Bijdrage Carola Schouten aan de Algemene Financiële Beschouwingen
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan de Algemene Financiële Beschouwingen
Onderwerp: Algemene Financiële Beschouwingen
Kamerstuk: 34 000
Datum: 24 september 2014
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Toen ik de Miljoenennota 2015 las, dacht ik: is het glas nu eigenlijk halfvol of halfleeg? Enerzijds zijn er tekenen van herstel. De export, de investeringen en de consumptie trekken iets aan. De koopkracht vertoont een klein plusje en de werkloosheid daalt voor het eerst sinds tijden. Ook wat betreft het EMU-saldo hebben wat meer lucht gekregen. Anderzijds is dit lichte positivisme omgeven met veel mitsen en maren. Er is veel onzekerheid. Er liggen nog veel risico's op de loer. De werkloosheid is nog steeds te hoog. De private en publieke schulden hangen als een molensteen om de hals van burgers, bedrijven en de overheid. Delen van het mkb, de motor van onze economie, kampen met te weinig eigen vermogen, wat hen kwetsbaar maakt. Tel daarbij de onzekere internationale situatie op — wij hebben daar vanavond ook weer berichten over gehoord — en het beeld wordt al een stuk minder rooskleurig. Komend jaar wordt het dus balanceren voor al die huishoudens en bedrijven, die zich geconfronteerd zien met deze onzekerheden.
Het kabinet heeft al veel in gang gezet, waaronder de nodige hervormingen, maar dat wil niet zeggen dat wij nu op onze handen kunnen gaan zitten. Veel maatschappelijke ontwikkelingen die om een antwoord vragen, zijn terug te leiden tot één discussie: die over de herziening van het belastingstelsel. Met Prinsjesdag ontvingen wij eindelijk de langverwachte brief over de belastingherziening. Daarin worden veel richtingen aangegeven, maar echte keuzes blijven vooralsnog uit. "Draagvlak zoeken" is het toverwoord, maar dan zul je ook moeten durven spreken over de waarden die onder het belastingstelsel liggen. Daar lijkt het kabinet nu handig bij weg te manoeuvreren.
De herziening van het belastingstelsel wordt gepresenteerd als een technische, door economische rationaliteit omgeven exercitie, maar dat is zij natuurlijk niet. Want hoe kijk je bijvoorbeeld aan tegen de eigen keuzes die mensen in hun leven mogen maken, bijvoorbeeld in de combinatie met arbeid en zorg? Hoe kijk je aan tegen de wenselijkheid naar een duurzame samenleving te gaan of tegen de verdeling van vermogens in dit land? Deelt de staatssecretaris onze opvatting dat ook het kabinet duidelijk moet aangeven wat de waardes moeten zijn onder het nieuwe belastingstelsel en welke politieke opvattingen het daarmee wil realiseren, voordat het allerlei koffierondjes gaat doen langs de fracties? Overigens is de staatssecretaris bij onze fractie hartelijk welkom.
Daarnaast suggereert het kabinet dat er geen taboes zijn en dat alle opties open liggen in de discussie. Daar hebben wij net al lang over gesproken bij de heer Koolmees. Tegelijkertijd — ik heb het net al in mijn interruptie aangegeven — constateer ik toch dat er diverse schotten staan in deze brief. Je hebt de autobelastingen, die wel hervormd moeten worden, maar niet verhoogd. Je hebt de vergroening, waarbij we vooral moeten aansluiten bij internationale ontwikkelingen. Je hebt de vermogens, die misschien wel eerlijker, maar niet hoger belast mogen gaan worden. En je hebt de woningmarkt, waar ook niet over gesproken mag worden, terwijl vandaag zelfs de directeur van de Vereniging Eigen Huis, Rob Mulder, heeft aangegeven dit een gemiste kans te vinden. Nota bene: de vertegenwoordiger van de woningmarktbelanghebbendenlobbyclub! Zijn deze randvoorwaarden hard voor dit kabinet? En, zo ja, hoe kan het dan volhouden dat er geen taboes zijn? Maar nog voordat we in dat spelletje belanden, wil ik vragen: hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat er in dit huis een breed draagvlak gevonden gaat worden? Want het is waar dat iedereen misschien een stukje over zijn schaduw — dat is ook alweer zo'n beladen woord — moet heenstappen, maar het moet niet zo zijn dat het kabinet dicteert en dat de Kamer hier en daar nog wat kan invullen. Dat is niet het principe van breed draagvlak zoeken en ik hoop dat de staatssecretaris ons daar ook gelijk in kan geven.
Het aanpassen van een stelsel heeft smeerolie nodig om de effecten voor bepaalde groepen te compenseren. Het kabinet rekent op zo'n 3 tot 5 miljard euro. Meerdere mensen hebben dit ook al gevraagd, maar klopt het dat dit inderdaad gefinancierd moet worden uit de meevallers? Die zijn immers hoogst onzeker. En dan krijg je de situatie dat je elk jaar weer een klein stukje kunt realiseren, want het lijkt me heel erg ingewikkeld om in een keer 3 tot 5 miljard uit de meevallers te gaan halen. Wij willen een herziening, omdat een van de grootste opgaven van dit moment de hoge werkloosheid is en hiervoor moeten de lasten op arbeid snel omlaag. Dat standpunt delen wij. Als we echter de aanpak of de route van het kabinet gaan volgen, kan het nog weleens lang gaan duren, voordat die lasten substantieel gaan dalen. Dan kan de situatie ontstaan dat we pas het probleem kunnen gaan oplossen als het probleem zichzelf al heeft opgelost, namelijk als de werkloosheid al verlaagd is.
Als je het probleem nu wilt oplossen, zijn er volgens mij drie smaken: of je verlaagt de lasten ten koste van het saldo, of je verlaagt de lasten door verder te bezuinigen, of je verlaagt de lasten door nu al forse schuiven toe te passen. De eerste twee opties lijken voor ofwel de VVD ofwel de PvdA onbestaanbaar. Maar, vraag ik de staatssecretaris, is er dan wel ruimte voor optie drie, het verschuiven van de lasten, bijvoorbeeld door nu al veel verder te gaan in de vergroening en het geld dat dit oplevert terug te sluizen naar de lasten op arbeid? Gisteren was de grote klimaatconferentie in New York en een van de sprekers daar was Angelien Kemna van APG. Zij gaf in haar speech aan dat zij, als pensioenfonds, grote investeringen wil doen in duurzame ontwikkelingen, als bijvoorbeeld CO2 maar zwaarder beprijsd gaat worden en als kolen en olie ook zwaarder belast gaan worden, omdat er dan pas een eerlijk speelveld ontstaat. Die kans moeten we niet zomaar laten varen en we kunnen daarmee dus ook de lasten op arbeid verlichten. Ik hoor graag of de staatssecretaris dit met ons eens is. Anders wordt smeerolie voor de belastingherziening misschien meer smeerolie voor alleen een coalitie.
Naast de hoge werkloosheid is de hoogte van de private schulden een risico voor het economisch herstel. Onder andere de BIS waarschuwde hier dit voorjaar al voor. De rente is nu laag, maar deze hoeft maar iets te gaan stijgen en veel huishoudens raken dieper in de problemen dan ze nu mogelijk al zitten, met alle gevolgen van dien. In Nederland gaat het om de hoge hypotheekschulden en om het grote aantal huishoudens met een woning die onder water staat. Het betreft ongeveer 1,1 miljoen huishoudens. Het kan, zo lees ik in de Miljoenennota, nog zo'n tien jaar duren voordat deze private schuldenberg enigszins is weggewerkt. Dat betekent voor deze huishoudens zo'n tien jaar een rem op arbeidsmobiliteit en een lagere koopkracht. Ik heb de minister dit voorjaar gevraagd om zijn licht hierover te laten schijnen en zijn visie te geven over de wijze waarop dit probleem kan worden opgelost. Hij zou er in de Miljoenennota op terugkomen. Ik heb hard gezocht, maar ik heb geen visie gevonden, hooguit een feitelijke beschrijving van de situatie. Ik wil de minister vragen of hij in zijn termijn toch wat meer woorden wil wijden aan de manier waarop hij aankijkt tegen de private schulden en wat hier aan kan worden gedaan.
Er is natuurlijk al een aantal maatregelen genomen ten aanzien van de restschulden. We hebben dat in de Miljoennota gelezen. Het is prima dat die ook zijn doorgezet. Maar een concrete maatregel die ik nu wil voorstellen om die private schulden verder aan te pakken, is om te bekijken of mensen met een hypotheek die onder water staat, de mogelijkheid kunnen krijgen om deze hypotheek boetevrij te herfinancieren. Het verschil in rente van wat ze nu betaalden en wat ze gaan betalen, kan dan gebruikt worden om de eigenwoningschuld af te lossen. De rente is nu laag en het geeft die gezinnen dan ook die mogelijkheid. Daarmee komt er meer lucht bij de gezinnen, kunnen ze sneller hun restschuld aflossen en komt er ook meer mobiliteit. Is de minister bereid om de voor- en nadelen van deze optie op een rij te zetten en ook met de bankensector in overleg te gaan of zij deze mogelijkheid tijdelijk willen aanbieden?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik had aan hetzelfde punt aandacht willen besteden in mijn termijn, maar ik kan het beter zo doen, want dat scheelt tijd. Op zich is dit volgens mij een prima plan, maar nu koppelt mevrouw Schouten het aan mensen met een restschuld. Je kunt echter ook naar andere mensen kijken, die geen restschuld hebben. Mijn eerste vraag is dus of zij het breed of smal ziet. Mijn tweede vraag is of ze daarmee niet door het private contractrecht heen banjert. Dat zou zij niet willen, denk ik, maar dat willen wij zeker niet.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Nee, daarom zeg ik ook niet dat we het moeten opleggen. Dat zal in overleg met de banken moeten gaan. We hebben ook de situatie gehad dat er €100.000 geschonken kon worden, wat dan ingezet kon worden om de hypotheek naar beneden te krijgen. Daarbij was er in een aantal gevallen sprake van dat banken boetes zouden moeten gaan berekenen, omdat er te veel afgelost werd. De meeste banken, niet allemaal, hebben gezegd: we zien het probleem en we zullen deze keer die boete niet berekenen. Ik zie dat daar bij banken op onderdelen dus ruimte zit. Ik besef dat wij dat niet van bovenaf op kunnen leggen, omdat je dan inderdaad met het contractrecht te maken krijgt. Vandaar mijn oproep aan de minister om daar met de bankensector naar te kijken.
De heer Dijkgraaf vroeg verder of het niet breder gezien moet worden. Ik vraag specifiek aandacht voor deze groep, maar ik kan me ook voorstellen dat je deze groep niet kunt uitzonderen, maar hier zit wel de grootste urgentie.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik kan me voorstellen dat als je dat deze groep gunt, je dat ook breder trekt, want anders is het weer een speciale behandeling van deze groep. Als ik het echter goed begrijp, dan zegt mevrouw Schouten tegen de minister, en ik zou mij daarbij aan willen sluiten: breng eens in kaart wat de voor- en nadelen zijn van zo'n maatregel. Het zal nooit opgelegd worden vanuit Den Haag, maar de minister kan natuurlijk altijd in gesprek gaan met de banken, ook gezien wat wij allemaal voor banken gedaan hebben. Als banken daartoe in staat zijn, is dat ook een goed gebaar richting hun cliënten.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Zeker. Ik deel dat het een goed gebaar is richting de cliënten, maar ik denk ook dat het uiteindelijk in het voordeel van de banken zelf is als die restschulden sneller worden weggewerkt, omdat er daardoor ook een snellere doorstroming kan gaan plaatsvinden, wat de banken weer mogelijkheden geeft om andere hypotheken af te sluiten. Er zitten dus ook voordelen aan. Ik hoop dat de minister dat gesprek aan wil gaan.
De heer Harbers (VVD):
Met beschouwingen heb je vaak dat het een beetje duizenddingendag wordt. Vanochtend zag ik al het voorstel van mevrouw Schouten om oversluiten makkelijker te maken. Wat vraagt zij nou precies van de minister? Wat denkt zij dat er gaat gebeuren als een minister zonder geld naar banken gaat en hun verzoekt om dat alsjeblieft te doen? Het ligt namelijk wat anders dan vorig jaar. Toen hadden we te maken met de verruimde schenkingsmogelijkheid, die de overheid veel geld kostte. Ik kan mij voorstellen dat banken toen zeiden: daar heeft de overheid al geld voor uitgetrokken, dus nu gaan wij ook helpen om het makkelijker te maken om de hypotheekschuld te verminderen. Nu moet de minister met lege handen komen. Het enige wat wij hebben kunnen bewerkstelligen — ik ben er overigens heel blij mee dat wij dat samen hebben kunnen doen — is de verruimde aftrekmogelijkheid voor de restschuld. Wat vraagt mevrouw Schouten nu echt van de minister? Vraagt zij hem enkel om te gaan praten met de banken en te zeggen: wees lief voor mij en ga dit mogelijk maken?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Vorig jaar was dat niet heel veel anders. Ik denk dat de overheid juist ontzettend veel doet om de restschuldproblematiek aan te pakken. Ik geloof dat dit een maatschappelijke opgave van alle partijen is, zowel van de overheid als van de banken en de burgers. Wij zullen er met zijn allen onze schouders onder moeten zetten. Als wij alleen maar naar banken kunnen stappen met een boodschap als wij iets te bieden hebben, me dunkt dat we de banken de afgelopen jaren wat geboden hebben. Sterker nog, een bank is gewoon in ons eigen bezit. Daar wil ik niet mee gaan dreigen — daar moeten we een open gesprek over aangaan — maar ik roep de banken op om hun maatschappelijke rol op dit punt te pakken.
De heer Harbers (VVD):
Volgens mij hadden wij inderdaad afgesproken dat wij van het staatsbezit van twee banken geen marketingpunt zouden maken. Het is dus heel goed dat mevrouw Schouten daar niet mee dreigt. Maar volgens mij is het in dit land nog altijd zo dat consumenten ook goed moeten kijken naar de hypotheek die zij nemen. Natuurlijk kun je een lagere rente krijgen, als je de rente minder lang vastzet. Vervolgens maak je daar afspraken over met de bank. Je kunt ook een lagere rente krijgen als je minder leent en de loan to value minder hoog is. Dat zijn allemaal keuzes die miljoenen mensen in de afgelopen jaren vaak ook wél bewust hebben gemaakt. Is het in dat licht niet vreemd om nu van banken te vragen om dwars door die contracten heen te banjeren en te zeggen: dat maakt niet uit, want we vinden dat er een groter probleem is en dat moet u maar oplossen; hoe u dat in uw bedrijfsvoering oplost is vers twee, daar gaan wij als overheid niet over?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De heer Harbers schetst nu wel een situatie waarin mensen bewuste keuzes kunnen maken op het moment dat zij hun hypotheek financieren. De ironie wil dat juist de mensen die heel erg voor zekerheid gingen, dus niet de gelukzoekers, hun hypotheekrente voor langere tijd hebben vastgezet. De mensen die zeggen "ik zie wel hoe het gaat" en er misschien ook meer inzicht in hebben, kiezen vaker voor de variabele rente. Het is geen fout van de banken. Alleen, die mensen willen op een bepaald moment een hypotheek. De hypotheekrente heeft dan een bepaalde hoogte, en dan hebben ze de keuze tussen geen hypotheek of wel een hypotheek. Ze kunnen het ook niet zomaar met eigen financiering oplossen. Ik zeg dus alleen: dit is iets wat volgens mij op dit moment heel veel huishoudens soelaas kan bieden. Ik besef dat wij het niet kunnen opleggen, maar ik hoop wel dat wij met elkaar het gesprek kunnen voeren over de vraag of dit geen optie is. Ik vraag de minister dan ook om de voor- en nadelen uiteen te zetten. Nogmaals, we hebben het vorig jaar ook bij de schenkingsvrijstelling gedaan. Toen kon het ook, dus ik reken erop dat de banken op enig moment zeggen dat zij er een bijdrage aan kunnen leveren.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik vind het op zich heel terecht dat mevrouw Schouten aandacht vraagt voor de restschulden. Overigens, in de Kamer hebben we wel vaker gesproken over de wijze waarop Deutsche Bank met boetes is omgegaan. Daar hebben we zelfs nog een plenair debat over gevoerd. Ik kan het mij dus wel voorstellen. Ik probeer echter het voorstel van mevrouw Schouten om die restschulden te beperken, precies te duiden en in te schatten. Het is mij niet helemaal helder geworden. Op zichzelf voel ik er wel veel voor.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Op dit moment is de rente niet hoog, bijna laag. Dat zie je ook aan het aantal starters op de woningmarkt. Er zijn mensen voor wie het een groot probleem is dat hun huis qua hypotheek onder water staat, waarbij bijvoorbeeld ook de hoogte van de rente meespeelt. Ik wil graag bekijken of het verschil in rente voor de huidige en de nieuw af te sluiten hypotheek kan worden ingezet om de hypotheek af te lossen, maar dan boetevrij of tegen een lager bedrag dan oorspronkelijk had moeten worden betaald. Als je nu een looptijd hebt van twintig jaar en je na tien jaar toch gaat herfinancieren, dan moet je een fikse boete betalen. Dat remt heel veel huishoudens. Het mes snijdt volgens mij dus aan twee kanten: het helpt om de eigenwoningschuld sneller af te lossen en het helpt de doorstroming op bijvoorbeeld de woningmarkt.
Het punt is dat niet alleen door maatschappelijke ontwikkelingen maar ook door het eigen beleid van de overheid de private schulden toenemen. Ik heb de heer Van Hijum er ook al over gehoord, maar een voorbeeld is het wetsvoorstel over het studievoorschot, dat we gewoon maar het studieschuldstelsel noemen. De Raad van State waarschuwt nota bene voor de gevolgen van dit wetsvoorstel voor de positie van de middeninkomens. We laden een hele generatie weer vol met schulden, dit keer niet met eigenwoningschuld maar met studieschuld. Het adagium "een leven lang leren" wordt bij dit kabinet "een leven lang lenen". Hoeveel lessen moeten we nog leren? Is het kabinet bereid om bij wetsvoorstellen met financiële consequenties de gevolgen voor de private schulden inzichtelijk te maken? Is het kabinet tevens bereid om elk jaar inzicht te geven in de hoogte van de private schulden, zoals we dat ook met de publieke schuld doen? Noem het maar "de staat van de schulden". Ik hoor hierop graag een reactie.
Ik heb nog een paar korte vragen. De eerste gaat over de internationale onzekerheid. Meerdere sprekers hebben die aangehaald. Die onzekerheid is er wat betreft bijvoorbeeld Rusland en Oekraïne, maar die is er ook in de eurozone. Frankrijk lijkt weer met hoog spel bezig te zijn in de eurozone door niet te voldoen aan de eisen van het SGP. Dit haalt het draagvlak bij andere landen weg. Is de minister bereid om Frankrijk dit keer wel de duimschroeven aan te draaien en te zeggen dat dat niet de bedoeling is?
Ik heb ook nog een vraag over het Deltafonds. Het is dezelfde vraag als de vraag die de heer Koolmees stelde: kan het zijn dat we dat niet moeten verlengen omdat de scope van het Deltafonds, namelijk de periode tot 2028, eigenlijk te kort is om alle projecten in het programma van het Deltafonds uit te voeren?
Ik laat het hierbij. Ik zie uit naar het debat over het belastingstelsel. Ik denk echter ook dat het belangrijk is dat we met zijn allen de verantwoordelijkheid nemen om de balans naar de goede kant te laten doorslaan.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb in de Miljoenennota gezocht naar wat nu eigenlijk het stempel van de ChristenUnie is als prijs voor het gedogen, voor het laten zitten van dit kabinet. Ik ga ervan uit dat u onderhandeld hebt. U geeft uw steun en daardoor is er een meerderheid, waardoor het kabinet door kan gaan. Dus ik ga ervan uit dat u onderhandeld hebt. Of hebt u bij voorbaat en blind gezegd: ga maar door, het maakt niet uit wat de uitkomst is? Ik zie geen stempel van de ChristenUnie. Wat hebt u nu binnengehaald?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik geloof dat het juist de fractievoorzitter van de heer Van Dijck was die daar vorige week heel erg tegen stond te fulmineren. We hebben meer geld voor Defensie geregeld. We hebben meer geld voor ontwikkelingssamenwerking geregeld. We hebben ervoor gezorgd dat de bezuiniging op de huurtoeslag van tafel is. Ik kan nog wel even doorgaan. Hoeveel voorbeelden wil de heer Van Dijck nog hebben?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Inderdaad: meer ontwikkelingshulp en meer voor Defensie, weliswaar een kruimel maar méér. Maar uw achterban, namelijk de ouderen, de alleenverdieners en de kostwinners, pakt u keihard in de portemonnee. Het ergste vind ik nog het volgende. Ik zei het net al, want ik had deze interruptie aangekondigd. De alleenstaande met een wettelijk minimumloon geeft u een cadeautje van €3.320, als alleenstaandeouderkop op het kindgebonden budget. De alleenstaande met twee kinderen, de gescheiden moeder, krijgt er van dit kabinet gewoon €2.500 bij. De alleenverdiener, de kostwinner, die thuiszit met twee kinderen wordt echter met €600 gepakt. Bent u van achterban veranderd?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Misschien moet de heer Van Dijck even bedenken wie hij voor zich heeft, maar dat terzijde.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Eigenbelang!
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Nee hoor! Maar dit is niet nieuw. Dit is het gevolg van de hervorming van de kindregelingen. Deze hervorming is vorig jaar bij het herfstakkoord al aangekondigd. Toen is aangegeven dat de groep alleenstaande ouders, die er nu bijna geen profijt van hadden dat ze gingen werken, tegemoetgekomen zou worden. Het is oud nieuws, mijnheer Van Dijck, het spijt me.
De heer Van Hijum (CDA):
Ik heb wel een beetje dezelfde vraag, met name over de bezuiniging die is blijven staan op de kindregelingen. Mijn vraag gaat eigenlijk over het studievoorschot. Daar wordt in 2015 een begin mee gemaakt. Het bedrag dat ervoor ingeboekt staat, hebben wij geprobeerd weg te amenderen, maar het valt net onder de 100 miljoengrens en is dus niet zo zichtbaar. Ik ben benieuwd naar de inspanningen van de ChristenUnie om dit uit de begroting te krijgen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Volgens mij is de ChristenUnie de enige partij die altijd consequent is geweest ten aanzien van het leenstelsel. Het CDA heeft nog wel eens tijdens een kabinetsperiode ingestemd met een leenstelsel in de masterfase. Daar kwam de partij net voor de verkiezingen op terug. Wij hebben altijd aangegeven dat een leenstelsel wat ons betreft geen optie was, maar dat wij het goed vonden dat in plaats daarvan de langstudeermaatregel zou blijven bestaan. Daar is nooit een woord Frans bij geweest. Als wij het niet doen, maar bijvoorbeeld GroenLinks het kabinet deze keer wel gaat helpen, kan ik daar niet zo veel aan doen. Er zijn heel veel onderwerpen waarin wij helaas niet de beslissende stem hebben. Wat ons betreft had de langstudeermaatregel gewoon kunnen blijven bestaan. Het is goed om studenten een prikkel te geven om sneller te studeren, maar niet om ze vooraf al te bestraffen.
De heer Van Hijum (CDA):
Ik heb er alle begrip voor dat de ChristenUnie niet doorslaggevend kan zijn, omdat er ook buiten de samenstelling om andere deals worden gemaakt. Wel blijft overeind dat in de onderwijsbegroting een besparing van 20 miljoen staat ingeboekt, als gevolg van een bezuiniging op de basisbeurs. Ik ben dus benieuwd hoe mevrouw Schouten in dat licht tegen het totale akkoord aankijkt en in het bijzonder of zij voor de onderdelen gaat stemmen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Wij zullen al onze inspanningen erop richten om het voorstel voor het studieschuldenstelsel, het studievoorschot, of het leenstelsel van tafel te krijgen. Dit wetsvoorstel is net naar de Kamer gestuurd. Daarom trekken wij onder andere met het CDA op. Wij hebben er een alternatief voor: de langstudeermaatregel. Ik constateer dat die maatregel juist van het CDA — ik zeg het er maar bij — vlak voor de verkiezingen opeens weer van tafel moest, toen er werd geroepen dat het bier daar gratis was. Ik geloof dat de fractievoorzitter het zo zei. Voor ons had dat niet gehoeven. Wij vonden dat je op die manier een goede prikkel had, zonder dat je studenten vooraf al hoefde te bestraffen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2014 > september
- 25-09-2014 - Bijdrage Carola Schouten aan de Wijziging van de Algemene Ouderdomswet ivm wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode en wijziging van de Participatiewet ivm wijziging bijstandsnormen
- 24-09-2014 - Bijdrage Carola Schouten aan de Algemene Financiële Beschouwingen
- 15-09-2014 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)
- 11-09-2014 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten met betrekking tot Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting
- 10-09-2014 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Eurogroep / Ecofin Raad