Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Vreemdelingen- en asielbeleid (AO d.d. 04/06)

dinsdag 10 juni 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   VAO Vreemdelingen- en asielbeleid (AO d.d. 04/06)

Kamerstuk:    19 637

Datum:            10 juni 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste gaat over de Vluchthaven. Ik dien deze motie in, omdat het project op het punt staat om gestopt te worden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een deel van de Vluchthavenbewoners inmiddels is teruggekeerd of daar actief aan meewerkt, dat enkele deelnemers alsnog een verblijfsstatus hebben verkregen, maar dat het grootste gedeelte van de dossiers nog in behandeling is;

overwegende dat deelnemers aan het project de gelegenheid krijgen om in relatieve rust en stabiliteit te werken aan hun toekomst in Nederland of elders in de wereld;

verzoekt de regering, het project Vluchthaven met ten minste zes maanden te verlengen, zodat alle dossiers behandeld zijn, en het project daarna uitvoerig te evalueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Gesthuizen, Voortman en Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 1840 (19637).

De heer Voordewind (ChristenUnie): De volgende motie gaat over het kinderpardon.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat verschillende aanvragen onder de kinderpardonregeling zijn afgewezen doordat aanvragers niet onder rijkstoezicht maar wel onder het gemeentelijk toezicht stonden;

van mening dat mede hierdoor het belang van het kind ondergeschikt wordt gemaakt, hetgeen in strijd is met artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag;

verzoekt de regering, verklaringen van burgemeesters zwaar mee te laten wegen bij het discretionair beoordelen van de afgewezen kinderpardonzaken waarbij er sprake was van gemeentelijk toezicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 1841 (19637).

De heer Voordewind (ChristenUnie): De laatste motie gaat ook over het kinderpardon en het gemeentelijk toezicht. Deze motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Regeling langdurig verblijvende kinderen van de aanvrager vereist dat zij onder het rijkstoezicht hebben gestaan, terwijl de regering voorheen de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, waaronder kinderen, beëindigde totdat de rechter daar in 2010 een einde aan maakte;

constaterende dat een groep kinderen nu op dit vereiste wordt afgewezen terwijl zij vóór 2010 door de overheid op straat zijn gezet;

verzoekt de regering, het deze groep niet tegen te werpen dat zij niet onder het rijkstoezicht hebben gestaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Voortman en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 1842 (19637).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 

 

 

 

« Terug