Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het algemeen overleg Personen- en familierecht
Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een algemeen overleg met minister Dekker voor Rechtsbescherming
Kamerstuknr. 32175
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met het onderwerp Scheiden zonder Schade. Zo vullen we elkaar denk ik allemaal goed aan in dit AO. Wij zien dat het platform goed werk heeft verricht, dat er echt gewerkt wordt aan een uitvoeringsprogramma en dat er nu regiolabs lopen, pilots in het land. Ik zie daar ook mooie voorbeelden. Een van de onderwerpen waarmee gewerkt wordt is kijken naar een andere scheidingsprocedure, eentje die minder ingrijpend is voor de kinderen. Althans, dat is het doel. Ik zie daar hoopvol naar uit.
Ik vind het ook heel erg belangrijk dat de ruimte wordt gevonden binnen dat regiolab voor de invulling daarvan, bijvoorbeeld ook voor de invulling van de gezinsvertegenwoordiger. Want nu ligt het procesmonopolie bij de advocaat. Dat betekent dat in deze proeffase ook wordt gekeken naar de inzet van een mediator. Graag een reactie daarop van de minister. Ik vraag me ook af wat precies het vereiste van gekwalificeerd zijn inhoudt om als gezinsvertegenwoordiger op te kunnen treden. Staat of valt deze pilot nu met het aannemen van de experimenteerwet die wij hier in de Kamer behandelen? Graag een reactie daarop.
De minister spreekt in zijn brief ook over de regierechter. Tijdens mijn werkbezoeken aan de rechtbanken spreek ik ook met familierechters en zie ik ook dat dat in de praktijk zo werkt. Dat is bijvoorbeeld het geval in Gelderland waar gekozen wordt voor één regierechter voor de echtscheidingszaken. Voorts treft iemand die later bij de rechter terechtkomt, dan weer diezelfde rechter. Ik denk dat dat heel goed is. Nu is het zo dat de meeste gerechten een roulatiebeleid van rechters kennen. Je moet als rechter eigenlijk in minimaal twee sectoren inzetbaar zijn en je moet ook na verloop van tijd, na een aantal jaren, wisselen. Ik vraag de minister of het niet wenselijk zou zijn om de familierechters hiervan uit te zonderen of om hen wellicht voor een langere duur binnen het familierecht te behouden. Het is mogelijk dat er na een echtscheiding iets aan de hand is, waardoor iemand weer terugkomt bij de rechtbank. Dan is het goed dat je de rechter treft die jouw zaak in het verleden ook heeft behandeld. Graag een reactie van de minister op dat idee.
Tijdens mijn bezoek aan de rechtbank in Gelderland heb ik met familierechters gesproken. Toen heb ik ook ontdekt dat er nog weleens wat knelpunten zijn met het uniforme hulpaanbod. Op het moment dat de rechter een uitspraak doet in een zaak en aangeeft dat een gezin een beroep zou moeten doen op een bepaald hulpaanbod —ondersteuning bij de opvoeding of bij de uitvoering van de afspraken die gemaakt zijn — kan een gezin ertegen aanlopen dat de gemeente dat zorgaanbod niet heeft ingekocht. Dat is jammer. Dat is een knelpunt. Ik vraag de minister of hij dat herkent, of hij daar oog voor heeft en of hij daar oplossingen voor zou willen zoeken. Ik vraag daarbij ook aandacht voor de pilot die bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant draait. Daarbij formuleert de rechter de doelen in plaats van dat hij de zorgaanbieder aanwijst of een specifiek hulptraject bepaalt. Vervolgens kan bij die doelen het zorg- of hulptraject gevonden worden. Ik ben daar heel erg geïnteresseerd in en zou ook graag willen weten wat de uitkomsten van die pilot zijn. Kan de minister ons daar wat meer over vertellen? Misschien is het mogelijk om de knelpunten die ik net schetste, daarmee op te lossen.
Ik sluit af met het onderwerp kinderalimentatie. Ook wij hebben daar vaker aandacht voor gevraagd, omdat het vaker voorkomt dat kinderalimentatie verschuldigd is maar niet betaald wordt. Nu zijn er wel mogelijkheden om dat aan te pakken, maar er zijn in ieder geval echt knelpunten. De ChristenUnie zou heel graag zien dat we kinderalimentatie een preferentie geven, dat we kinderalimentatie als vordering voorrang geven. Daar pleiten we al heel lang voor. Ook een van mijn voorgangers, Ed Anker, heeft daarvoor gestreden. De minister zegt dat hij daar onderzoek naar zal doen. Hij heeft de voor- en nadelen ervan al op een rij gezet en hij wil nu kijken hoe daar eventueel invulling aan kan worden gegeven. Moet ik hier nou in lezen dat de minister dit inderdaad wil gaan regelen? Graag een reactie daarop.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel.
Archief
februari 2021
- 09-02-2021 - Debat over de aangekondigde verlenging van de avondklok
- 03-02-2021 - Debat over een privacylek in de systemen van de GGD
januari
- 28-01-2021 - VAO Renovatie Binnenhof/tijdelijke huisvesting Tweede Kamer (AO d.d. 14/01)
- 27-01-2021 - Debat over de rellen in Nederland
- 26-01-2021 - Bijdrage aan het plenair debat inzake de Wet uitbreiding taakstrafverbod
- 14-01-2021 - Renovatie Binnenhof/tijdelijke huisvesting Tweede Kamer (B67)
- 07-01-2021 - Wijziging van de Wet publieke gezondheid, waarin de juridische grondslag is opgenomen voor de verplichte negatieve testuitslag voor reizigers die gebruikmaken van lucht- of scheepvaart
- 07-01-2021 - Schriftelijke vragen over het bericht «Zorgen om gokkende jeugd: «Toto zoekt rand op»»
december 2020
- 28-12-2020 - NO Handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK
- 17-12-2020 - Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing Covid-19
- 10-12-2020 - Het bericht dat er wederom honderden containers overboord zijn geslagen in de Noordzee
- 09-12-2020 - VSO Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur
- 09-12-2020 - Voorstel van rijkswet van de leden Verhoeven en Jetten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot toevoeging van bepalingen inzake het lidmaatschap van de Europese Unie
- 08-12-2020 - Debat over de Europese top van 10 en 11 december 2020
- 03-12-2020 - Maritiem
- 02-12-2020 - Wijzigingsvoorstellen Grondwet n.a.v. eindrapport Staatscommissie parlementair stelsel