Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het plenair debat over de informele Europese Top van 23 februari 2018

donderdag 22 februari 2018

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een plenair debat met minister-president Mark Rutte

Kamerstuknr.: 21 501 - 20

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter, dank u wel voor het woord. Met de brexit in het vizier vraagt dit om een herpositionering van alle lidstaten binnen de Europese Unie, dus ook van Nederland. Aangezien de as Duitsland-Frankrijk dominant zal zijn de komende tijd, moet in de ogen van de ChristenUnie het doel van de Nederlandse regering zijn om een coalitie van middelgrote noordelijke landen te bouwen, die steun kan geven aan de Duitse kant van die dominante as. De ChristenUnie ziet daarbij een voortrekkersrol voor de Nederlandse minister-president, ook gezien zijn staat van dienst. Tegelijkertijd moeten we de band en de lijn met Duitsland en Frankrijk niet uit het oog verliezen. Ik vraag de minister-president hoe hij hier zelf naar kijkt.

Voorzitter. Het vertrek van de Britten heeft gevolgen voor de begroting en het Meerjarig Financieel Kader. Ze zijn een grote nettobetaler, dus er gaat een flinke hap uit de begroting. Volgens de Commissie en een heel aantal lidstaten moet dat gat worden gevuld. De ChristenUnie roept de Nederlandse regering op aan de lijn vast te houden dat de Europese begroting zal moeten krimpen met het wegvallende deel van de Britten. Als er minder geld binnenkomt, moet je ook je eigen uitgaven tegen het licht houden. De ChristenUnie hecht daarbij aan transparantie. De informatie die de Europese Commissie heeft verzameld over de spending reviews van de verschillende instellingen zou openbaar moeten worden gemaakt. Wil de premier hier nogmaals op aandringen?

Voorzitter. We zien ondertussen een Europese Commissie die meer geld en meer bevoegdheden wil, maar de ChristenUnie vraagt zich af wat er precies is gebeurd met de Timmermansagenda. Hij zou met de stofkam door de Europese regelgeving gaan om te zien welke bevoegdheden en afspraken weer teruggegeven zouden kunnen worden aan de lidstaten. Wat is daarvan terechtgekomen?

Voorzitter. De brexit heeft gevolgen voor de samenstelling van het Europees Parlement. Het uitgangspunt voor de ChristenUnie is: de Britten eruit, dan ook die zetels opheffen. Het lijkt erop dat binnen de Unie wordt gekoerst op een gedeeltelijke herverdeling van de Britse zetels. Kan de premier een beeld schetsen van de verhoudingen binnen de Europese Raad op dit punt?

Voorzitter. Naast alle aandacht die er is voor het Meerjarig Financieel Kader wil de ChristenUnie heel graag ook aandacht vragen voor de institutionele zaken, want die moeten we niet uit het oog verliezen. Het gaat hier vaak over fundamenten, bijvoorbeeld als het gaat om de vertegenwoordiging van lidstaten binnen het Europees Parlement. Neem nou het statuut voor de Europese politieke partijen. Daarin wordt voorgesteld om op Europees niveau te beslissen welke nationale partijen op Europees niveau als politieke partij mogen worden erkend. Dat gaat toch veel te ver? Onafhankelijke parlementariërs kunnen volgens de voorstellen geen Europese partij registreren. Dat raakt aan de fundamenten om bijvoorbeeld ook minderheden de kans te geven in het Europees Parlement vertegenwoordigd te zijn. Kleine partijen worden hierdoor onevenredig hard getroffen. Is het kabinet het met de ChristenUnie eens dat een laagdrempelige toegang voor partijen tot het Europese bestel gehandhaafd moet blijven en dat het onwenselijk is dat de Europese Commissie zich mengt in nationale politieke structuren? Wij vragen ons af of het woord subsidiariteit nog wel voorkomt in het woordenboek van de Europese Commissie.

Voorzitter. Ook ligt het plan voor de invoering van een kiesdrempel in het Europees Parlement nog steeds op tafel. Een kiesdrempel zou echter ten koste gaan van de pluriformiteit die we in Nederland koesteren. Is de minister-president het met de ChristenUnie eens dat zo'n kiesdrempel onwenselijk is? Maar als het ernaar uitziet dat Nederland die niet tegen kan houden, zou die kiesdrempel Nederland niet moeten raken. Wil het kabinet zich daarvoor inspannen?

Het voorstel voor de transnationale lijsten lijkt van tafel. Dat is door het Parlement gelukkig weggestemd. Toch zou ik ook in dit debat een bevestiging van de minister-president willen ontvangen dat die plannen echt van tafel zijn. De ChristenUnie is ook kritisch over het aanwijzen van Spitzenkandidaten door het Europees Parlement. Wij zouden het willen houden bij de procedure die in het verdrag is opgenomen. Het aanwijzen van Spitzenkandidaten werkt echt bevreemdend voor de Europese bevolking. We vragen het kabinet om zich ook hiertegen te verzetten en zich daarvoor in te spannen binnen de Europese Raad.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Mijn vraag aan mevrouw Van der Graaf gaat over het eerste deel van haar betoog, namelijk over het Meerjarig Financieel Kader. De fractievoorzitter van de ChristenUnie heeft gezegd: het is heel simpel, geen cent extra. Of iets dergelijks: er gaat geen extra geld naar Brussel. Is dat een onderhandelingsinzet of is dat een belofte aan de Nederlandse burger? Wij hebben in het verleden weleens slechte ervaringen opgedaan met dat soort beloftes.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik begrijp uw vraag. De ChristenUnie vindt het heel erg belangrijk dat we met deze inzet de onderhandelingen binnen de Europese Raad ingaan. Het is ergens gek dat je op het moment dat er minder geld binnenkomt, niet kritisch kijkt naar je eigen uitgavenpatroon. We weten dat de Europese Commissie daar informatie over heeft opgehaald. Het is ook gek om die niet naar buiten te brengen. Wij hebben er als Europese burgers toch recht op om dat te weten? De vraag of er extra geld bij zou moeten komen, is op dit moment helemaal niet aan de orde. We moeten voordat we dat bespreken weten waar er nog een onsje af kan.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
As ik het goed begrepen heb, is dat een helder antwoord. Het is een inzet voor de onderhandelingen, maar het is geen belofte in de zin van "geen cent meer naar Griekenland" of zo. Dat soort beloftes moeten we niet doen, vind ik. Daarom vraag ik het. Ik hoor mevrouw Van der Graaf zeggen dat het een inzet voor onze onderhandelingen is.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb hier betoogd dat het kabinet echt moet vasthouden aan de lijn dat de Europese begroting niet zal worden uitgebreid.

De heer Asscher (PvdA):
Ik zou het eigenlijk op een andere manier willen vragen. De ChristenUnie en wij zijn het niet altijd eens op het vlak van Europa. Maar we kennen de ChristenUnie als heel eerlijk over wat reëel is en wat je zou moeten verwachten. Als je ziet wat er moet gebeuren om de vluchtelingenstroom te beheersen — iets wat u ook zeer aan het hart gaat — en wat er nodig is voor het klimaat en als je ziet dat onze partner Duitsland — u refereerde daar al aan — nu toch ook een andere lijn ziet, is het dan reëel om hier met z'n allen te zeggen: er mag geen cent bij? We zijn het erover eens dat er bezuinigd moet worden. Maar vindt u het zelf reëel om dat zo te zeggen, ook in de richting van uw kiezers?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb hier betoogd dat de ChristenUnie dit heel belangrijk vindt. We zitten nu in de fase van de onderhandelingen over de meerjarenbegroting voor de toekomst. Wij vinden dat het plaatje eerlijk moet zijn. Leg alle kaarten op tafel! Die liggen er op dit moment nog niet. De ChristenUnie is hier echt voorstander van en roept het kabinet daarom ook op om vast te houden aan de lijn dat de Europese begroting niet wordt uitgebreid. Dat is inderdaad nu de inzet. Als je minder geld binnenkrijgt, is het echt gek dat je niet ook je uitgavenpatroon goed onder de loep neemt.

Misschien kan ik in aanvulling daarop wel zeggen dat de ChristenUnie het heel belangrijk vindt dat we samenwerken op vraagstukken waarbij het een meerwaarde heeft om die Europees aan te pakken, zoals migratie, klimaat en energie. Op die gebieden moeten we samenwerken, maar we moeten ook onder ogen zien waar het minder kan. Ook daar hebben we ideeën over. Wij vinden dat daarnaar gekeken moet worden. Dat is onderdeel van de onderhandelingen.

De heer Asscher (PvdA):
We moeten niet te schimmig doen. Er wordt gezegd: dat is onderdeel van de onderhandelingen, van de inzet enzovoorts. Tegelijkertijd worden er buiten deze Kamer heel grote woorden gesproken: daar moet de premier mee terugkomen, dit gaat Nederland wel of niet doen! Bram van Ojik vroeg hier ook naar. Dat wordt uiteindelijk problematisch in de richting van de kiezer. Ik vind dat je dan eerlijk moet zijn en zeggen: wij zouden het prettig vinden, maar we wachten het rustig af. Dat betekent ook dat je het accepteert als de uitkomst is dat de bijdrage van Nederland misschien 1% hoger wordt. Als je dat niet doet of als je buiten suggereert dat je dat niet accepteert, zou je dat hier ook moeten zeggen. Dan kun je niet zeggen: het is maar het begin van de onderhandelingen. Want er wordt een verwachting gewekt bij de kiezers. Juist op dit punt van de ChristenUnie zou ik zeggen: u heeft altijd een heldere positie gehad, maar ook altijd een heel reële. Wees dan duidelijk. Het is van tweeën een. Of je zegt: je hoeft niet terug te komen met een ander resultaat; gebruik je veto en doe alles wat er nodig is, maar er mag geen cent bij. Of je zegt: het is een onderhandelingsinzet en het zou fijn zijn. Dat laatste is een heel ander geluid dan buiten de Kamer klinkt.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik constateer dat de heer Asscher al veel verder is in het proces en misschien weet heeft van uitkomsten van onderhandelingen waar ik nog geen kennis van heb. Ik constateer dat in deze fase, waarin gesproken wordt over de Europese meerjarenbegroting, de ChristenUnie eraan vasthoudt dat de inzet van Nederland echt gericht moet zijn op het niet uitbreiden van de Europese uitgaven. De ChristenUnie ondersteunt ook de lijn die het kabinet voorstelt. Je moet kijken naar je uitgaven. Dat onderstreept ook de visie van de ChristenUnie. Je moet je uitgaven onder de loep nemen. Kijk bijvoorbeeld hoe het GLB, dat landbouwfonds, momenteel is vormgegeven. Kijk of je dat kunt moderniseren. Kijk of je de Europese cohesiefondsen op een betere manier kunt organiseren. Kijk ook waar het een onsje minder kan.

Mevrouw Maeijer (PVV):
De ChristenUnie zegt: geen cent erbij. Ik hoor de collega net zeggen dat de premier daar ook echt aan moet vasthouden. We horen nu nieuws uit Brussel dat het erop gaat lijken dat er heel veel centjes bij moeten. Betekent dat vasthouden dan ook dat de premier zijn veto gaat inzetten, op het moment dat het wat anders uitpakt dan u voor ogen had?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik zie dat de druk van de andere lidstaten toeneemt, maar dat betekent niet dat Nederland op dit moment moet toegeven. Voorlopig moet het kabinet echt vasthouden aan die lijn. Ik ben ook heel erg benieuwd hoe het speelveld er op dit moment voorstaat. Dat is een vraag die ik doorspeel naar het kabinet. Schets dat beeld eens voor ons als parlement.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Dus de ChristenUnie vindt dat premier Rutte het veto moet inzetten op het moment dat er geld bij moet?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
De ChristenUnie vindt dat de Nederlandse regering nu moet vasthouden aan de Europese begroting en dat die begroting zou moeten krimpen als gevolg van het wegvallen van het Britse geld als de Britten vertrekken.

De voorzitter:
Tot slot.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Vasthouden betekent dan het veto inzetten? Als u er geen consequenties aan verbindt, is "vasthouden" namelijk meer een woord voor de bühne, eigenlijk gewoon een grote wassen neus.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik voel aan dat dit gewoon een herhaling van zetten is. Volgens mij ben ik duidelijk geweest over de positie van de ChristenUnie op dit punt. Daar wil ik het gewoon bij laten.

Informatie

« Terug