Toekomst voor boer én natuur!? - bijdrage stikstofdebat
Naast onze boerderij lag het natuurgebiedje De Kleistee. Ik speelde er graag. De boerderij en de natuur hoorden natuurlijk bij elkaar, totdat een van onze akkers met vruchtbare zandgrond, waar mijn opa al aardappels en sjalotten verbouwde, gelegen tussen de buitenduinen en de Middelduinen, werd onteigend, onteigend voor natuur. Toen werd de natuur een vijand, en natuurlijk de hoge heren in Den Haag, ergens ver weg van ons dorp, die even gingen bepalen wat goed voor ons was. Het heeft me een flinke tijd gekost om respect voor deze beslissing en waardering voor deze natuur te kunnen opbrengen.
Ik kan me de wanhoop levendig voorstellen als de dames en heren in Den Haag even op een kaartje intekenen dat de stikstofdepositie in het gebied waar jouw boerderij staat met 47%, 58%, 70% of misschien zelfs 95% omlaag moet. Je levenswerk staat op het spel. Vaak niet alleen jouw levenswerk, maar het werk van vele generaties. Als dat dan ter discussie wordt gesteld, zeker op zo'n wijze, doet dat pijn, raakt dat je existentie, de kern van je bestaan. Al helemaal als alle ballen gericht worden op de agrarische sector en de maatregelen voor industrie, verkeer en luchtvaart nog even naar voren worden geduwd, of eigenlijk dus naar achteren. Stikstof, water, luchtkwaliteit en klimaatverandering zijn het probleem van en voor ons allemaal; niet alleen van de voedselproducent, maar ook voor industrie, verkeer en luchtvaart, en zeker ook voor ons als consument.
Daarom wil ik eerst en vooral zeggen: ja, we staan voor een enorme opgave. We zijn te lang over onze ecologische grenzen heen gegaan. Te lang hebben kabinetten weggekeken en de problemen voor zich uit geschopt. Maar nu we ze gaan aanpakken, moet het rechtvaardig en evenredig. We gaan dat samen doen, met respect voor gezinnen, gemeenschappen, en ja, het hele platteland. Boeren die stoppen, begeleiden en betalen we goed. De blijvers bieden we echt perspectief. De vraag aan beide bewindspersonen na beide brieven is echter: gaan we dat echt doen, en hoe dan? De ene brief is namelijk best kort, misschien wel te kort, en de andere is erg lang, met echt wel aanzetten tot een perspectief en met veel haakjes voor jonge boeren en een eerlijke prijs voor de boer, maar het moet natuurlijk nog wel concreter worden en daadwerkelijk gaan gebeuren. Dat moet topprioriteit zijn, juist nu. Hoe gaat de minister dat snel uitgesproken woord "perspectief" daadwerkelijk helpen realiseren?
Snel verder over die vermaledijde kaart, die inderdaad ook impact heeft op kredietverlening van banken. Dat kwam al langs. Waarom zijn er in gebieden met nauwelijks veehouderij zulke reductiedoelen? Vlieland: 70%, 90%, 95% reductie, geen boer te vinden. Schiermonnikoog: sinds kort natuurinclusieve veehouderij avant la lettre door zeven melkveehouders die een derde van hun koeien hebben weggedaan. Dat willen we toch? Maar op de kaart staat onverbiddelijk 70% en 95%, en nergens een handleiding dat we juist deze boeren willen ontzien. Schouwen-Duiveland, Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en waar niet al: dikke groene zones om Natura 2000-gebieden, oftewel 70% en 95% reductie, en nauwelijks veehouderijen te bekennen. Die ene veehouder, De Hoop, op de Kop van Schouwen? Die is precies zo extensief en natuurinclusief als je het maar hebben wilt.
Waarom? Waarom heeft de minister dat zo in laten tekenen door het RIVM? Waarom in elf provincies van die dikke 70%-zones om Natura 2000-gebieden heen, maar dan in Gelderland weer niet? Juist in deze Natura 2000-gebieden, in de transitiegebieden daar dichtbij, zitten bovenmatig vaak extensieve veehouders, natuurinclusief met weidevogelbeheer en/of biologisch. Zo meteen zijn zij het kind van de rekening en kan minister Staghouwer zijn mooie plannen voor bijvoorbeeld meer biologische landbouw bij voorbaat in de ijskast zetten. Hoe moet ik dat nou precies zien? Graag beider reactie.
Waarom alleen landbouw, alleen veehouderij? Even terug naar die Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, die ik goed ken. Klopt het dat voor zover het stikstofdepositie van binnenlandse makelij betreft, het vooral gaat om ammoniak en stikstofoxide van Yara Sluiskil die daar dus neerdwarrelen? Waarom staan industriële bronnen als Yara, de Amercentrale en Parenco en noem maar op, met zo'n grote impact op natuur, niet op de kaart? En natuurlijk, provincies kunnen deze bronnen zelf aandragen, zoals Gelderland heeft gedaan met de papierfabriek Parenco, maar dat had toch niet zo gemoeten?
De portee van dit verhaal is: doe het integraal, doe het gezamenlijk en doe het rechtvaardig. Iedere sector naar rato dezelfde emissiereductie; luchtvaart, verkeer, industrie en ja, ook de landbouw, zodat de veehouderij na tien jaar stilstand, en helaas zelfs een kleine groei in de ammoniakuitstoot na 2010, weer geloofwaardig op het reductiepad komt van voor 2010 en de natuur weer gaat herstellen.
En waarom is de generiek ingevulde opgave met 12 kiloton eigenlijk zo laag, terwijl stikstofprofessoren met senioriteit tot en met de jongeren van de NAJK aangeven dat daar meer te halen is? Over kilotonnen gesproken, vorig jaar zei het PBL dat er 30 kiloton nodig was. Het RIVM zegt nu: 39 kiloton. Erisman zegt dat het met 23 tot 25 kiloton toe kan. Hoe zit dat nu? Wordt hierbij geborgd dat andere sectoren in gelijke mate teruggaan in hun emissies?
Samenvattend. Deze kaart is gebaseerd op beleidskeuzes met soms een grote impact op gemeenschappen, bijvoorbeeld in de Gelderse Vallei en rond de Peel, maar die keuzes, die beleidsuitgangspunten, blijven impliciet. Ik vraag de minister die te expliciteren. Over rechtvaardigheid gesproken: waar blijft het concrete perspectief voor de PAS-melders?
Ten slotte een serie vragen, want de spreektijd is zo voorbij. De opgave is groot, voor velen op ons platteland existentieel en overstijgt by far één kabinetsperiode. Waarom stelt het kabinet geen plattelandscommissaris aan, analoog aan de deltacommissaris?
Over de niet-vrijblijvende bijdrage van banken en supermarkten, opdat boeren niet langer als een citroen worden uitgeknepen, heb ik het gehad.
Is bij het bepalen van reductiedoelen rekening gehouden met de luchtkwaliteit, gelet op de volksgezondheid?
Welke rol speelt landschapsgrond nou precies, bijvoorbeeld in de overgangsgebieden? Boeren zijn namelijk niet alleen voedselproducenten, maar ook landschapsproducenten. Voor beide verdienen ze een eerlijke prijs. Als de prijs en het inkomen goed zijn, dan vinden maar weinigen het een ramp om hun brood te verdienen met minder dieren. Alleen zo kunnen landbouw en natuur, na duidelijke protesten, diepe pijn en stevige, maar begripvolle gesprekken, uiteindelijk weer harmonieus samengaan.
Download hier de moties die Pieter Grinwis (mede) heeft ingediend.
Heb je vragen over de plannen van het kabinet en de toekomst van de landbouw? Klik op onderstaande knop.