Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het voortgezet algemeen overleg Bestaansminimum Caribisch Nederland (AO d.d. 13/09)

woensdag 26 september 2018 00:00

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 35 000 – IV

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Voorzitter. Vorige week gaf ik al aan: het leven op de eilanden is duur. De lonen liggen lager, we hebben gehoord dat sommige mensen soms wel van drie banen moeten rondkomen en dat het dan nog niet helemaal lukt om de eindjes aan elkaar te knopen. Het heeft ook heel grote gevolgen, want als jij van drie banen rond moet komen, kun je weinig tijd met je kinderen doorbrengen. We weten dat hechting een van de allergrootste problemen is waar kinderen mee te maken hebben. Dat vraagt dus om een veel bredere aanpak en wel meteen. De ChristenUnie steunt de maatregelen langs de drie lijnen die het kabinet nu voorstelt om aan de ene kant de inkomens en uitkeringen te verhogen, zoals de kinderbijslag en de algemene ouderdomsverzekering, maar ook de kosten voor levensonderhoud te verlagen, zoals wonen, boodschappen waarvoor een wat ingewikkelder aanpak nodig is, water en elektriciteit, en dat er wordt gewerkt aan het versterken van de economie door te investeren in dragers, zoals de landbouw en het toerisme. We zijn er nog niet. De ChristenUnie wil dat we alsnog toewerken naar het vaststellen van een norm voor het sociaal minimum. We zijn dan ook van mening dat de regering alles in het werk moet stellen om daartoe te komen. Uit het algemeen overleg bleek dat pas in 2020 zal worden gekeken naar wat er nog meer nodig is. Dat is voor ons te laat. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering belangrijke stappen zet om de inkomenspositie van de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba te verbeteren en armoede te bestrijden;

overwegende dat de regering een norm voor het sociaal minimum op de BES-eilanden daarbij als een stip op de horizon ten doel heeft gesteld;

verzoekt de regering bij de toegezegde rapportage in 2019 aan te geven welke stappen nog moeten worden gezet om een norm voor het sociaal minimum te kunnen vaststellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf, Diertens, Bosman, Van den Berg en Kuiken.

Zij krijgt nr. 7 (35000-IV).

De heer Van Raak (SP):
Ik vind dit best wel erg, eerlijk gezegd. En ik schrik hier ook wel een beetje van. Twee jaar geleden heeft de ChristenUnie gezegd: er moet een sociaal minimum komen. Er is heel veel onderzoek gedaan, de armoede blijkt nog erger dan we dachten, het is zelfs erger geworden. Toen zat de ChristenUnie in de oppositie, nu zitten ze in de regering, en wat zegt de ChristenUnie nu: in de toekomst moeten we gaan kijken of er misschien een sociaal minimum moet komen. Dat is niet wat we afgesproken hebben. Mensen op de eilanden denken ook: ja, de ChristenUnie is er voor ons als ze in de oppositie zitten, maar als ze aan de knoppen zitten, laten ze ons in de steek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dat bestrijd ik ten zeerste. Zoals ik juist heb betoogd, wil de ChristenUnie dat er alsnog een sociaal minimum wordt vastgesteld. Ik was eerlijk gezegd teleurgesteld toen ik het rapport las, dat we dat niet een-op-een konden doorvertalen om nu een sociaal minimum vast te stellen. Daarom heb ik net ook vanuit de ChristenUnie het verzoek gedaan om dat alsnog te gaan doen, waartoe we alles in het werk moeten stellen. Ik wil daarbij niet wachten tot 2020 om te zien wat er dan nog nodig is. Nee, de staatssecretaris heeft toegezegd voor de zomer met een rapportage te komen. Ik wil dat daarin wordt aangegeven wat er dan nog nodig is. Want we moeten hier gewoon heel snel naar toe.

De voorzitter:
De heer Van Raak, kort.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
En misschien nog een korte reactie op het verwijt dat wij er niet voor de eilanden zijn als we in de coalitie zitten. De ChristenUnie staat ronduit achter de maatregelen om de kinderbijslag te verhogen, en ook achter die om de ouderdomsuitkeringen te verhogen. Daar maken we werk van. Dat besluit hebben we wel genomen toen we ook in de coalitie zaten. Zijn we er dan al? Nee, dat heeft u mij ook horen zeggen: daarom moeten we een stap verder gaan.

De voorzitter:
De heer Van Raak, kort.

De heer Van Raak (SP):
Nu heb ik samen met mijn buurvrouw een motie ingediend: verzoekt de regering om alsnog een sociaal minimum vast te stellen voor Bonaire, Saba en Statia. Dan denk ik dat mevrouw Van der Graaf die kan steunen, als ik naar haar woorden luister in reactie op mijn vragen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb kennisgenomen van die motie. Ik zal dat ook zeker meewegen. U heeft mijn woorden gehoord. En ik wil ook graag de reactie hebben van de staatssecretaris, hoe zij die motie uit het verleden nu beoordeelt. We kunnen vaststellen dat er nog geen sociaal minimum is vastgesteld, dus ik hoor ook graag de uitleg van de staatssecretaris, hoe zij nog naar die opdracht kijkt.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik begrijp ook niet helemaal wat mevrouw Van der Graaf hier nu zegt, ook door met haar motie toch weer de problemen naar de toekomst te verwijzen. U heeft zelf gezien bij ons werkbezoek, ook in gesprekken met verschillende mensen, hoe de situatie is: de schrijnende armoede. U heeft een boodschappenlijstje moeten uitwerken waar u van schrok. Het College voor de Rechten van de Mens zegt "regel nou dat sociaal minimum", de Ombudsman vraagt erom, en u gaat pas in 2019 vragen om een plan? Dit kan ik niet rijmen. Kunt u dat rijmen?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Mevrouw Özütok heeft mij helemaal verkeerd begrepen. Dat vind ik erg jammer voor haar. Ik heb gezegd: de ChristenUnie wil dat er een sociaal minimum wordt vastgesteld. Ik constateer dat dat er nu niet is. Ik kan dat hier vandaag ook niet uitleggen. Daarom wil ik niet wachten, zoals tijdens het algemeen overleg in het gesprek met de bewindslieden is gewisseld. Er zou pas in 2020 verder worden gekeken. Dat vind ik gewoon veel te laat en daarom zeg ik: kom over een halfjaar, voor de zomer, maar met concrete voorstellen deze kant op, naar de Kamer. Dat is wat ik beoog met de motie. Ik hoop op steun van mevrouw Özütok.

De voorzitter:
Heel kort.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik constateer een jammerlijk gebrek aan sense of urgency bij mevrouw.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dat bestrijd ik.

De voorzitter:
Dank, mevrouw Van der Graaf.

Verdere informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

februari 2021

januari

december 2020

november