Een revolutie van dienstbaarheid
We hebben een ruig politiek voorjaar achter de rug. Het kabinet Rutte-3 is afgetreden vanwege het ongekende onrecht dat slachtoffers van de toeslagenaffaire is aangedaan. Na de verkiezingen en in het ‘functie elders’-debat zijn we in een moeizame formatie beland. Maar waar eerst de vragen over een ongezonde politieke cultuur centraal stonden daar is het nu vooral de vraag ‘wie met wie’ zal gaan. Op dit moment schrijven de twee grootste Kamerfracties – die van VVD en D66 – aan een aanzet tot een regeerakkoord op basis waarvan er na half augustus met andere fracties doorgesproken moet worden over een regeerakkoord en een coalitie.
Als ChristenUnie-fractie bekijken we die moeizame politieke verhoudingen niet vanaf de maan: we weten we dat we er deel van uitmaken. Aan het eind van het ‘functie elders’-debat waren er vier fracties die de motie van wantrouwen tegen demissionair premier Rutte niet steunden: de vier fracties die samen het kabinet Rutte-3 vormden. Voor ons was dat echter geen teken dat er niets aan de hand was. In het weekend na dat debat hebben we als fractie aangegeven dat het voor ons nu geen ‘business as usual’ kan zijn en dat het niet geloofwaardig zou zijn als deze vier partijen nu ‘gewoon’ het kabinet Rutte-4 zouden gaan vormen. Dat statement was bepaald geen olie op de golven. Eerder heb ik mijn eigen uitlatingen al eens tegen het licht gehouden en gezegd dat onze inzet en bezwaren niet primair persoonlijk bedoeld zijn tegen premier Rutte. Onze politieke cultuur staat of valt niet met één persoon.
Tegelijk is dit nu wel het moment om weer terug te gaan naar dat wat we rondom het 1 april-debat voelden en wat ook de aanleiding was om wél met een stevig politiek statement te komen: een geloofwaardige omslag naar een andere politieke cultuur en vooral naar een menselijke, dienstbare overheid. Na de tragedie van de toeslagenaffaire, na het uiterst trage herstel van de schade in Groningen, na de problemen met de jeugdzorg, IND en andere uitvoeringsorganisaties, na al die momenten waarop de overheid niet dienstbaar aan haar eigen burgers was, moet die omslag ook echt worden gemaakt.
Er is in dit politiek onstuimige voorjaar de belofte gedaan van een omslag naar meer dualisme, meer transparantie, versterking van de rechtsstaat en meer dienstbaarheid. Als na dit alles die omslag niet gemaakt wordt, zal een bitter cynisme ons aller deel zijn. En terecht. Als er na dit alles uiteindelijk niets verandert, zal datzelfde cynisme het vertrouwen in onze hele democratische rechtsorde verder ondermijnen. Het komt er nu op aan dat politiek en overheid weer laten zien wat – in de woorden van Abraham Lincoln – democratie is: de regering ván mensen, dóór mensen en vóór mensen.
Dáárom, omdat we dáártoe gemotiveerd zijn, leggen wij met een pamflet vandaag onze inzet voor de komende periode op tafel voor die andere, transparante politieke cultuur en voor die andere, dienstbare overheid.
Het zijn niet de huwelijkse voorwaarden, het is niet de drempel die nog even genomen moet worden voor eventuele kabinetsdeelname. We staan ook niet voor die drempel, als tiende partij in omvang, die als ‘niet-wenselijk’ is bestempeld en waarvan zelfs niet duidelijk is of die ook nodig is voor een nieuwe coalitie.
Dat laat onverlet dat we van dit pamflet hoe dan ook werk van willen maken, welke positie we ook in zullen nemen. Omdat we hoe dan ook willen bijdragen aan een overheid en samenleving waarin de kloven niet verder groeien, maar juist kleiner worden. Díe handschoen pakken we als ChristenUnie in ieder geval graag op; het christelijk-sociaal denken biedt daar ook veel handvatten voor.
Maar behalve uit de christelijk-sociale traditie, wil ik ook putten uit een verhaal dat belangrijk is voor mij en dat ons ook als fractie raakte. Het is het Bijbelse verhaal over de herder met de honderd schapen. ls de herder van de kudde erachter komt dat er één schaap afgedwaald is, laat hij de andere 99 achter, om die ene, die in de problemen kwam, te vinden en te helpen. Hij loopt om, om dat ene schaap te redden en pas daarna weer bij de 99 terug te keren.
Ik wil een voorbeeld nemen aan die Herder en denk dat ook de overheid van het verhaal kan leren. De overheid is geroepen, niet alleen om het goed te regelen voor de massa, maar juist ook voor ‘die ene’. Een overheid die dienstbaar is. Die menselijk is. Die recht doet. Dat is wat de politiek te doen staat, dat is wat ons te doen staat.
In ons pamflet delen we zeven inzichten en twee keer zeven voorstellen om daaraan bij te dragen. Juist omdát we niet door willen met business as usual. En in de hoop dat ook een nieuw kabinet, hoe die ook is samengesteld, hier de schouders onder kan gaan zetten. Want het komt er nu op aan dat we niet alleen práten over een andere politieke cultuur en een menselijke overheid, maar het nu vooral laten zien. Dat we concrete stappen gaan zetten en een echte omslag maken. Aan ons zal het niet liggen.