De waarde van rust

Man met kind bij zee
05 Pieter Grinwis.jpg
Door Pieter Grinwis op 2 juni 2021 om 11:07

De waarde van rust

Deze week ging ik in debat over de wijziging van de Winkeltijdenwet.
Dat lijkt techniek, maar uiteindelijk gaat het in zo’n debat over welke samenleving we willen zijn en hoeveel ruimte we elkaar gunnen voor rust.

Hieronder mijn bijdrage.

Inleiding
Voorzitter, de Winkeltijdenwet is er om de winkelier te beschermen. Te beschermen tegen de inktvlekwerking van de - soms wel onstuitbaar lijkende - 24-uurseconomie. Mijn fractie staat voor een economie die werkt voor mensen. Een economie die werkt voor mensen inderdaad en niet mensen die werken voor de economie, voor economische groei, voor nog hogere bonussen voor de managers in de top, voor een nog hogere positie van de eigenaar in de Quote 500.

En toch. Het lukt ons maar slecht die economie die werkt voor mensen dichterbij te brengen. Alles en iedereen lijkt steeds meer, altijd en overal ten dienste te moeten staan van rusteloze consumenten en gejaagde managers. 24-7 aan. Zonder rust. Zonder ruimte. Vrijheid, zegt u? Een slaveneconomie, bedoelt u.

Een economie met steeds minder respect voor rust, voor rustdagen. Hoe is anders te verklaren dat supermarkten na een afmattend coronajaar voor hun medewerkers in de cao-onderhandelingen niet slechts de helft van de looneis willen inwilligen, maar ook nog de onregelmatigheidstoeslag eraf willen hebben, omdat de zondag voor hen ‘een dag als alle anderen’ is geworden? Natuurlijk, het is aan de supermarkten en de vakbonden om eruit te komen, maar ik heb hier wel een mening over en ik roep de supermarkten op om de onderhandelingen te voeren met respect, voor hun medewerkers én voor de Winkeltijdenwet. Sluit de staatssecretaris zich bij deze oproep aan? Immers, de Winkeltijdenwet beschermt niet alleen de winkeliers, maar zeker ook de hardwerkende winkelmedewerkers. De Winkeltijdenwet zet namelijk een beschermend hek rond de nachtelijke uren, de feestdagen, de zondag, beschermt de ruimte voor rust. En de wetswijziging die hier voorligt maakt die bescherming beter, zeker voor de kleine winkelier.

Marktkooplieden verdienen ook bescherming
Voorzitter. Dan kom ik bij onze onvolprezen marktkooplieden. Na het debat over glasvezel in de commissie alweer het tweede onderwerp waarop ik aangegord met ervaringen uit de gemeenteraad het debat met de staatssecretaris aanga. Wat wil het geval: ooit was het Haagse stadsbestuur voornemens de Haagse Markt ook op zondagen te gaan openen. Dat lag erg gevoelig en verdeeld op de markt. Een groot deel van de ondernemers wilde niet op zondag, hun enige vrije dag in de week, hun kraam openen. Maar dat zou ten koste gaan van hun zogenoemde teldagen, of anders gezegd: van hun vakantiedagen. Nu ging dit hele niet bijster goede plan uiteindelijk de prullenbak in vanwege bezwaren uit de buurt, maar toch. Alleen al deze casus toont aan: onze marktkooplui verdien bescherming. Deze wetswijziging ziet echter wel op winkeliers, maar niet op marktkooplieden. En dat vindt de ChristenUnie niet terecht. Markten met een vaste standplaats vallen namelijk wél onder het bereik van de Winkeltijdenwet, maar waarom dan niét onder deze specifieke wetswijziging? Volgens de staatssecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag omdat de relatie tussen marktondernemer en gemeente anders is dan de relatie tussen winkelier en verhuurder of franchisegever. Mijn vraag: is dat wel zo? Ik zie in de praktijk wat anders. Een boete voor het niet opengaan vanwege een eenzijdige wijziging van openingstijden door een vastgoedeigenaar is toch niet veel anders dan een mindering in teldagen vanwege een eenzijdige wijziging van openingstijden door een gemeente. Ik heb op dit punt dan ook een amendement ingediend, samen met collega Leijten.

Onderhandelingspositie winkeliers
Dat deze wetswijziging geen overbodige luxe is, dat noemden eerdere sprekers ook al. De Paddepoel-motie is inmiddels een begrip. En niet zonder reden. Immers, we hebben het over ongelijke onderhandelingsposities. Door die ongelijkheid kon een eenzijdige aanpassing van openingstijden worden afgedwongen. Dat tast de vrijheid van ondernemers aan. De ChristenUnie hecht waarde aan die vrijheid, omdat het de rust en ruimte biedt voor ondernemers om te ondernemen op een manier die bij hen past.

De coronacrisis heeft deze precaire onderhandelingspositie voor de winkelier weer eens blootgelegd. De overheid riep expliciet verhuurders op om redelijk en billijk om te gaan met de huur van winkelpanden. Dat is niet altijd goed gegaan. Zo zijn er verhuurders die een faillissementsaanvraag als dwangmiddel hebben ingezet om tot huurbetaling te komen. Dit laat zien dat er wel degelijk buitenproportionele dwang of drang uitgeoefend wordt. De ChristenUnie is bang dat dit ook kan gebeuren om instemming met winkeltijden te bewerkstelligen. De vrijheid van ondernemers komt zo onder druk te staan. De Staatssecretaris schrijft dat het Burgerlijk Wetboek voldoende bescherming biedt tegen dwang of drang. Tegelijkertijd werpt de coronacrisis wel echt nieuw licht op de onderhandelingspositie van winkeliers.

  • Denkt de Staatssecretaris nog steeds dat het Burgerlijk Wetboek voldoende bescherming biedt?
  • Heeft de Staatssecretaris zicht op ongelijke onderhandelingsposities en de gevolgen daarvan? Zo niet, ziet zij manieren om wél meer zicht daarop te krijgen?

Waardevolle rust
Voorzitter. De kern waar we vandaag over spreken is de ruimte voor rust in onze soms dolgedraaide 24-uurseconomie. Wordt die collectieve rust nog wel voldoende gewaarborgd? In cao-onderhandelingen zijn de onregelmatigheid- en zondagstoeslagen steeds meer een punt van discussie. Collectieve rustmomenten zijn niet meer heilig, maar kunnen opeens als wisselgeld worden ingezet. De ChristenUnie maakt zich daar zorgen om. Twee weken geleden concludeerde het CNV nog dat ruim 1 op de 5 werkenden tegen een burn-out aanzit en 36% van de werkenden kampt met steeds meer werkstress. In oktober van vorig jaar was dit nog 29%.

Voorzitter, en kijk dan eens naar de adviezen van de overheid in Coronatijd:

  • Heb je trek, neem een wortel;
  • Loop een rondje in de avond;
  • Maak een keertje iets met linzen;
  • Doe een visje door de pasta.

Zo maar een greep uit de tips van VWS om gezond te blijven. Maar wat stond er niet tussen?:

  • Heb je stress, neem een rustdag;
  • Zet je mailnotificaties uit buiten werktijd;
  • Leg je telefoon eens opzij.

Hoe kijkt de staatssecretaris naar bescherming van de waarde van rust, voor ondernemers, voor werknemers? En als de overheid waakt over een visje door de pasta en iets met linzen, waarom dan niet over momenten, dagen van rust in een 24-uurseconomie?

Voorzitter, ik wil hier niet een gebod tot rusten afvaardigen, wel pleit ik voor de waarde van rust, voor rustpunten in het jachtige ritme van samenleving en economie. Immers, de wijze Prediker zei het al: “Beter is één hand gevuld met rust dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind.”

Labels: , ,