Bijdrage Stieneke van der Graaf aan de Begroting Binnenlandse Zaken

dinsdag 29 oktober 2019 00:00

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een plenaire begrotingsbehandeling met staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 35300 - VII

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel voor het woord, mevrouw de voorzitter. Ook namens de ChristenUnie wens ik de minister vanaf deze plaats heel veel beterschap en een spoedig herstel toe. We hopen haar snel weer in ons midden te kunnen verwelkomen. Ik dank ook de staatssecretaris omdat hij haar vandaag hier vervangt en haar deel van de begroting verdedigt naast het deel dat hijzelf verdedigt.

Voorzitter. De ChristenUnie staat voor een overheid die er voor haar burgers is, die thuis geeft en die de overheid een betrouwbaar gezicht geeft, waarbij je als burger echt het gevoel hebt dat de overheid naast je staat en niet tegenover je. Dat is een grote uitdaging en er is werk aan de winkel. Vanuit deze achtergrond kijken wij vandaag naar de begroting en het beleid van Binnenlandse Zaken.

Voorzitter. Allereerst noem ik de betrouwbaarheid van het bestuur. Eind vorig jaar deed de staatscommissie-Remkes, de staatscommissie parlementair stelsel, een nadrukkelijke oproep aan ons als parlement: zorg goed voor onze democratie, beschouw die niet als een gegeven en neem ook zelf je verantwoordelijkheid. Als je de democratie en de rechtsstaat wilt versterken, dan moeten bestuurders die democratie en rechtsstaat ook zelf echt uitdragen, verdedigen en versterken. Het is een oproep die mijn fractie ter harte neemt. Wij zien uit naar de debatten in de Kamer over de voorstellen die de staatscommissie heeft gedaan.

Voorzitter. De overheid en bestuurders moeten laten zien dat ze er echt voor de burgers zijn en niet voor zichzelf. Die cultuur moet ook in gemeenten, provincies, waterschappen en hier in de Kamer, in ons huis, worden voorgeleefd door de bestuurders. Maar het is helaas niet vanzelfsprekend. Dat zagen we bij de inval van de rijksrecherche in het Haagse stadhuis begin deze maand. Dat heeft veel opschudding veroorzaakt. We hebben ook in andere delen van het land gezien dat de integriteit van bestuurders kwetsbaar kan zijn. De ChristenUnie heeft veel waardering voor de inzet van de minister hierop voor een weerbaar bestuur. Zo is er een basisscan gekomen voor wethouders, komt er een wettelijke verplichting van een vog en wil de minister de positie van de burgemeester en de commissaris van de Koning hierop versterken.

Mijn fractie is van mening dat we nog meer moeten doen. In een aantal gemeenten is een vorm van integriteitsonderzoek voor lokale bestuurders, voorafgaand aan de benoeming, nu al gebruik. Het vormt de basis van een gesprek met de burgemeester en/of de gemeenteraad over functies van een kandidaat-bestuurder, eerdere functies en andere kwetsbaarheden, en over waar je op bedacht moet zijn, waar je op moet letten. Als zo'n vorm van toetsing voor bestuurders in elke bestuurslaag terug te vinden is, dan verlaagt dat ook de drempel om hierover het gesprek aan te gaan, ook lopende een periode. Worden daarmee alle problemen verholpen? Nee, dat denken wij niet. Maar het zorgt er wel voor dat integriteit bij benoeming van bestuurders echt aan de orde komt en niet slechts het zetten van een vinkje is. Hoe staat het kabinet tegenover dit voorstel om hier een wettelijke verplichting voor op te nemen, een voorstel dat ik eerder ook samen met het CDA naar buiten heb gebracht?

Voorzitter. De ChristenUnie wil ook verder kijken naar waar nog meer het lokale bestuur kwetsbaar is. Een kwetsbaarheid ligt, in onze ogen, bij de financiering van lokale partijen. We zien namelijk aan de ene kant dat er te weinig inzicht is in de geldstromen van lokale partijen en dat zij hun financiën niet hoeven te verantwoorden, zoals landelijke partijen dat moeten doen. En we zien aan de andere kant dat zij geen aanspraak kunnen maken op de landelijke subsidie en zij soms aangewezen zijn op meer onorthodoxe manieren van partijfinanciering. De commissie-Veling, die onderzoek heeft gedaan naar de Wet financiering politieke partijen, zag deze wisselwerking ook. Ik vraag aan het kabinet of het dit ook ziet. En wat vindt het kabinet van het uitgangspunt dat er eigenlijk een level playing field zou moeten zijn en we in 2022 de regels op orde zouden moeten hebben? Ik doel op de regels voor de verantwoording van de financiën van lokale partijen en lokale afdelingen, en ook van landelijke partijen, en op regels voor transparantie over giften. Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris.

Voorzitter. Wij vinden het van belang dat deze twee punten ook bij wet geregeld worden voordat de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Ik hoor ook graag daarop een reactie van het kabinet.

Ik sluit gemakshalve aan bij de vragen zoals mevrouw Den Boer die al heeft gesteld over het budget voor de opleiding van gemeenteraadsleden. Daarover hebben we eerder ook een motie ingediend hier in de Kamer. Hoe staat het daarmee?

Voorzitter. Sprekend over het lokaal bestuur wil ik ook niet voorbijgaan aan de financiële zorgen die veel gemeenten kennen. Het is lastig uitleggen aan gemeenten, maar ook aan burgers, dat in tijden waarin het economisch goed gaat met ons land, gemeenten zo rigoureus moeten ingrijpen om de begroting rond te krijgen, en dat zij in het voorzieningenniveau moeten snijden. Ik wil het kabinet vragen om met de lokale bestuurders, maar ook met de collega-bewindspersonen de reikwijdte van die financiële problematiek bij de gemeenten in kaart te brengen. Die beslaat niet alleen het sociale domein, maar gaat breder. Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris. Bij de Algemene Beschouwingen is op dit punt ook een motie aangenomen van Gert-Jan Segers en andere Kamerleden. Ik vraag de staatssecretaris op welke termijn het kabinet met voorstellen komt om gemeenten meerjarige financiële zekerheid te bieden betreffende de trap-op-trap-afsystematiek.

Voorzitter. Collega's vroegen ook al naar het right to challenge. We hebben een brief gekregen van de minister waarin zij schrijft dat zij wil komen met wetgeving over het recht voor burgers om tegen een gemeente te zeggen: wij willen deze taak overnemen of de regie over die taak uitvoeren. Dat voornemen van de minister juichen wij toe. Maar als we de brief van de minister goed lezen, dan lezen we dat daarin niet een verplichting voor gemeenten wordt opgenomen om daarover regels te stellen. Wat ons betreft is dat wél nodig. Ik vraag het kabinet om hierop te reflecteren. Waarom wordt die keuze daarvoor niet gemaakt?

Eerder, in mijn vorige bijdragen bij begrotingen, heb ik aandacht gevraagd voor de regio's. Er is voor mijn fractie heel veel aan gelegen dat het overheidsbeleid, dat hier in Den Haag wordt gemaakt, het hele land ten goede komt. Niet alleen de Randstadgemeenten en de grote steden hebben recht op een overheid die thuis geeft. Wij zien nog te vaak dat bij beleid niet wordt gekeken naar wat de gevolgen zijn voor gemeenten in de grensregio's of in de krimpregio's, gemeenten die te maken hebben met bevolkingsdaling. We moeten niet alleen beleid maken voor Amsterdam, maar ook voor Appingedam. Daarom vraag ik het kabinet vandaag, opnieuw met het CDA, om de toetsing van de gevolgen voor de regio's onderdeel te laten zijn van het integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving. Ik hoor graag een reactie van het kabinet.

Voorzitter. Ik sluit af met een oproep over de democratische rechtsstaat en het onderhouden daarvan. Daar hoort ook bij dat we die overdragen. Een geschikt moment om dat te doen, is wanneer mensen voor het eerst mogen stemmen. Dat is een bijzonder moment, dat echt gevierd mag worden. Ik denk dat dat beter kan dan nu het geval is. Dan gaat het over jongeren, mensen die net 18 zijn en de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, maar ook over mensen die net de Nederlandse nationaliteit hebben ontvangen. Dat zou wat ons betreft al moeten gebeuren bij de stemoproep of in de aanloop naar de verkiezingen. Geef naast de begeleidende brief bij wijze van spreken een rood potlood, nu we nog steeds mogen stemmen met een rood potlood, een kleine attentie of een handdruk van de voorzitter. Ik noem ook debatten op scholen en aandacht op sociale media. Kortom, alles wat er aan bij kan dragen om dit bijzondere moment te markeren, juist ook omdat we zien dat jongeren vaker thuis blijven en dat ze vaker gaan stemmen als ze al op jonge leeftijd een eerste keer hebben gestemd. De ChristenUnie vindt dat we echt een betere inspanning mogen leveren om jongeren naar de stembus te leiden. Ziet de regering dit punt ook? Deelt de regering de visie van de ChristenUnie dat er een kans ligt om mensen die voor het eerst gaan stemmen, te enthousiasmeren? Graag een reactie daarop.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Graaf.

Mevrouw Den Boer (D66):
De ChristenUnie en D66 zijn het heel erg eens als het gaat om de bevordering van de integriteit van het lokaal bestuur. Ik denk dat we ook allebei voorstander zijn van de openbaarmakingsplicht, die mijn voormalig collega Gerard Schouw, die Twee Kamerlid was, ooit indiende bij monde van een motie. Maar de vraag is wat voor de ChristenUnie de ideale drempel zou zijn voor die openbaarmakingsplicht. Aan welke bedragen denkt de ChristenUnie bijvoorbeeld?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb hier een pleidooi gehouden, namelijk dat de ChristenUnie wil dat er een wettelijk kader komt om de verantwoording van de financiën van lokale partijen te gaan regelen. De commissie-Veling heeft dat ook aanbevolen. We vinden echt dat we dat moeten opvolgen. De commissie-Veling heeft daarbij ook aangegeven dat je de accountantscontrole misschien kunt vervangen door het publiceren van een jaarverslag. Maar er kan ook gekeken worden naar een verlaging van het drempelbedrag. Op dit moment geldt voor landelijke partijen een drempel van €4.500. Ik denk dat dat voor lokale partijen echt te hoog is. Die drempel zou absoluut omlaag moeten. Ik vind het lastig om hier nu een uitspraak over te doen. Ik doe geen voorstel om nu vast te leggen hoe hoog die drempel zou moeten zijn. Ik vind het belangrijk dat de minister aan de slag gaat met wetgeving op dit punt en ook een lager drempelbedrag betrekt bij de uitvoering daarvan, zoals ook de commissie-Veling heeft voorgesteld. Daarop hoor ik heel graag de reactie van de staatssecretaris. Ons punt is dat we dit moeten regelen voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Mevrouw Den Boer (D66):
Dus een lager bedrag als drempel. Maar dan heb ik nog een aanvullende vraag, namelijk: zou daar dan ook lokaal toezicht op moeten worden gehouden? Dat vraag ik ook omdat dat destijds in die motie stond.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb de motie die de heer Schouw destijds heeft ingediend, niet helemaal scherp voor me. Volgens mij zitten in de Wet financiering politieke partijen ook toezichtsbepalingen. Dat zal daar onderdeel van moeten uitmaken. Nogmaals, ons pleidooi en onze oproep aan het kabinet is: maak werk van wetgeving op dit punt en zorg ervoor dat het geregeld is voordat we de gemeenteraadsverkiezingen ingaan in 2022, want anders zijn we zes jaar verder.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

februari 2021

januari

december 2020

november