Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Pensioenonderwerpen.

woensdag 29 februari 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten met de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een algemeen overleg met minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Onderwerp:   Pensioenonderwerpen

Kamerstuk:   32 043

Datum:            29 februari 2012

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Tijdshalve sluit ik mij aan bij de reeds gestelde vragen over het onderzoek naar de beleggingsresultaten.

Wat de evaluatie informatiebepaling pensioenwetgeving betreft, is het natuurlijk voor iedereen van het grootste belang om te weten wat zijn pensioen zal inhouden en om daarover goede informatie te ontvangen. Er zijn op dat vlak al heel veel regels opgesteld, misschien wel te veel. Je ziet nu veel meer de discussie ontstaan dat de regels worden nageleefd omwille van het naleven in plaats van omwille van het doel, namelijk het goed informeren van burgers. Ik vraag mij af of er een omslag kan komen van rule-based naar principle-based. De minister neemt al een aantal stappen, maar ik vraag hem hoe hij tegenover dat principe staat. Mevrouw Vermeij sprak al over het op maat informeren van mensen. Dat moet het doel worden. Hoe kunnen wij dat bereiken?

Ik kom op de grootste zorg voor mijn fractie: het Europese witboek pensioenen. Deze Kamer heeft zich met een motie duidelijk uitgesproken. Ik begrijp dat de minister zelf ook in zijn  maag zit met wat nu gaande is in Europa, maar ik wil wel weten wat zijn mogelijkheden nog zijn om dit proces te beïnvloeden. Als wij inderdaad scherpere zekerheidseisen gaan stellen die behoorlijke gevolgen kunnen hebben voor onze buffers en daarmee eventueel ook voor de pensioenuitkeringen, terwijl wij daar bijna niets aan kunnen doen, dan maakt mijn fractie zich zorgen daarover. Welk proces wordt nu ingegaan? Welke mogelijkheden hebben wij om de Commissie te laten weten dat Nederland hier niet van gediend is? Heeft de minister eventueel al steun in het buitenland? Ik heb namelijk begrepen dat hij die aan het vergaren was. Hoever staat het daarmee?

Een ander punt op de agenda betreft de PPI's. De commissie had om een brief gevraagd naar aanleiding van berichtgeving over de vraag of de gevolgen van een PPI wel duidelijk waren voor deelnemers. De minister doet er heel luchtig over. Hij zegt dat de sociale partners zelf aan tafel zitten en dus zelf kunnen meebeslissen of er via een PPI pensioen wordt opgebouwd. Dat is niet altijd waar. Juist bij de kleinere bedrijven zijn de sociale partners helemaal niet zo actief betrokken. Juist voor die deelnemers is het van groot belang dat zij weten welke pensioenregeling zij hebben en wat de consequenties daarvan zijn. De angst van mijn fractie is dat die kennis nu onvoldoende is en dat mensen eigenlijk te laat -- zo ongeveer op het moment dat zij met pensioen gaan -- er achterkomen welke regeling zij hebben gehad. Kan er een informatieverplichting of -voorziening komen voor deelnemers aan een PPI? Daarin moet staan wat zij hebben en ook of zij eventueel zelf aanvullende maatregelen moeten nemen, zodat zij er echt een goede keuze in kunnen maken.

De transparantie van de uitvoeringskosten is een al lang lopend punt. Onder anderen de heer Omtzigt heeft hierin veel energie gestoken. Het is goed dat hierin eindelijk wat meer stappen worden gezet. Ik vraag mij dan wel af waarom de implementatie dan toch weer heel veel tijd moet kosten. Wij zijn al heel lang bezig met dit punt; het is niet nieuw. De kosten moeten bekend zijn. Ook wij willen niet dat het ergens op een website achter een luikje wordt weggestopt zodat niemand eigenlijk precies weet wat de kosten zijn. Transparantie is hier het woord. Hoe bevordert de minister dat die transparantie er snel komt? Dat is voor ons het belangrijkste punt.

Gisteren stond er in De Telegraaf een artikel over het mogelijke risico van het pensioenakkoord. Als pensioenfondsen op enig moment overgaan tot beleggingen omdat zij op reële waarde moeten gaan zitten, kan dat een behoorlijke klap betekenen voor de waarde van bijvoorbeeld obligaties. Dat heeft effect op de hoogte van de pensioenpotten. Wil de minister ingaan op dat risico? Ziet hij de noodzaak tot het nemen van extra maatregelen die moeten leiden tot een geleidelijker overgang naar meer beleggingen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 


« Terug