Christelijk onderwijs
Onderwijsvrijheid is een democratisch grondrecht, een verworvenheid om trots op te zijn. Dit grondrecht voedt het besef lid te zijn van een vrije en democratische samenleving. Het stimuleert ook het eigen initiatief van scholen en brengt onderwijsprofessionals in positie. Nederland kent een uniek onderwijsstelsel, waar de ChristenUnie pal voor staat. Dit stelsel met scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs moeten we koesteren. Het biedt een sterke garantie voor vormend onderwijs en betrokkenheid van ouders.
- Houd artikel 23 van de Grondwet hoog. De verankering van de onderwijsvrijheid in de Grondwet (artikel 23) blijft ongewijzigd. Ouders in heel Nederland kunnen kiezen voor een school die past bij hun opvoeding en levensovertuiging. Dat betreft scholen met een levensbeschouwelijke basis (protestants, katholiek, islamitisch) of werkend vanuit een onderwijskundige visie (Montessori, Dalton, Vrije Scholen, etc.). De laatste school van een richting wordt beschermd, zodat er altijd keuzevrijheid is.
- Garandeer de vrijheid van inrichting. De ChristenUnie is geen voorstander van nog meer deugdelijkheidseisen in de wet die de vrijheid van inrichting inperken. Personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid is aan de scholen zelf. De lumpsumfinanciering blijft intact en wordt niet uitgehold door extra eisen van de minister. Het woud aan subsidies met allerlei voorwaarden wordt zoveel mogelijk omgezet in lumpsumfinanciering en we verhogen de lumpsum voor scholen.
- Versterk de identiteit van scholen. Onderwijs is niet neutraal en alle scholen werken vanuit een onderwijskundige of levensbeschouwelijke basis. De vormgeving van deze schoolidentiteit vergt bezinning, tijd en deskundige ondersteuning. Scholen krijgen meer budget om deze vormgeving goed te organiseren.
- De vrijheid om zelf scholen te stichten. De ChristenUnie wil de drempel voor het oprichten van scholen zo laag mogelijk houden. De ruimte voor ouders om het initiatief nemen tot schoolstichting blijft onverminderd aanwezig. Dit komt tegemoet aan de diversiteit in de samenleving en zorgt voor variëteit in het onderwijsaanbod.
- Handhaaf de kleine scholentoeslag. De ChristenUnie wil dat de toeslag voor kleine scholen behouden blijft. Die is van belang om bijzondere scholen in onder meer krimpregio’s open te houden. Wij trekken hier ook extra geld voor uit.
- Er is ruimte voor thuisonderwijs. Thuisonderwijs blijft een recht dat ouders hebben, mits zij voldoen aan wettelijke waarborgen rond kwaliteit, veiligheid en burgerschap. Er is (proportioneel) toezicht op thuisonderwijs.
- Bescherm het leerlingenvervoer. Rechten die samenhangen met de vrijheid van richting, zoals het leerlingenvervoer, worden beschermd.
- Levensbeschouwelijk onderwijs als recht. Leerlingen in het openbaar onderwijs kunnen in schooltijd kiezen voor levensbeschouwelijk vormingsonderwijs of godsdienstonderwijs.De overheid ziet erop toe dat dit recht in de praktijk ook daadwerkelijk kan worden gebruikt.
- Voorkom misbruik van de onderwijsvrijheid. De overheid waakt tegen misbruik van de onderwijsvrijheid. Daarvoor heeft ze voldoende instrumenten in handen. De overheid houdt toezicht op scholen, binnen rechtstatelijke en constitutionele grenzen.
- Geen toezicht waar dat niet hoort. De overheid erkent de eigen soevereiniteit van de private verbanden (verenigingen, kerken, moskeeën) en treedt niet in de vrijheid van private instellingen waar (jonge) mensen worden gevormd en die zich aan de regels van de rechtsstaat houden.
- Rolvaste inspectie. De inspectie heeft tot taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken op grond van deugdelijkheidseisen. De inspectie heeft een eigen focus en is geen controleur van scholen. Daarin moet zo rolvast blijven. De inrichting van het onderwijs is nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van de schoolgemeenschap zelf. Scholen kunnen eigen keuzes maken binnen de grenzen van de rechtsstaat, mits uitlegbaar vanuit onderwijskundig perspectief.