Manifest: Aandacht voor wat echt telt
Gert-Jan Segers
1. Dat hele kleine coronavirus heeft de halve wereld bij de strot. Ik was bij de begrafenis van een oud-huisgenoot en vriend uit mijn studententijd. Alles was anders, zelfs tijdens ons rouwen moesten we afstand bewaren. Ineens kon ik mijn moeder alleen maar bellen en mocht ik haar niet meer bezoeken. Het virus heeft onze plannen overhoopgegooid en een ongekende economische recessie ingeluid. Tegelijk, oog in oog met het virus zagen we ook onze veerkracht en zorgzaamheid. Mensen deden boodschappen voor elkaar, stampten overal buurtinitiatieven uit de grond, boden hulp aan en ontvingen hulp. Er was eenzaamheid en doffe ellende, maar tegen alle verwachting in daalde tijdens de lockdown het aantal zelfdodingen met 20 procent.
We zijn van de eerste schrik bekomen, maar we zijn helaas nog lang niet zo ver dat we weer kunnen doen alsof alles ‘normaal’ is. We hebben er veel bagage bij, we zien scherper wat goed is en wat niet deugt, en weten beter wat we belangrijk vinden en wat niet.
Dit is het moment om nieuwe keuzes te maken. Te kiezen voor wat echt telt.
‘Dit is het moment om te kiezen voor wat echt telt’
2. Wat telt echt? Voor mij zijn dat nu drie dingen. Ten eerste dat we beter voor elkaar gaan zorgen, elkaar niet in de steek laten. Ten tweede dat we onze welvaart rechtvaardiger gaan verdelen, dat niet de groei van de economie maar de bloei van de samenleving ons doel wordt. En ten derde dat we betere rentmeesters worden van Gods schepping. Dat vraagt om een afscheid van het dominante individualisme en rauwe kapitalisme en om nieuwe, overtuigde politieke keuzes. Ik wil dat in dit manifest graag illustreren met onder andere de manier waarop wij met onze belastingen omgaan. Want zeg me hoe je de schatkist vult en de opbrengst wilt besteden en ik zeg waar je hart klopt en wat voor jou blijkbaar het goede leven is.
Niet lang geleden zette collega Klaas Dijkhoff de liberale verworvenheden op een rijtje en concludeerde: ‘Wij hebben gewonnen.’ En hij heeft gelijk. Veel wetgeving en zeker ons belastingstelsel is een feest voor het individualisme, met vooral de VVD en D66 als ceremoniemeesters en andere grote partijen die ofwel meedeinden ofwel het feest niet durfden te verstoren. Maar het is geen feest voor mensen die meer ruimte zoeken om voor elkaar te zorgen. Het is geen feest voor hardwerkende Nederlanders met een normaal salaris die al bijna veertig jaar ongeveer dezelfde koopkracht hebben, terwijl de economie in die tijd enorm is gegroeid. En het is allerminst een feest voor de schepping, die zucht en lijdt.
Met onder andere een christelijk-sociale belastinghervorming wil ik dit individualistische feest graag opbreken. Hoezeer een belastinghervorming ook als een technische exercitie klinkt, het gaat in onze politieke agenda uiteindelijk om iets heel groots: de liefde. ‘Geloof, hoop en liefde,’ schreef Paulus van Tarsus lang geleden over zijn belangrijkste waarden, ‘En de meeste van deze is de liefde.’ We staan in ons land voor een ingrijpende openhartoperatie: het uitgeputte, individualistische hart achter onze wetten en belastingen moeten we niet oplappen of aan de praat houden, maar vervangen door het warme, jonge hart van de liefde.
De afgelopen drie jaar dat we als ChristenUnie in het kabinet zaten, hebben we gefunctioneerd in een belastingstelsel dat we geërfd hebben van vorige kabinetten. Door onze inzet in deze periode gaat er nu een miljard euro extra naar gezinnen. Jaarlijks. We hebben met kunst- en vliegwerk ervoor gezorgd dat de kloof tussen gezinnen die van één inkomen moeten rondkomen (‘eenverdieners’) en huishoudens met twee salarissen niet nóg groter is geworden. We hebben ons sterk gemaakt voor mensen met een smalle beurs zodat ook zij meer overhouden. In de onderhandelingen moet je geven en nemen, dus kreeg de VVD de ruimte om de dividendbelasting af te schaffen (iets met een meloen…), maar dat liberale feest ging gelukkig niet door. Als coalitie hebben we de lasten voor burgers verlaagd, nadat ze in de vorige crisis jarenlang waren verhoogd.
Dat zijn echte resultaten, maar ik heb altijd beseft dat het allemaal reparaties zijn van de machine van het individualisme die aan het einde van zijn levenscyclus is. We zijn klaar met de roestige schroefjes en kabelbindertjes die de boel wat corrigeren en klunzig bij elkaar houden. Het is tijd voor een nieuwe ‘machine’.
______________________________
3. Na een periode waarin we geen contact hadden, zocht ik mijn oude vriend vorig jaar weer op. Dit voorjaar moesten we alweer afscheid nemen. Veel te vroeg. Een mooi mens is heengegaan, een bevlogen docent en een van de meest vrolijk makende mensen uit mijn studententijd. Mijn verdriet is deels dat ik de afgelopen jaren veel te veel tijd verloren heb laten gaan waarin we weer hadden kunnen bijpraten, herinneringen ophalen, nieuwe herinneringen maken. Mijn werk, waarin ik zoals nu pleidooien voer om te kiezen voor wat echt telt, verhindert me soms om voldoende tijd te besteden aan wat echt telt.
Het was, als ik me goed herinner, de keer dat we op zijn kamer een enorme Cubaanse sigaar rookten – wat niet voor herhaling vatbaar bleek – dat hij me iets zei wat ik nooit meer ben vergeten. Hij vertelde over de gesprekken die hij voerde nu hij tijdelijk als taxichauffeur werkte. Voor hem was elk mens een ontdekking, elk verhaal de moeite van het luisteren waard, elk ritje een kans op een ongekend levensverhaal. En hij sprak me bijna vaderlijk toe: ‘Kijk nooit op mensen neer. Als je maar lang genoeg luistert, heeft iedereen iets bijzonders te vertellen.’
‘Geluk is liefde. Eenzaamheid is gif.’
Voor mij als student, die zich destijds vooral wentelde in de vreugde van het studentenleven, was dat raak. Heel raak. Ik heb zijn les altijd onthouden. Degene die voor je staat moet op dat moment de belangrijkste in de wereld voor je zijn. Trek je het lot aan van al die heel gewone mensen die, als je maar echt luistert, allemaal een eigen bijzonder verhaal hebben. En het allemaal waard zijn om voor te knokken. Als we iets hebben geleerd in deze coronacrisis is het wel dat echte aandacht telt.
Zo hoop ik dat onze partij is, al die vertegenwoordigers, lokaal, provinciaal, landelijk, Europees. Zie die mens, die ene, in zijn of haar mankementen, gekkigheden, schitteringen. En laat zo ook de overheid zijn. Als burger wil ik me niet als nummer behandeld voelen, als probleemgeval, als dossier bij de Belastingdienst, als onderdeel van een of andere groep. Als ik mail, bel of voor een loket sta, hoeft dat echt geen spirituele ontmoeting te worden, maar ik moet gezien worden als mens. Mijn partijgenoot Carola Schouten vertelde onlangs bij Zomergasten dat ze het boekje Is dit een mens? van Primo Levi om deze reden elke paar jaar herleest. “Als we mensen gaan reduceren tot de groep waartoe ze behoren,” zei ze, “dát is het kwaad. Ik moet zelf ook steeds nadenken of ík de mens nog zie.”
ZORG VOOR ELKAAR
4. De oude filosofie kent een diepe intuïtie dat echt geluk niet zonder gezonde relaties kan. Aristoteles beschrijft uitvoerig hoe je vriendschappen moet koesteren om gelukkiger te worden en Augustinus stelt geluk ronduit gelijk aan liefde. Het fundamentele menselijke probleem is, volgens zijn autobiografische Belijdenissen, een gebrek aan liefde en het enige medicijn is liefde, die hij uiteindelijk alleen in God kan vinden. Want God is liefde.
Al ruim tachtig jaar lang doen onderzoekers van Harvard onderzoek naar wat ons gelukkig maakt en de resultaten bevestigen sterk deze intuïtie van de oude denkers. In hun studie volgen ze sinds 1939 tot de huidige dag een groep mannen van wie de ene helft destijds studeerde aan Harvard en de andere helft in de arme wijken van Boston woonde. Deze groep mannen heeft beroemdheden voortgebracht als John F. Kennedy, maar ook alcoholisten, mensen met schizofrenie en tragische levens. Sommige dubbeltjes werden kwartjes en sommige kwartjes werden dubbeltjes, sommigen zijn jong overleden, anderen leven nog steeds. Elke twee jaar kregen ze, en de levenden krijgen die nog steeds, een lange vragenlijst, bloedonderzoeken en hersenscans, en al snel konden ook hun partners meedoen.
De huidige onderzoeksleider vatte de resultaten samen als: ‘Geluk is liefde. Punt.’ ‘En eenzaamheid is gif,’ voegde hij eraan toe, minstens zo dodelijk als alcoholisme en roken. Wat ons geluk en gezondheid bepaalt zijn duurzame liefdesrelaties, goed ouderschap, vriendschappen, warme familierelaties en een veilige plek in gemeenschappen zoals je buurt, je kerk en je sportvereniging. Dat is belangrijker dan je opleidingsniveau, geld, succes, beroemdheid, IQ, genen, cholesterol-gehalte, sociale achtergrond en al dergelijke factoren. Hoe gelukkig je bent, wordt niet bepaald door hoeveel contacten je onderhoudt of hoe succesvol je bent, maar hoe kwetsbaar je bij je intimi kunt zijn en vooral in hoeverre je op elkaar kunt rekenen in slechte tijden. Het besef dat er altijd een of meer mensen voor je zijn, maakt minder angstig, creatiever en bepaalt in grote mate je geluk en gezondheid.
______________________________
5. Die ene motie van ons die geen meerderheid heeft gehaald ben ik alweer vergeten en die andere politieke tegenslag in deze coalitie overkom ik ook wel. Maar als ik op dit moment ergens spijt van heb, dan is dat het feit dat ik pas weer contact zocht met mijn oude vriend en cabaretmaatje nadat hij ziek was geworden. Ik heb niet het gevoel dat ik nog harder had moeten werken. Ik had er eerder bij hem moeten zijn.
Bronnie Ware was palliatief verpleegkundige in Australië. Na jaren van gesprekken met mensen vlak voor hun dood begonnen haar patronen op te vallen in wat zij vertelden over hoe ze terugkeken op hun leven. In haar blog daarover noemde Ware de vijf dingen waar de stervenden het meest spijt van hadden. Alle mannen die ze sprak – het betrof de vorige generatie professionals – hadden spijt dat ze zo hard hadden gewerkt en daarmee veel van hun geliefden en kinderen hadden gemist. Iedereen miste zijn of haar vrienden aan het sterfbed en had er verdriet over dat het contact was verwaterd. Wat Ware het meest hoorde, was dat mensen te veel hadden geluisterd naar wat anderen van hen verwachtten en daardoor niet trouw waren gebleven aan hun idealen. Op het sterfbed vinden we allemaal dat we ons hebben laten afleiden van wat echt telt, we hebben onszelf te weinig laten zien en we hebben de ander te weinig gezien.
Dat niet geld, status, werk en beroemdheid, maar relaties ons geluk bepalen, is voor mensen die de Bijbel een beetje kennen geen nieuws. God heeft ons gemaakt naar zijn beeld en als christen ken ik Hem als Vader, Zoon en Heilige Geest. God is in zichzelf al relationeel. God is de liefde zelve. Wij zijn een aardje naar ons Vaartje en worden pas voluit mens als we liefhebben en liefde ontvangen, als we zorgen en verzorgd worden. Zoals Adam en Eva elkaar nodig hadden, zo hebben wij elkaar nodig om voluit mens te worden. Als we samen leven, liefhebben en voor elkaar zorgen, dan komen we tot bloei. We worden, zoals het Harvard-onderzoek laat zien, gelukkig. Het is een waarheid die tijdens de coronacrisis weer evident is geworden. Wij hebben lief, dus wij zijn.
‘We hebben lief, dus we zijn’
6. Werk is prachtig. Vaak een plek van creativiteit en samenwerking, waarop we onze door God gegeven talenten kunnen ontplooien. Maar de huidige politieke status quo – waaronder die van ons belastingstelsel – gaat ervan uit dat ons geluk afhangt van betaald werk. Het beschouwt ons, ten onrechte, als een homo economicus voor wie geld en werk het welbevinden bepaalt. Het individu moet zich bevrijden van sociale verbanden en onderlinge afhankelijkheid. Autonoom, vrij, zelfredzaam, dat moeten we zijn.
Economische zelfstandigheid, betaald werk, is daar vervolgens het ideale middel toe. In ons belastingstelsel is de zogenaamde arbeidskorting daarom tot enorme proporties opgeschroefd en staat er een zware fiscale straf op de keus van gezinnen om een van de partners voor de opgroeiende kinderen of voor hulpbehoevende ouders te laten zorgen. De strenge liberale norm is dat beide ouders betaald werk hebben – betaald werk brengt u immers geluk. Een gezin waarin een van de partners werkt, kan tot wel zes keer zoveel belasting betalen als een gezin waarin beide partners exact hetzelfde samen verdienen. Deze extreem ongelijke behandeling tussen een- en tweeverdieners is onrechtvaardig. Het is een fiscale boete op – soms tijdelijke – zorg voor elkaar.
Het is niet zo dat de eenverdiener voor mij de alternatieve norm is. Wij thuis zijn tweeverdieners. Wat ik hier bekritiseer is het individualistische mensbeeld. Het is gewoon niet waar dat we zo zelfredzaam zijn als de individualisten zo stoer verkondigen. We zijn geweven in een web van afhankelijkheden. Dat is iets moois, dat is wat ons juist mens maakt. En je ziet de gevolgen als een verkeerde mensvisie ons beleid bepaalt. Ook al zijn we een welvarend land, de afgelopen jaren verdubbelde het aantal daklozen tot 40.000 en bijna een miljoen mensen hebben onvoldoende financiële middelen om voluit mee te kunnen doen. In die neerwaartse spiraal zinken ze af en een deel van hen komt nooit meer boven. De eindeloze verhoging van schulden door incassokosten en boetes moet stoppen. Schuldhulp moet eenvoudiger en toegankelijker worden. Maar voor een radicale omslag zijn nog radicalere maatregelen nodig, zoals een opkoopfonds voor oninbare schulden. Want ook al is het ‘eigen schuld’, soms kunnen we alleen samen een uitzichtloze situatie doorbreken.
__________________
7. Met hun nogal typische mensbeeld zijn de individualisten bovendien de grote architecten geweest van de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Met opnieuw ons belastingstelsel als aanjager. Mede omdat het fiscaal buitengewoon aantrekkelijk is geworden, is het aantal zzp’ers geëxplodeerd. Veel van hen redden het prima, maar anderen gaan van losse baan naar losse baan, van het ene onzekere maandsalaris naar het andere onzekere maandsalaris. Ze werken voor matige tarieven, in stille armoede en vaak onverzekerd tegen ongelukken, als nieuwe horigen overgeleverd aan de grillen van hun ‘heren’. Tijdens de coronacrisis waren flexwerkers en zzp’ers de eerste economische slachtoffers die geholpen moesten worden. Het was het falen van de huidige economische orde.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deed onlangs onderzoek naar het huidige lage geboortecijfer. In de laatste acht jaar is het aantal kinderen dat jaarlijks geboren wordt met 15.000 gedaald. We hebben nu het laagste geboortecijfer in 23 jaar. Dat wordt mede veroorzaakt door de financiële onzekerheid van het groeiende aantal jonge mensen met flexibele banen. Ze hebben niet de tijd, het geld en vaak ook niet de geschikte woonruimte om kinderen te krijgen. Natuurlijk wil ik geen overheid die over ons kindertal gaat, maar zeker ook geen overheid die ons gezinsleven dwars zit. Huidige politieke keuzes, gebaseerd op liberale geloofsovertuigingen die aantoonbaar onwaar zijn, frustreren wat ons bij uitstek gelukkig kan maken: leven in hechte verbanden van intieme, kwetsbare relaties.
De impact van het idee van de mens als homo economicus zien we ook bij jongere generaties. Een toenemende prestatiedruk leidt tot een schrikbarend aantal burn-outs onder ‘generatie-Y’. Het leenstelsel maakt dat afgestudeerde jongeren schulden met zich mee gaan torsen tot zij de pensioenleeftijd in zicht hebben. Dat terwijl het perspectief op een baan met een serieus contract of een huis om te starten ná je studentenleven steeds verder verslechtert. Deze jongeren zijn niet zielig en bruisen, ook onder deze omstandigheden, van de energie. Maar in een samenleving waarin de jongere van nu de melkkoe van later is, hoeft er maar íets te gebeuren om het allemaal mis te laten gaan. Met het initiatief ‘coalitie-Y’ strijd ik daarom voor herinvoering van een basisbeurs en nieuwe kansen op woning- en arbeidsmarkt.
________________________
8. In dit manifest licht ik ons huidig belastingstelsel eruit als een feest van het individualisme. Mijn pleidooi voor een radicale belastinghervorming is dan ook een voorbeeld van een veel bredere omslag waarin we afscheid nemen van dat individualisme. Die belastinghervorming klinkt misschien als een technische operatie, maar het gaat over onze relaties, kinderen, zorg voor elkaar. Waar de liberalen ons dat met sturende maatregelen steeds moeilijker maken, willen de linkse partijen de overheid juist nog weleens verantwoordelijk maken voor ons geluk. Volgens de christelijk-sociale politieke traditie gaat de overheid echter niet over je geluk, laat staan over je kindertal of liefdesleven. De overheid dient ons wel de ruimte te bieden zodat we voor elkaar kunnen zorgen en de samenleving kan opbloeien.
Nu worden we geduwd richting meer werk, in steeds onzekerder banen, met steeds minder tijd voor elkaar en steeds minder ruimte voor kinderen en daarmee bijvoorbeeld een relatief veel grotere groep ouderen. Een christelijk-sociale belastinghervorming schept de ruimte om lief te hebben en te zorgen. De overheid kan je daar niet toe dwingen, maar er wel de voorwaarden toe scheppen en er alles aan doen om het mogelijk te maken.
In de belastinghervorming die wij als partij voorstellen schaffen we toeslagen af – en wie wil er na het debacle bij de Belastingdienst niet van af? – en introduceren we een maandelijks uit te keren belastingkorting per huishouden. Zoals huizenbezitters maandelijks hun hypotheekrenteaftrek terug kunnen krijgen, zo krijgt ieder huishouden een korting die is gebaseerd op de samenstelling ervan. Bovendien willen we het wettelijk minimumloon verhogen, zodat de groeiende groep van ‘werkende armen’ geholpen wordt en je van een gewone baan en een normale werkweek weer kunt rondkomen.
Zo breken we met de individualistische prikkels richting wat ons eerder minder gelukkig maakt en bieden we ruimte aan wat ons wel gelukkig maakt. Het zijn de financiële en fiscale voorwaarden voor een zorgzame samenleving.
_______________________
9. Zijn wij individuen die nuchter rekenend elk ons eigen voordeel nastreven, een homo economicus? Ook in immaterieel opzicht slaat het individualisme met deze mensvisie de plank mis. Dat zie ik bijvoorbeeld als het over de zorg gaat. Sinds een aantal jaar woedt er een discussie over Voltooid Leven. De D66-fractie heeft nu een wetsvoorstel ingediend dat bij gezonde mensen van 75 jaar of ouder hulp bij zelfdoding mogelijk maakt. Een oudere die naar lichaam en geest prima functioneert moet op een zeker moment in volstrekte autonomie kunnen bepalen dat het genoeg is geweest en heeft dan recht op hulp en middelen zodat het leven beëindigd kan worden.
De commissie die het moest onderzoeken stelde echter dat het juist de taak van de overheid is om kwetsbare mensen te beschermen en nooit om gezonde mensen te helpen doden. Veel andere ouderen zullen zich bij een Voltooid Leven-wet onveiliger en onbeschermd voelen. Bovendien is zelfdoding nooit een individuele daad, maar heeft het grote gevolgen voor het hele web van relaties. De commissie, onder leiding van oud-senator Paul Schnabel, adviseerde dan ook om niet verder te gaan, het kabinet-Rutte II van VVD en PvdA wilde dat echter wel. Het huidige kabinet-Rutte III, waar de ChristenUnie aan deelneemt, maakt gelukkig werk van de aanbevelingen van het manifest Waardig Ouder Worden: bestrijding van eenzaamheid, versterking van palliatieve zorg, betere ouderenzorg, levensbegeleiders in plaats van stervensbegeleiders.
Dat manifest betreft bovendien veel meer mensen. Dit jaar kwam de Universiteit voor Humanistiek met hun onderzoek over de groep mensen die hun leven willen kunnen beëindigen en naar hun motieven daarbij. Het blijkt om een zeer kleine groep te gaan (in ons hele land slechts 1700 mensen van 75 jaar of ouder) en hun motieven zijn zeer gelaagd. Als ouderen al de wens hebben hun leven te voltooien, dan kan dat veranderen als ze bijvoorbeeld minder eenzaam zijn of hun financiële situatie verbetert. In een documentaire werd een oude, levensmoede vrouw nog een keer in een busje rondgereden. Ze rijdt over de boulevard en geniet van het uitzicht over de zee. Als de interviewer haar vraagt of ze wil sterven, zegt ze: ‘Ja, maar niet vandaag.’ Want vandaag was er oprechte aandacht voor haar, ze werd rondgereden en ze zag de zee.
In ons land zijn er zoveel ouderen die snakken naar aandacht, goede zorg. En er zijn zoveel anderen die zulke zorg dolgraag geven. Mantelzorgers, vrijwilligers, familieleden. En zorgverleners die veel liever hun energie in die zorg steken dan in afvinklijsten, verantwoordingen, gedoe over roosters. Wat we nu nodig hebben, zijn werkgevers en een overheid die hen daar de ruimte voor geven. En nieuwe woonvormen waar ouderen in de buurt of zelfs samen met hun verwanten kunnen leven. Huizen waar liefde woont.
Het liberale geloof dat ouderen in totale autonomie besluiten een einde aan hun leven te maken is een idee-fixe. Het is gewoon niet waar. We zijn sociale, relationele wezens en de mate van zorg en liefde om ons heen bepaalt ons geluk. En als ouderen eenzaam zijn, zich overbodig voelen of zelfs het idee hebben hun omgeving tot last te zijn, dan is het humane antwoord op hun nood niet het verstrekken van een zelfdodingspil. Het humane en moreel enige juiste antwoord op hun nood is betere zorg en meer aandacht. Een ritje in een busje over de boulevard.
Zolang ik er iets over te zeggen heb, werkt de ChristenUnie nooit mee aan de invoering van een Voltooid Leven-wet en maken wij ons altijd sterk voor een zorgzame samenleving. Dát is wat echt telt.
VAN GROEI NAAR BLOEI
10. Liberalen hebben in Nederland de laatste decennia gewonnen. Maar gezelliger is het er niet op geworden, zo bleek hierboven, en ook niet eerlijker.
Twee jaar geleden hebben onderzoekers van de Rabobank geconcludeerd dat het besteedbaar inkomen van huishoudens en gezinnen al bijna veertig jaar ongeveer hetzelfde is. Een complete generatie van stagnatie. Onze economie is flink gegroeid, meer mensen dan ooit hebben betaald werk, we zijn als land steeds rijker geworden, maar al die Nederlanders met een normaal salaris merken er al vier decennia weinig van in hun portemonnee. Vlak voor de coronacrisis was er een recordaantal banen, de arbeidsproductiviteit is gestegen, maar het gemiddelde besteedbare gezinsinkomen is en blijft ongeveer wat het is.
Dat betekent niet dat we het even goed hebben als de vorige generatie. Wij hebben ons bijvoorbeeld in tussentijd massaal in de schulden gestoken en dragen inmiddels meer schuld dan we jaarlijks verdienen: 775 miljard euro. Eén op de drie Nederlanders tot 45 jaar heeft minder dan 3000 euro aan spaargeld. Dan heb je geen buffer om de eerste klap van de coronacrisis op te vangen. Of denk aan de sterk gestegen huizenprijzen. Mijn ouders konden met een enkel inkomen halverwege de jaren zestig nog een huis konden kopen dat ons als gezin van zeven kon huisvesten, maar kunnen mijn dochters als tweeverdieners met hun partner over een paar jaar als starter een huis kopen?
Daar moet het breekijzer in. We moeten van woningmarkt naar volkshuisvesting, van ‘winstfabriek’ naar ‘thuis bieden’, waarin huizenprijzen en huren gelijk oplopen met onze inkomens. We hoeven geen medelijden te hebben met beleggers die massaal huizen opkopen om tegen woekerprijzen te verhuren. Het drijft de huizenprijzen op en maakt wonen in de stad voor een gemiddeld gezin onbetaalbaar. Daarom pleitten wij als partij ervoor om de belastingen voor de pandjesbazen flink op te schroeven, zodat we met de opbrengsten daarvan de overdrachtsbelasting voor starters kunnen schrappen. Maar ook voor wie aangewezen is op een huurwoning moeten we de lasten verlichten. Het mes snijdt aan twee kanten als we door het massaal isoleren van huizen zorgen voor verduurzaming én een lagere energierekening.
_____________________
11. Als het gaat om het achterblijven bij de economische groei, zijn er wel wat ‘verzachtende omstandigheden’. De onderzoekers van de Rabobank zien dat het aandeel van bedrijven in de economie sterk is gestegen en dat de overheid flink in omvang is toegenomen. De groei van het nationaal inkomen is dus, zoals gezegd, niet bij normale mensen maar vooral bij bedrijven en de overheid terechtgekomen. Maar dat laatste komt deels ook weer terug. De kwaliteit van onze zorg en ons onderwijs is vergeleken met vroeger en andere landen uitstekend, evenals onze infrastructuur en de veiligheid. Er is genoeg om je zorgen over te maken, er valt nog ontzettend veel te verbeteren, maar mijn punt is: een deel van ons extra verdiende geld krijgt een goede bestemming in de publieke sector. Dat zien we dan niet op ons salarisstrookje, maar wel in levenskwaliteit terug.
Bovendien is de omvang van gezinnen afgenomen, van gemiddeld drie naar tegenwoordig twee mensen. In grote steden bestaat de helft van de huishoudens uit één persoon. Hetzelfde inkomen hoeven we over minder hoofden te verdelen. Individueel zijn we dan toch wat rijker geworden, zou je zeggen. Maar dat houdt de groei van het inkomen van bedrijven niet bij. In de jaren zestig en zeventig verdubbelde nog het inkomen van gezinnen en profiteerden de hardwerkende Nederlanders duidelijk wél van de groei van ons nationale inkomen.
Problematisch is dat grote, internationaal opererende bedrijven, zoals Facebook en Google, binnen een decennium zijn gekelderd in hoeveel belasting ze betalen: afgezet tegen het Bruto Binnenlands Product van 20 naar 10 procent. Ze zijn steeds meer gaan verdienen en steeds minder belasting gaan betalen. In het huidige belastingstelsel belasten we het inkomen dat we met ons actieve werk verdienen zwaarder dan het passieve vermogen van de rijkeren en het inkomen dat zij daaruit ontvangen. 1 procent van de meest vermogende huishoudens bezitten 20 procent van het vermogen. Het zijn, ook door de automatisering en globalisering, vooral de middenklasse en mensen met de smalste portemonnee die de klappen opvangen waardoor de kloven in onze samenleving zich verder verdiepen.
______________________
12. We zien dat onder onze ogen gebeuren. In onze grote steden zijn enclaves voor universitair geschoolde yuppen ontstaan met een keur aan eettentjes en koffiehuizen. Ze klappen hun laptop open en nippend aan hun cappuccino klaren ze hun zzp-klus. Zolang het goed gaat, lijkt het heel wat. Wijken zijn opgeknapt en oude huizen opgepimpt om voor steeds hogere prijzen van de hand te gaan. Maar niet ver daar vandaan staan oude volkswijken te verloederen. Met deugdzame middenstanders die er geen brood meer in zien en wegtrekken. De ouderen zijn steeds vaker te vinden in de rij voor de voedselbank en ze doen steeds meer een beroep op de diaconie van kerken. En de onderaannemers van de drugsbaronnen ronselen intussen de tieners weg.
Als ik vanuit het Binnenhof langs de Hofvijver naar het Korte Voorhout loop, zie ik een welvarend land. Als ik vanuit de Kameringang aan de Lange Poten naar de Schilderswijk wandel, de wijk waar mijn zus op een basisschool werkt, dan houd ik mijn hart vast. Jongeren, vooral van buiten de wijk overigens, deinsden er deze zomer niet voor terug om nacht na nacht het gevecht met de politie aan te gaan en het jeugdhonk in de fik te steken. Dit is in een en dezelfde stad, op nog geen kilometer van elkaar, twee totaal verschillende werelden. And never the twain shall meet. Tenzij we nieuwe keuzes maken.
‘Vooral de middenklasse en mensen met de smalste portemonnee vangen de klappen op’
13. Ik refereerde al aan Klaas Dijkhoffs triomfantalisme. Hij is natuurlijk maar de tijdelijke wapendrager van een veel bredere beweging, waar ook de Paarse kabinetten bij hoorden. Maar er is iets interessants aan de hand, want hij is een van de liberalen die inmiddels zelf ook merkt dat het liberale feest uit de hand is gelopen. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen van 2019 vertelde hij hoe zijn opa bij Philips in Eindhoven in het magazijn begon en nooit meer ergens anders werkte. Hij ontving z’n gouden horloge en ging met pensioen. Philips zorgde voor z’n medewerkers, z’n omgeving en de gezinnen van de medewerkers. Het bedrijf zorgde voor huisvesting en een prachtige sportvereniging, het PSV waar zowel Klaas Dijkhoff als ik supporter van zijn. ‘Mijn opa was trouwens niet alleen druk in het magazijn. Hij had tien kinderen,’ vervolgde Dijkhoff. ‘Moet je je voorstellen nu: magazijnmedewerker en tien kinderen die naar school moeten. Hoe ga je dat betalen? Nou, dat kon toen ook niet. Maar daar was het Philips-Van der Willigenfonds, waardoor mijn moeder naar school kon.’
Om daarna te constateren dat het hoofdkantoor van Philips naar Amsterdam is verhuisd, het bedrijf geen hoofdsponsor van PSV meer is en niet meer bijdraagt aan het Philips-Van der Willigenfonds. En toen Dijkhoff aangaf dat de bedrijven van nu een voorbeeld kunnen nemen aan het Philips van toen, was ik het hartgrondig met hem eens. Grote bedrijven zorgden vroeger goed voor hun werknemers én hun gezinnen, maar hun activiteiten zijn in een onduidelijke wolk terechtgekomen van kleine onderaannemers. Zelfs de pakketbezorgers van PostNL dreigden tot een risicovol zzp-bestaan veroordeeld te worden. In die ‘wolk’ verdiende 40 procent van de zzp’ers in 2016 minder dan 16.000 euro. Zij zijn, ik noemde het al, de nieuwe horigen die voor een habbekrats hun diensten verhuren en alle risico’s zelf moeten dragen.
Een van de eerste lessen van de coronacrisis was de ondragelijke kwetsbaarheid van zzp’ers. En dus, collega Dijkhoff, doe dan ook iets met je waarnemingen. Bijvoorbeeld door ons problematische belastingstelsel te hervormen.
_________________________
14. Sander Heijne en Hendrik Noten diepen dit uit in hun Fantoomgroei. Zij analyseren dat de top van grote bedrijven is gaan focussen op de kortetermijnwinst. Aandeelhouders hebben de macht gekregen en verlangen dividend, CEO’s en het hogere management laten zich deels met optie- en aandelenpakketten en bonussen uitbetalen. Er zijn voor hen daarmee sterke prikkels tegen langetermijnwaarden als werkgelegenheid, scholing en ontwikkeling van medewerkers, hogere salarissen en vaste contracten van werknemers, zorg voor de schepping, om nog maar te zwijgen van de huisvesting en scholing van de gezinnen van medewerkers. Het Philips van toen zou het lachertje onder de grote jongens van nu zijn. Waar in de jaren zestig een CEO ongeveer twintig keer zoveel verdiende als een gemiddelde werknemer, verdiende Paul Polman van Unilever vorig jaar 283 keer zoveel. Misschien dat zoiets onder zijn gelijken nog enig respect oplevert, maatschappelijk en moreel is het onaanvaardbaar. Zeker in het licht van de al veertig jaar gelijk gebleven koopkracht van Nederlandse gezinnen.
In het midden- en kleinbedrijf en bij grotere familiebedrijven zie je veel gezondere verhoudingen bij de beloning van mensen. Bij deze niet-beursgenoteerde bedrijven is de lange termijn veel belangrijker dan de korte. Het groenteveredelingsbedrijf Rijk Zwaan met 3500 werknemers heeft als expliciete ambitie om duurzaam te produceren en mensen hun hele arbeidsleven in huis te houden. Dat is heel ander verhaal dan het dreigement dat als de dividendbelasting niet wordt afgeschaft het bedrijf verhuist.
De tweede ontwikkeling die Heijne en Noten constateren is onze vreemde fixatie op economische groei. We moeten ‘offers’ maken, roept de politiek telkens weer, de pensioenleeftijd moet omhoog en het salaris bevroren, zodat we economisch kunnen groeien. Maar wat betekent ‘groeien’ eigenlijk? Na een explosie op een boorplatform in de Golf van Mexico in 2010 waren er elf doden en zeventien gewonden en vloeiden er maandenlang iedere dag miljoenen liters aardolie in zee. Maar omdat het tot tal van activiteiten leidde, bleek de ramp goed voor de economische groei… Wat meet je? Wat telt echt? We weten wel de prijs van alles, maar niet de waarde. We worden overprikkeld tot betaald werk – want, klinkt het mantra, ‘economische groei’ – maar miskennen de waarde van een hecht gezin, goede vriendschappen, schone lucht, vrijheid en al het andere wat onbetaalbaar is. We moeten weer gaan tellen wat echt telt. Het gaat niet om groei, maar om bloei.
Jezus vroeg het zijn omstanders destijds al, en hij hoefde niet eens een antwoord te geven: wat heb je eraan als je de hele wereld in bezit krijgt, maar je ziel verliest?
15. Het is tijd om het liberale feest op te breken. Door anders te gaan meten. We moeten af van, zoals Heijne en Noten ook voorstellen, het Bruto Binnenlands Product dat alleen maar transacties optelt. De rekenmeesters van het CBS hebben een model ontwikkeld dat, naast economie en werk, ook de kwaliteit van onderwijs meeweegt, gezondheid, onze leefomgeving, verdeling van de welvaart, vertrouwen in elkaar en in de overheid en ons sociale kapitaal. Waarbij niet alleen hier en nu telt, maar ook het daar en later. We moeten voortaan deze zogeheten brede welvaartsmonitor hanteren, het BBP moet een voetnoot worden. Welzijn is veel meer dan welvaart.
‘We weten wel de prijs van alles, maar niet de waarde’
In ons aankomende voorstel voor een christelijk-sociale belastinghervorming staan onorthodoxe maatregelen tegen de belastingontwijking door multinationals. Als je hier geen belasting wilt betalen, dan is dit blijkbaar niet het land waar je wilt verblijven.
Daarnaast moet ‘passief’ kapitaal en vermogen zwaarder belast worden en wat we via ons actieve werk verdienen lichter. Ondernemen met eigen vermogen moet aantrekkelijker worden door vreemd vermogen fiscaal te ontmoedigen. In de coronacrisis hebben grote bedrijven die in handen zijn van private equity-bedrijven – volgestopt met schulden – bij de overheid aangeklopt om steun, terwijl ze vlak voor de crisis nog honderden miljoenen aan aandeelhouders en het management hadden uitgekeerd en daardoor geen cent meer op de bank hadden. Ze trekken, hoe cynisch, eerst hun bedrijven leeg en houden daarna hun handje op. Nadat eerder al de banken waren gered, zijn het opnieuw de hardwerkende Nederlanders die bedrijven van inhalige grootverdieners overeind houden, terwijl al veertig jaar lang hun besteedbare gezinsinkomen niet groeide. De hoogste tijd dat het in dit land eerlijker en rechtvaardiger wordt. Dat we ons niet langer blindstaren op economische groei, maar kiezen voor bloei van de samenleving.
KIEZEN VOOR DE SCHEPPING
16. Het kabinet waaraan wij als ChristenUnie deelnemen heeft een klimaatakkoord opgesteld dat breed gesteund wordt en nu uitgevoerd. We willen af van vervuilende fossiele energie en toe naar schone energie. Sinds de industriële revolutie jagen we in ongekend tempo onze voorraden erdoorheen. Met grote gevolgen voor de schepping, kwetsbare vormen van leven, mensen, onze lucht en klimaat. We willen af van onze afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten, waarbij met de opbrengst ook nog eens donkere versies van de islam worden gesubsidieerd. En we willen stoppen met de gaswinning in Groningen. Ik ben geraakt door de terechte, diepe onvrede van de Groningers over hoe voorgaande kabinetten met hun veiligheid zijn omgesprongen. En hoe absurd traag momenteel alle goede besluiten worden uitgevoerd. Maar we stoppen in elk geval met de gaswinning in deze provincie, wat een ongekend besluit is. En om vervolgens niet van landen als Rusland afhankelijk te worden, moeten we meer eigen, schone energie opwekken.
Dit soort keuzes noemen tegenstanders weleens smalend klimaatreligie. Prima, want mijn keus om goed met de schepping om te gaan heeft alles met mijn geloof te maken. God heeft ons deze wereld in bruikleen gegeven en vraagt ons goede rentmeesters te zijn. Het uitputten van deze schepping is een belediging van de Maker die er in den beginne trots naar keek en zag dat het goed was. Ik sta daar dus principieel in, maar ook nuchter. Ik weet dat de kwetsbare schepping geen thermostaat heeft die wij eigenhandig lager kunnen zetten. Maar ik doe wat ik kan om goede rentmeester te zijn en wil daarbij keuzes maken die vervuilers laat betalen en mensen met een laag inkomen ontzien.
______________
17. Ik hoef de feiten niet te herhalen, die zijn bekend. Dat de aarde warmer wordt, op plekken extreem droog is, op andere plekken extreem nat en de stijging van de zeespiegel versnelt. Aan onze kust bijvoorbeeld is die sinds 1900 met 24 centimeter gestegen. Of dat er jaarlijks een oppervlakte van vier keer Nederland, veertig voetbalvelden per minuut, aan bos verdwijnt, en dat is per saldo, dus de aanplant meegerekend. De afgelopen dertig jaar is 28 biljoen ton ijs verdwenen.
Wat me dan bemoedigt is het besef dat God erbij is, dat God deze aarde uiteindelijk komt vernieuwen, en dat we daar nu al aan kunnen meewerken. Want er worden al stappen gezet. De glasbak valt niet meer weg te denken uit ons land, maar bestaat nog geen halve eeuw en begon met een initiatief van twee betrokken vrouwen in Zeist. Iedereen zal opvallen dat de daken in Nederland in rap tempo veranderen: er komen jaarlijks miljoenen zonnepanelen bij. Het gaat me nog lang niet rap genoeg, maar onze industrie wordt wel degelijk steeds groener en duurzamer. En er is een reden dat we in de media nooit meer horen van de ooit algemene term ‘zure regen’: dankzij diverse maatregelen, zoals de verplichte driewegkatalysator, is de regen in ons land ongeveer de helft minder zuur geworden. Niet dat alles maakbaar is, maar als wij een deel van het probleem zijn, ligt de oplossing ook deels in onze handen.
Earth Overshoot Day is de dag in het jaar dat we meer middelen hebben verbruikt dan de aarde datzelfde jaar kan voortbrengen, dus bijvoorbeeld het moment dat we meer bomen hebben gekapt en verbrand dan we aanplanten. Door de coronacrisis ligt de datum dit jaar verrassend laat: vorig jaar op 29 juli, ditmaal ‘pas’ op 22 augustus. Wereldwijd althans, want Nederland verbruikt veel meer en wij leven dit jaar al sinds 3 mei van wat eigenlijk bedoeld is voor onze kinderen en kleinkinderen. Het is aan ons om die datum steeds later te leggen, tot uiteindelijk 31 december of later, zodat we niet meer interen op latere generaties maar zelfs voor hen sparen.
Dat is rentmeesterschap volgens de Bijbel: waar je komt, je troep opruimen en de plek mooier en schoner achterlaten dan dat je die aantrof.
_________
18. Als een overheid ergens mee kan sturen, dan zijn dat belastingen. Put your money where your mouth is, gaat de uitdrukking. Als de markt blijkbaar niet bereid is om de prijs van een leefbare wereld voor onze kinderen en kleinkinderen te betalen, dan moeten we hen via onze belastingen beschermen. Producten die een voorschot nemen op wat onze kinderen en kleinkinderen toekomt, denk aan de uitstoot van CO2, moeten duurder worden. Via kilometerbeprijzing kunnen we de waarde van de schone lucht en de prijs van schaarse ruimte op wegen uitdrukken. Concreet: vliegen moet gewoon flink duurder worden en internationale treinreizen goedkoper en vooral veel makkelijker en sneller. Ook bij producten die, direct of indirect, de gezondheid schaden faalt de markt bij het berekenen van de echte prijs. Daarom zijn hogere accijnzen op alcohol, tabak en suiker gerechtvaardigd en moeten we bijvoorbeeld groente en fruit juist vrijstellen van btw-heffing.
Vertel mij waarmee je de schatkist vult en ik vertel je waar je politieke hart klopt, met die stelling begon ik. Welnu, ook hier klopt mijn politieke hart.
GEEF NIET OP, WEES ERBIJ
19. Toen mijn oud-huisgenoot aan het eind van zijn leven kwam, schreef hij nog een laatste brief aan zijn leerlingen, uit vooral de Haagse Schilderswijk, die dit jaar hun diploma zouden halen. In die brief haalde hij de Russische dichter Joseph Brodsky aan, die in de Sovjet-Unie onterecht vijf jaar dwangarbeid moest verrichten: “Zorg dat je nooit een slachtoffer wordt, ook al probeert iedereen dat nog zo hard van je te maken en heb je alle reden om in die rol te geloven. Zorg dat je nooit een slachtoffer wordt. Je leven is ermee gemoeid en je ziel.”
Als ik mijn oud-huisgenoot en vriend goed begrijp, dan bedoelde hij niet dat zijn leerlingen niet het slachtoffer van racisme en discriminatie kunnen zijn, want hij kende hun verhalen over de onrechtvaardige behandeling op grond van huidskleur en hun postcode. Laten we deze blijven vertellen en daarnaar blijven luisteren, het helpt ons om – als overheid en samenleving – de zonde van het racisme beter te bestrijden. Maar hij waarschuwde er denk ik voor dat slachtofferschap en daderschap overerfbaar worden, alsof je bij geboorte door een of andere groepseigenschap tot een bepaalde rol veroordeeld bent. Dat ontneemt ons de kans om elkaar volledig als gelijkwaardige medemensen te ontmoeten en te omarmen. God heeft ons geschapen, naar zijn beeld, en ieder mens is daarom van grote waarde.
We kunnen ons zomaar een slachtoffer voelen van een overheid die ons niet ziet staan, politici die niet naar ons luisteren, een werkgever die ons onvoldoende beloont, media die ons geen stem geven, een omgeving die ons miskent. En er zijn momenten waarop we ook daadwerkelijk een slachtoffer zijn. En dus moeten we het gesprek over de bestrijding van discriminatie en racisme blijven voeren. Maar laten we niet met slachtofferschap vergroeien en onze identiteit daartoe beperken. Daarmee doen we onszelf en onze omgeving tekort.
________
20. Bij het gevoel van onrecht hebben we verschillende keuzes. We kunnen losgaan op sociale media. We kunnen onze schouders ophalen, wegkijken, zwijgen. Het kan ons lamslaan. Maar we kunnen ook opstaan, het onrecht in de ogen kijken en daarna, binnen al onze beperkingen, toch doen wat we kunnen.
Deze coronacrisis heeft ons scherper laten zien wat echt telt. Het werkt als een contrastvloeistof, die je ingespoten krijgt waardoor bepaalde kwalen zichtbaarder worden op de foto’s. Welnu, we hebben de kwalen van het individualisme gezien. En ook hoe we als mensen op elkaar zijn aangewezen. Zorg voor elkaar, van groei naar bloei, kiezen voor de schepping: dat is mijn manifest. Wij zijn niet allereerst een individu die zijn weg moet banen in een verder onverschillig heelal, maar zijn onderdeel van een web van relaties waarin we tot bloei komen en onszelf worden, gedragen door een God die zelf liefde is.
Toen God het onrecht van deze wereld zag, hoe mensen die voor elkaar en voor God gemaakt waren, hoe zij van elkaar en Hem vervreemdden en hoe zijn schepping kapot ging, had God in woede kunnen uitbarsten of ons aan ons lot kunnen overlaten. Maar het evangelie is het verhaal van de Eeuwige die een baby werd. Mens van vlees en bloed naast ons. Hij is naar feesten en partijen gegaan, ging het debat met de toenmalige leiders aan, ging naar begrafenissen, naar eenlingen, buitenstaanders, mensen die zich slachtoffer voelden en Hij heeft hun verhaal aangehoord en is aan de grote genezing begonnen.
Deze Jezus te volgen is voor mij een keus tegen cynisme. Een keus om niet op te geven, maar erbij te zijn zoals Hij er zelf bij was. Als er onrecht is, als mensen uit elkaar worden gedreven, eenzaam zijn, laten we dan de mens zien, telkens die ene mens en doen wat we kunnen. We staan na de eerste golf van de coronacrisis, met de dreiging van een tweede golf, middenin een nieuwe crisis. We staan voor immense keuzes. En we kunnen kiezen. We hebben altijd meer keuze dan we denken.
Een beetje geloof, een beetje hoop en heel veel liefde, dat hebben we nodig. En de meeste van deze is de liefde.
_______________
Wilt u reageren op dit manifest? Mail dan naar manifest@christenunie.nl, of stuur uw reactie naar de ChristenUnie t.n.v. Gert-Jan Segers, Postbus 439, 3800 AK in Amersfoort.