Moe
Zaterdagavond laat heb ik een mail gestuurd naar onze leden, samen met een nieuwsbrief van onze partij. Ik laat je graag meelezen, zodat je weet wat me nu bezighoudt en ook hoop geeft.
Beste vrienden van de ChristenUnie, lieve broers en zussen,
We zijn moe. Wij allemaal.
Moe van Corona, moe van maatregelen die dan weer wel en dan weer niet gelden.
Moe van alle heftige discussies daarover.
Moe van onze eigen boosheid of die van anderen.
Moe van alle informatie die we toegestuurd krijgen, die we lezen en waarvan we steeds iets moet vinden.
Moe van de verwarring, van de polarisatie, van de verdeeldheid. Ook onder christenen.
Geen enkele politicus kan die moeheid wegnemen. Ook ik niet. Het is Jezus zelf die zegt: ‘Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal je rust geven.’ Laten we dat dan ook maar doen.
De eenheid van christenen is ook niet allereerst gebaseerd op een bepaalde kijk op een virus, een vaccin of een verplichting. Onze eenheid vinden we ten diepste alleen in Christus. En gezien alle discussies onze christenen en gezien alle berichten die wij vrij massaal binnen krijgen, kan het geen kwaad dat nog eens hartgrondig te onderstrepen! We zijn broers en zussen. We horen bij elkaar, omdat Christus onze hoop is. Ook als we het weleens niet met elkaar eens zijn.
Ondertussen grijpt het me wel aan. Dat we elkaar in ons mooie land steeds minder vertrouwen. Dat steeds meer mensen steeds bozer zijn op elkaar. Dat er steeds meer angst is voor wat die ander jou zou kunnen aandoen. Voor hoe je naaste en de overheid het ook weleens op jou gemunt zou kunnen hebben.
Het grijpt me aan dat het vertrouwen in de politiek lager is dan ooit. Dat de overheid steeds vaker als tegenstander in plaats van bondgenoot wordt beschouwd.
Ik merk de moeheid. Ik voel het wantrouwen. Ik zie de verdeeldheid. En toch maakt me dat niet moedeloos. Het geloof in de levende God verplicht me tot de hoop dat het niet zo hoeft te blijven zoals het nu is. De navolging van Jezus dwingt me om te doen wat ik wél kan.
Daarom wil ik luisteren. Naar de ongevaccineerde vader die me vertelde dat hij zich vernederd voelde doordat hij niet meer werd toegelaten bij de zwemles van zijn kind. Naar de verpleegkundige op de IC die me vertelde dat hij op zijn laatste benen loopt en het ziekteverzuim in zijn ziekenhuis nu 20% is. Luisteren naar betrokken partijleden die me hun zorgen delen. Over het coronabeleid en over de onderhandelingen die we nu voeren.
Daarom wil ik alles geven wat ik heb om te voorkomen dat we tegen elkaar uitgespeeld worden. En dat zal ook onze inzet zijn in de aankomende Coronadebatten. Mirjam Bikker zal jullie daar aankomende week meer over vertellen en namens ons het woord voeren.
Daarom wil ik alles doen wat ik kan om die overheid weer dienstbaar te maken. Aan de mensen in Groningen. Aan de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Aan de schepping. Aan de mensen die vaker een tijdelijke baan hebben, minder verdienen, geen betaalbaar huis kunnen krijgen, korter leven met minder gezondheid. Daarom onderhandelen we. Met hart en ziel.
We gaan als ChristenUnie Nederland niet verlossen. Ik ga jullie niet beloven dat wij het allemaal weleens even gaan fiksen. Dat zou grootspraak zijn. En er is maar één Verlosser.
Maar ik kan jullie, mijn naasten, mijn hemelse Vader straks alleen maar in de ogen kijken als ik naar eer en geweten kan zeggen dat ik alles heb gedaan wat ik kon.
Om recht te doen aan mensen die vertrapt zijn.
Om hoop te brengen waar nu nog wanhoop is.
Om zorg te dragen voor wat kwetsbaar is.
Om te beschermen wat dreigt te sterven.
Om vrede te stichten waar nu nog onvrede heerst.
Dat is wat we als fractie nu doen. Met de moed van de hoop.
Dank voor jullie grote betrokkenheid, dank voor jullie meeleven en dank voor jullie gebeden.
Een hartelijke groet, in Christus verbonden,
Gert-Jan Segers