondbanken in. Als boeren besluiten hun bedrijf te stoppen, kan de grond via de grondbanken opnieuw met aantrekkelijke pachtvoorwaarden (inclusief gebruikscondities) worden uitgegeven via grondbanken. Hierdoor blijft landbouwgrond zoveel mogelijk beschikbaar voor de landbouw, zodat de omslag naar kringlooplandbouw kan worden gemaakt.
Naar een duurzame toekomstbestendige glastuinbouw. De Nederlandse glastuinbouw wordt gestimuleerd zoveel mogelijk om te schakelen naar een circulair systeem. Een duurzame energievoorziening is daarbij onmisbaar, bijvoorbeeld door gebruik te maken van aardwarmte en restwarmte uit andere sectoren. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie wordt losgekoppeld van de aardgasprijs. Ook worden zo efficiënt mogelijk voedselgewassen en sierproducten geteeld zonder emissies (bijvoorbeeld van gewasbeschermingsmiddelen) naar bodem, water en lucht. CO₂ wordt uit de lucht gehaald of afgevangen door de industrie en hergebruikt in de kas. Het Convenant Energietransitie Glastuinbouw voeren we onverminderd uit op weg naar een klimaatneutrale glastuinbouw in uiterlijk 2040. Voor een toekomstbestendige glastuinbouw willen we krachtige tuinbouwclusters ruimtelijk concentreren en stimuleren we coöperaties in het glastuinbouwgebied..
Investeer in de eiwittransitie. Er is betere samenwerking nodig rond de eiwittransitie van minder dierlijke naar meer plantaardige eiwitten. Dat betekent dat samen met de verwerkende industrie naar mogelijkheden wordt gezocht om de eiwittransitie tot stand te brengen. Initiatieven van de grote verwerkers worden ondersteund, maar ook de vele nieuwe initiatieven van het mkb en startende ondernemers, evenals de veredeling van eiwitgewassen.
Vergroting biodiversiteit. Een hoge biodiversiteit is van levensbelang voor de bestuiving van allerlei gewassen, voor een rijk bodemleven, goede bodemvruchtbaarheid en weerbaarheid tegen ziekten en plagen. Afwisseling van grasland, akkerbouwgewassen en landschapselementen is hierbij essentieel. Boeren krijgen een passende beloning als ze biodiversiteitsmaatregelen nemen. We geven hier uitvoering aan via het Deltaplan biodiversiteit, het Aanvalsplan landschapselementen, de regeling Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer en via uitbouw van prestatiebeloning in de eco-regeling.
De boer als beheerder van de groene ruimte. In veenweidegebieden en andere specifieke agrarische cultuurlandschappen hebben we boeren hard nodig als beheerder van de groene ruimte. De overheid draagt via een beheervergoeding bij aan een redelijk inkomen voor deze ondernemers. Een gediversifieerde bedrijfsvoering, die ook ruimte biedt voor recreatie en andere dubbelfuncties, kan bijdragen aan een gezond verdienmodel. De mogelijkheid voor een sociale functie zoals een zorgboerderij, kinderopvang of een dagbesteding wordt gestimuleerd door cursussen voor het starten van een extra tak op het agrarisch bedrijf te vergoeden.
Stimuleer de teelt van alternatieve gewassen en rotatie. Monoculturen zijn kwetsbaarder voor ziekten en plagen. We stimuleren boeren om in te zetten op alternatieve gewassen, strokenteelt en rotatie, zodat minder pesticiden nodig zijn.
Beperk het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Om de chemische gewasbeschermingsmiddelen in ons oppervlaktewater en grondwater te verminderen, worden verplichtende afspraken gemaakt, bij voorkeur in Europa, zodat op dit gebied een gelijk speelveld ontstaat. Ook vinden we dat de beschikbaarheid en toelating van groene middelen beter moet.
Klimaatvriendelijk en energiezuinig. De agrarische sector kan een grote bijdrage leveren aan de klimaat- en energiedoelen, door energiezuinig en klimaatvriendelijk te opereren. Zonne- en windenergie krijgen een plek in het businessmodel op het boerenerf. Ook komt er ruimte om te experimenteren met emissie-reducerende technieken. Veehouders krijgen de ruimte voor innovatieve bronmaatregelen en schone productietechnieken. Hun bijdrage moet als sectorprestatie worden gehonoreerd en niet bij andere sectoren worden meegeteld.
Een eerlijk en toereikend verdienmodel voor de agrarische sector
Boeren willen een stabiel en toereikend inkomen hebben, waardering krijgen, hun beroep vrij uit kunnen oefenen en hun gezinsbedrijf gezond kunnen overdragen aan de volgende generatie. ‘Groter’ is voor boeren vaak meer een noodzaak (voldoende inkomen) dan een ideaal. De ChristenUnie is voor een gezonde bedrijfsontwikkeling waarbij rekening wordt gehouden met de menselijke maat behorend bij gezinsbedrijven (geen megabedrijven). Om te voorkomen dat de landbouw doorgaat op het jaagpad van eenzijdige productiviteitsvergroting moeten de meerkosten die worden gemaakt voor duurzaam geproduceerd voedsel verdisconteerd worden in de prijs van producten. De winst moet eerlijker over de hele keten worden verdeeld. De ChristenUnie wil dat er ruimte blijft voor boeren en tuinders die binnen de maatschappelijke context en milieu- en dierenwelzijns- randvoorwaarden willen en kunnen ondernemen.
Economische autoriteit landbouw. De transitie naar een duurzame landbouw, creëert veel onzekerheid, en voelt voor veel agrariërs als een bedreiging van hun bestaan. Er wordt gezorgd voor een goed economisch perspectief en voor regionaal maatwerk zodat opgaven ook mogelijkheden worden. Naast een ecologische autoriteit komt er daarom een economische autoriteit om dit te beoordelen.
Steun boeren bij de omschakeling naar kringlooplandbouw. Agrariërs die willen omschakelen naar kringlooplandbouw maken de eerste jaren veel kosten, die ze vaak niet terugzien in de prijs. Wij willen dat de overheid boeren stimuleert en ondersteunt bij het omschakelen naar een bedrijf met een zo veel mogelijk gesloten kringloop.
Geef boeren een eerlijke prijs. Alle producten in Nederlandse supermarkten moeten in de toekomst voldoen aan een nieuwe nog in te stellen Nederlandse duurzaamheidsnorm. Daardoor stijgt de prijs van producten. De supermarkten zorgen voor eerlijke prijzen zodat boeren structureel worden beloond voor de extra prestaties die zij leveren op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Verplichte transparantie en monitoring draagt bij aan inzicht en een eerlijk speelveld. Mocht het niet lukken om tot zulke afspraken te komen, kiezen we voor de introductie van een (beperkte) landschapsbelasting op voedsel om financiering van verduurzaming en werkelijke prijzen dichterbij te brengen
Afspraken met supermarkten. Supermarkten en andere afzetkanalen hebben een essentiële rol bij de verkoop van streek- en seizoenproducten, het stimuleren van korte ketens en het betalen van een eerlijke prijs. De consument wordt gestimuleerd om lokaal en seizoensgebonden producten te kopen. Dit vraagt een ketenaanpak waarbij bedrijven worden gestimuleerd werk te maken van verduurzaming. Dit wordt vastgelegd via algemeenverbindendverklaringen (AVV’s) of in convenanten.
Meer coöperaties voor nieuwe marktmacht. We stimuleren de oprichting van nieuwe coöperaties en producentengroepen waarin boeren en tuinders zich verenigen om samen sterk te staan tegenover machtige inkooporganisaties en supermarkten of gezamenlijk verduurzamingsinitiatieven ontplooien.
De keten draagt bij aan meer agrarisch natuurbeheer. Er komt een brede heffing in de keten bij toeleverende en verwerkende bedrijven die bijdraagt aan de structurele financiering van meer agrarisch natuurbeheer.
Afspraken met banken. Banken zijn als financiers van de agrarische bedrijven van cruciaal belang voor de transitie van de landbouw. Met banken worden afspraken gemaakt over voorwaarden voor (nieuwe) leningen en het omgaan met oude leningen voor investeringen die niet bij de transitie naar een kringlooplandbouw horen.
Aandacht voor psychosociale nood. Steeds meer boeren kampen door langdurige onzekerheid en financiële problematiek met psychosociale problemen. We bouwen aan een landelijk netwerk met lokale inbedding waar boeren terecht kunnen met hun verhaal en nood.
Toon de werkelijke prijzen in het schap. Het tonen van de werkelijke prijzen bij het schap in de supermarkt draagt bij aan de bewustwording dat de maatschappelijke kosten van ons voedsel hoger zijn dan de prijs die de consument betaalt.
Aandacht voor de jonge boer. De overheid ondersteunt jonge boeren door zowel praktische als mentale begeleiding bij bedrijfsovername te vergoeden. Dit geldt ook voor coaching bij verandertrajecten, zoals het starten van een nieuwe bedrijfstak of het omschakelen naar biologische productie. Daarnaast blijven goede financiële arrangementen voor jonge boeren die een bedrijf overnemen hard nodig. Boeren die een bedrijf willen overnemen krijgen een tegemoetkoming in de kosten als ze vergroeningsmaatregelen nemen, in de vorm van een startpremie (percentage van de overnamekosten) en een garantieregeling voor een voordelige lening. Ze kunnen ook een beroep doen op vestigingssteun.
Stimuleer duurzame grond- en pachtregelingen. We zetten ons in voor grond- en pachtregelingen die de prijzen van agrarische gronden op een aanvaardbaar niveau houden en extensivering mogelijk maken. In het kader van de reguliere pacht krijgen verpachters voortaan de mogelijkheid om naast afspraken over de prijs ook afspraken te maken over verduurzaming van landbouwgrond.
Behoud blijvend grasland. De overheid zet zich in om blijvend grasland te behouden en voldoet daarmee aan het randvoorwaardenbeleid van de EU. Blijvend grasland is goed voor dieren, biodiversiteit en het klimaat (CO2 opslag), maar staat nu onder druk.
Import van buiten de Europese Unie. Voedsel dat van buiten de Europese Unie wordt geïmporteerd, moet minimaal aan dezelfde eisen (dierenwelzijn, emissies, biodiversiteit en mensenrechten) voldoen als die we aan onze eigen boeren stellen. Dit vereist wetgevende maatregelen op het terrein van handel en van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO).
Blijvend oog voor dierenwelzijn
De dierhouderij heeft een eigen essentiële plaats in de kringlooplandbouw en voedselvoorziening. Zorg voor de schepping betekent ook dat landbouwpraktijken dierwaardig moeten zijn. Dieren horen ruimte te hebben om hun soorteigen natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Mensen hebben de verantwoordelijkheid en de plicht om op een goede manier met dieren om te gaan, hen te beschermen en de juiste verzorging te geven. Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee en zijn gezelschapsdieren (Spreuken 12:10).
Verscherp het toezicht door de NVWA. Om de regelgeving rond het slachtproces eenduidiger en transparanter te maken, worden de taken toezicht en keuring van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) gescheiden. Er worden moderne technieken (bijvoorbeeld slimme camera’s) ingezet op verzamelplaatsen en in slachthuizen, en strikte handhaving afgedwongen om misstanden zo snel mogelijk verleden tijd te maken. Er gaat een three strikes you’re out-principe gelden: bij de derde ernstige misstand moet een slachthuis definitief de deuren sluiten en krijgt de directie een verbod om in de sector te werken.
Kom op voor dierenwelzijn. Er worden eisen gesteld aan dierenwelzijn met betrekking tot het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag. Te denken valt aan weidegang, kalf bij de koe, maten en oppervlakte van stallen, verbod op onthoornen, beschikbaarheid van drinkwater en voer, uitloopmogelijkheden en groepsgedrag. Boeren worden bij dit traject naar het voldoen aan de (wettelijke) verplichting geholpen met voorlichting en met financiële prikkels.
Stimuleer de weidegang. We nemen belemmeringen voor weidegang weg. Via kavelruil wordt de verkaveling waar mogelijk verbeterd, zodat beter met spaarzame grond wordt omgegaan. Verder stimuleren we (verlengde) weidegang. Dit draagt bij aan verlaging van de ammoniakemissie en past ook goed in een dierwaardige veehouderij (herkauwers zijn van nature graasdieren).
Verplicht de intensieve veehouderij tot passende maatregelen. In de intensieve veehouderij worden in nieuwe en bestaande stallen verplicht passende maatregelen (vernevelaars of ventilatoren) genomen om de dieren tijdens hitteperioden te kunnen koelen. Dit geldt ook voor het transport. Bij nieuwe stallen worden voorzieningen toegepast waarmee stalbranden kunnen worden voorkomen.
Geef gemeenten meer bevoegdheden. Lokale overheden krijgen meer bevoegdheden op het terrein van dierenwelzijn, zoals de bevoegdheid om evenementen met dieren al dan niet toe te staan en om sneller en effectiever op te treden bij signalen van dierenleed.
Malafide handel tegengaan. De handel in dieren moet zorgvuldig verlopen. Malafide handel in dieren op online platforms wordt aangepakt.
Verbeter de registratie van huisdieren. Kopers moeten weten waar hun huisdier vandaan komt. De registratie van de herkomst van dieren wordt verbeterd en identificatie wordt verplicht.
Perk transporten met dieren in. Transport van dieren wordt niet toegestaan bij hitte (niet meer rijden boven 30 graden). De import van kalveren wordt beperkt. We werken toe naar een aan de rundveehouderij gebonden kalverhouderij. We maken een einde aan langeafstandstransporten van dieren. De maximale duur van transporten die plaatsvinden is 8 uur.
Antibioticagebruik in veehouderij verder terugdringen. Het gebruik van antibiotica in de veehouderij wordt in overleg met de verschillende sectoren stapsgewijs tot het minimum teruggebracht (alleen voor dieren die echt ziek zijn en lijden).
Waardering voor voedsel en eerlijkheid over herkomst en milieu-impact
We hebben voedsel nodig om gezond te blijven en energie te hebben. Daarom moet het veel meer gaan over de waardering, gezondheid en duurzaamheid van voedsel. En over de impact die de voedselproductie op onze leefomgeving heeft. In de praktijk kiezen de meeste consumenten voor het goedkoopste product uit het schap. Tegelijkertijd stellen ze ‘als burger’ steeds hogere eisen aan hun leefomgeving en aan de wijze waarop boeren werken. Daarom verdient voedsel een andere plaats in het bewustzijn en gedrag van de consument. De overheid kan een nieuwe eetcultuur bevorderen door bij te dragen aan meer lokale, biologische en gezondere producten in de supermarkt, horeca en catering en het informeren van consumenten.
Naar een nieuwe eetcultuur. Deze tijd vraagt een nieuwe eetcultuur, waarin de waardering voor de producten van boeren uit de omgeving en het vakmanschap van de telers centraal staan. De overheid sluit een partnerschap met voedselproducenten, restaurants en lokale gemeenschappen om de nieuwe eetcultuur op de kaart te zetten.
Stimuleer een lokale of regionale voedselvoorziening. De overheid ondersteunt regionale strategische plannen waarbij boeren, inwoners, gemeenten en provincies samenwerken om de voedselvoorziening meer regionaal en in korte ketens te organiseren. We stimuleren het oprichten van regionale voedselmarkten en gebiedscoöperaties die het voedsel rechtstreeks van boeren naar inwoners brengen.
Nieuwe verbindingen rond voedsel. We stimuleren initiatieven en gemeenschapsprojecten als volkstuinprojecten of burger-boerderijcoöperaties waarbij burgers individueel of gezamenlijk hun eigen voedsel produceren.
De herkomst van voedsel. Op alle voedsel wordt vermeld waar het vandaan komt, zodat de consument kan kiezen voor lokaal voedsel en de boer een eerlijke prijs ontvangt. Er komt een landelijke consumentencampagne waarin het kopen van lokaal voedsel en korte ketens wordt gepromoot.
De Rijksoverheid gaat voorop. Maaltijden in kantines bij de Rijksoverheid worden duurzaam en zo lokaal en seizoensgebonden mogelijk en plantaardig wordt de standaard.
Ga voedselverspilling tegen. Het verspillen van voedsel wordt drastisch teruggedrongen. Goede kwaliteitsproducten worden niet meer weggegooid als ze wat te klein zijn, een afwijkende vorm of kleur hebben. Ook worden stappen gezet om verspilling door consumenten en horeca tegen te gaan. Voedselverliezen in het productieproces worden tot het minimum beperkt, reststromen worden hergebruikt als veevoer.
Het biologisch keurmerk beter op de kaart. Er komt een campagne om het biologisch keurmerk bekender en herkenbaarder te maken. Hierdoor worden consumenten zich meer bewust van wat biologische productie inhoudt en gestimuleerd voor biologisch te kiezen.
Stimuleer de verbinding tussen school, voedsel en natuur. Elke basisschoolklas krijgt de gelegenheid om een (circulaire) boerderij te bezoeken, een schooltuin aan te leggen of een excursie naar een natuurgebied te maken. Zo leren kinderen wat gezond voedsel is, hoe dat duurzaam kan worden geproduceerd en wat voor impact voedsel heeft. Bovendien kan dit behulpzaam zijn bij het onderwijs over duurzaamheid en klimaatverandering.
Fiscaal stimuleren van gezonde voeding. We maken het fiscaal aantrekkelijker voor een bedrijf om personeel een gratis, gezonde en duurzame lunch aan te bieden. Op dit moment zijn de mogelijkheden daarvoor beperkt tot mensen met een hoger inkomen en dat is onredelijk. We onderzoeken de mogelijkheden om de wet op de loonbelasting kostenneutraal aan te passen.
Verlaag het btw-tarief op gezonde voeding. De ChristenUnie wil een zoveel mogelijk uniform btw-tarief. Eén van de uitzonderingen is groente en fruit. Hiervoor moet het lage (nul) btw-tarief gelden. Producten als vlees en zuivel vallen onder het (vernieuwde) reguliere btw-tarief en worden meer belast. > Zie ons speciale kader over belastingen onder hoofdstuk 2.
Duurzame toekomst voor Nederlandse visserij
De visserij in Nederland kent een lange economische en culturele traditie die voor veel regio’s en gemeenschappen van levensbelang is. Vissers staan dicht bij de natuur, zijn onderdeel van het ecosysteem op zee en hebben passie voor hun werk. De visserijsector heeft harde klappen gehad de afgelopen jaren door de gascrisis, knellende Europese regels, het sluiten van visgronden voor natuurgebieden of de bouw van windmolenparken en de dreiging dat hen de toegang wordt ontzegd tot de Britse wateren. Het vinden van nieuw perspectief, met meer zekerheid rondom beleid en inkomen, is nodig om ook de nieuwe generatie vissers die eeuwenlange traditie te kunnen laten voortzetten. Daarbij is een goede balans nodig tussen natuur en visserij. De visserij is van groot belang voor het leveren van gezond voedsel en is zeer innovatief, juist ook op het gebied van duurzaam vissen. Dit wil de ChristenUnie blijven stimuleren. Visserijbedrijven moeten genoeg kunnen verdienen om te blijven investeren in hun bedrijf en in ecologische doelen.
Naar een duurzaam Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Vissers hebben zekerheid en langetermijnperspectief nodig. Nederland streeft naar een duurzaam Gemeenschappelijk Visserijbeleid, met aandacht voor innovatie, verduurzaming, gezonde visstanden en een eerlijke boterham.
Zorg voor betere internationale afstemming van visserijbeleid. Op visserijgebied lijkt Europa soms verre van een eenheid. Brexit maakt goede afstemming des te noodzakelijker.
De EU komt op voor goed beheer van gezonde zeeën. Illegale visserij is een probleem, vooral in Azië. Vissensoorten verdwijnen door overbevissing, maar ook afval is een groot milieuprobleem. Europa moet een leidende rol spelen in goed beheer van gezonde zeeën.
In actie tegen PFAS-vervuiling in de Westerschelde. Deze vervuiling is ook voor de visserij een groot probleem. > Zie ook het kopje ‘versterk milieubeheer’ onder paragraaf 3.2
Consumptie uit eigen wateren. We willen consumptie van gezonde (bijvangst) visproducten uit eigen wateren stimuleren. De overheid helpt bij het opzetten van een duurzaam en bekend viskeurmerk.
Duurzame pulskorvisserij. De ChristenUnie blijft groot voorstander van de pulskorvisserij, waarbij vis met kleine stroomstootjes wordt opgeschrikt van de bodem. Deze Nederlandse innovatie draagt bij aan verduurzaming door een lager energieverbruik, minder verstoring van de zeebodem en selectiever vissen.
Investeer in een CO2-neutrale vloot. De doelstellingen van de Nederlandse vloot om CO2-neutraal te produceren en circulair te ondernemen zijn een voorbeeld voor de visserij in heel Europa. Nieuwbouw- en ombouwsubsidies moeten helpen om tot een CO2-neutrale vloot te komen.
Flexibele aanlandplicht. De aanlandplicht waarbij alle gevangen vis van gequoteerde soorten aan land moet worden gebracht, moet flexibel blijven. Dit houdt in dat soorten met een grote overlevingskans of soorten waarop selectief vissen bijna onmogelijk is, worden teruggegooid.
Bied garnalen- en mosselvissers toekomst. Garnalenvissers investeren met hulp van de overheid in stikstofreducerende technieken, waardoor hun schepen tot wel 90% minder uitstoten dan voorheen. Zij verdienen een langjarige nieuwe vergunning. Voor de huidige gemankeerde stikstoftoets en berekeningswijze dient een alternatief te komen, zodat de garnalenvisserij en andere typisch Nederlandse kleinschalige, maar waardevolle sectoren als de mosselvisserij tot in lengte van jaren blijven bestaan.
Maak vismigratie mogelijk. De ChristenUnie wil dat waterwerken bij aanleg, renovatie of vervanging doorlaatbaar worden gemaakt voor migrerende vissen. Dit is extra relevant nu veel waterwerken toe zijn aan vervanging. Dit past bovendien bij de wens voor natuurherstel.
Maritiem onderwijs. Nederland is koploper in visserij-innovatie en maritiem onderwijs. Dit willen we zo houden. Daarom is het noodzakelijk om te investeren in educatie over de werking van het ecosysteem, veiligheidsaspecten en innovatieve visserijtechnieken.
Houd rekening met de belangen van vissers bij activiteiten op zee. Bij de planning van windmolenparken en andere activiteiten op zee moet rekening worden gehouden met de belangen van de visserij. Hiervoor komt een afwegingskader, met vereiste betrokkenheid van de visserijsector. Meervoudig ruimtegebruik heeft de voorkeur. Waar mogelijk worden rijke visgronden ontzien, waar het niet anders kan is compensatie (vanuit ontwikkelaars en Rijk) de regel.
Zorg voor een eerlijke stoppersregeling. Voor visserijbedrijven die moeten stoppen, blijft er een eerlijke stoppersregeling.