Blijf elkaar in de ogen kijken, zíe dat de ander geen tegenstander is
Stel dat je gelijk hebt. Over het virus, het vaccin, de maatregelen. En dat alleen jij het bij het rechte eind hebt.
Dat de IC-capaciteit al lang opgeschaald had moeten worden.
Dat we geen capaciteitsprobleem hadden gehad als iedereen was ingeënt.
Dat we geen dreigend zorginfarct hadden gehad als we allemaal gezonder hadden geleefd.
Dat Nederland in deze crisis steeds te laat te weinig doet.
Dat het kabinet onduidelijk communiceert.
Dat het onrechtvaardig is als niet-gevaccineerden ergens niet mogen komen waar gevaccineerden mogen komen.
Dat het onrechtvaardig is als kankerpatiënten moeten wachten op hun behandeling omdat de IC’s vooral vol liggen met niet-gevaccineerden.
Dat kerken meer hadden moeten doen tegen besmettingen op de Biblebelt.
Dat de Biblebelt een makkelijke pispaal voor mensen met religiestress is.
Dat mensen met een niet-westerse achtergrond zich veel te weinig laten vaccineren.
Dat je na een toeslagenaffaire niet verbaasd moet zijn als mensen in kwetsbare wijken zich door de overheid geen vaccinatie laten aanpraten.
Dat corona slechts een griepje is.
Dat regels inconsequent zijn.
Dat er veel strengere regels moeten komen.
Dat ouderen meer rekening met jongeren moeten houden.
Dat jongeren voorzichtiger moeten zijn om de ouderen.
Dat Klaus Schwab achter alles zit. Of Bill Gates. Of allebei.
Stel dat het waar is. Stel dat jij - anders dan al die anderen - helemaal gelijk hebt, maar je zou de liefde niet hebben, dan zou je zomaar een bitter mens kunnen worden. Stel dat alleen jij het licht hebt gezien, maar je zou de liefde niet hebben, dan zou je zomaar een boze twitteraar of ‘reaguurder’ kunnen worden. Stel dat alle andere mensen het helemaal verkeerd zien, maar je zou de liefde niet hebben, je zou zomaar kunnen stikken in je eigen gelijk.
Bitterheid vreet je langzaam maar zeker vanbinnen op. Je vreugde gaat eraan, je levenslust, je vriendschappen, je hoop, je schaterlach, je werkplezier met mensen die eerst nog je makkers waren. Bitterheid is ook buitengewoon besmettelijk. Als je maar lang genoeg zwelgt in je eigen gelijk zit je binnen afzienbare tijd alleen nog maar in het gezelschap van mensen die net als jij hele dagen met hun armen over elkaar boos voor zich uit zitten te brommen. Of je bitterheid is zo niet te harden dat je in je eentje overblijft. En bittere mensen worden doorgaans niet oud.
‘De liefde daarentegen is geduldig, vol goedheid. De liefde kent geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan. Ze verdraagt, ze gelooft ze, ze hoopt, ze volhardt.’
Dit najaar had ik het voorrecht een dag op te trekken met Harky Klinefelter. Als twintiger was hij, komend uit het noorden van de Verenigde Staten, naaste medewerker van Martin Luther King (1929-1968) in het door rassenrellen geteisterde zuiden. Hij vertelde me dat ze een keer een stad binnenwandelden en werden omsingeld door een meute woedende blanken. Van dichtbij had Harky al eerder gezien dat deze mensen niet voor grof geweld en doodslag terugdeinsden. Dr. King zei: ‘Blijf de mensen om je heen in de ogen kijken, want zolang ze je in de ogen kijken, kunnen ze je niet behandelen als een ding maar blijf je een mens.’
In ons gepolariseerde land en in onze soms verdeelde kerk is dat een les die wij ons zeer ter harte kunnen nemen. Blijf elkaar in de ogen kijken. Zie dat die ander geen tegenstander is, niet de belichaming is van een belachelijke mening, maar een mens. En discussieer dan gerust door over het virus, het vaccin en de maatregelen.
Stel dat het waar is en wij de eindtijd naderen. Stel dat Openbaring 13 - anders dan wat sommige christenen op talloze andere momenten in de geschiedenis dachten - hier en nu voor onze ogen bewaarheid wordt. Of dat - net als vaker in de geschiedenis - ook dit een vals alarm is. Is het dan te veel gevraagd God zelf te laten spreken en er niet betweterig doorheen te praten?
‘Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’
(Deze column verscheen vandaag ook in het Nederlands Dagblad)