Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Vervanging F-16

donderdag 25 april 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Defensie aan een algemeen overleg met minister Hennis-Plasschaert van Defensie en minister Kamp van Economische Zaken   

Onderwerp:   Vervanging F-16

Kamerstuk:    26 488

Datum:            25 april 2013

De heer Segers (ChristenUnie): Voorzitter. De vervanging van de F-16 is niet los te zien van de visie op de krijgsmacht, zoals de Rekenkamer in haar rapport duidelijk maakt. Dit wordt ook duidelijk als mevrouw Eijsink hier verzucht dat de luchtmacht het budget van Defensie aan het opeten is of in ieder geval dreigt op te eten. Die twee dingen hebben alles met elkaar te maken. Wat willen we met Defensie, wat moet Defensie kunnen en hoe past de opvolger van de F-16 binnen dit plaatje? Hoe verhouden de kosten van de opvolger van de F-16 zich tot andere krijgsmachtonder-delen? Dat zijn cruciale vragen en die zijn nog altijd niet beantwoord door deze minister, aangezien de beleidsbrief inclusief het kostenplaatje nog altijd op zich laat wachten. Toch hoopt mijn fractie meer helderheid te krijgen over waar deze minister naartoe wil.

Ik constateer dat de minister in alle schriftelijke antwoorden op vragen hierover verwijst naar de nog te verschijnen beleidsbrief. Tegelijkertijd heeft de VVD-fractievoorzitter, de heer Zijlstra, wel van zich laten horen. Hij pleit voor meer geld voor Defensie na de enorme bezuinigingen die mede onder zijn verantwoordelijkheid hebben plaatsgevonden. Zijn partij heeft er in het vorige kabinet en in het huidige kabinet voor gezorgd dat Defensie minder budget heeft dan ooit. Het is dan ook de vraag of de VVD met haar steun voor Defensie alleen lippendienst bewijst aan Defensie of dat er ooit boter bij de vis komt.

Dat deze dingen niet los van elkaar gezien kunnen worden, blijkt ook uit het onderzoek van de Rekenkamer naar de uitstapkosten van de JSF. Terugtrekken uit de testfase blijkt een irreële optie te zijn, maar de andere twee opties stellen Defensie voor zeer lastige keuzes. Het ambitieniveau handhaven kan namelijk niet met het huidige budget. Dat signaal wordt al jaren afgegeven, ook door mijn fractie. Van de huidige 4,5 miljard die voor de JSF wordt gereserveerd, kan slechts een fractie van het aantal geplande toestellen gekocht worden, volgens sommige berichten maximaal 43 toestellen. Ik heb begrepen dat de heer Vuijk voor de camera heeft gezegd dat ook het aantal van 35 voor de VVD acceptabel zou zijn. Hij wilde dat nu niet zeggen, maar ik heb begrepen dat hij dat wel heeft gezegd voor de NOS-camera. Dat vertroebelt het debat. Mijn fractie heeft er ook in de vorige kabinetsperiode een punt van gemaakt dat het kabinet Defensie eerst een taakstelling heeft opgedrongen en pas daarna heeft gekeken naar de impact daarvan.

Er wordt daarom niet alleen gespeculeerd over het aantal toestellen – 85, 65 of misschien zelfs slechts 35 – maar ook over het ambitieniveau. Die twee aspecten hangen natuurlijk nauw met elkaar samen. Kunnen wij met 35 JSF-toestellen op dezelfde wijze voldoen aan onze bondgenootschappelijke verplichtingen? Ik hoor graag van de minister wat haar uitgangspunt is. Natuurlijk moeten we wachten op haar beleidsbrief, maar het lijkt mij dat zij hier al iets over kan zeggen.

De heer Vuijk (VVD): Ik begrijp dat het interessant is om hier een heleboel aantallen toestellen te noemen en om daarbij ook mij een aantal toe te schrijven. Volgens mij ben ik in een krant geciteerd met 30 als aantal. U noemt nu 35. Ik hoor u ook weer andere getallen noemen. Ik heb zelf de aantallen 85, 68, 56, 38, 35 en 30 gehoord. De VVD heeft een heel eenvoudig standpunt: het aantal is een van de knoppen waaraan de minister in haar visie kan draaien. Voor de VVD staat één ding als een paal boven water: wij wachten die visie gewoon af.

De voorzitter: Ik begrijp dat dit geen interruptie was, maar een reactie op het feit dat uw naam genoemd werd. De heer Segers vervolgt zijn betoog.

De heer Segers (ChristenUnie): Het is opmerkelijk hoeveel getallen er langskomen en hoeveel daarvan er gelinkt worden aan de heer Vuijk. Veel lijnen gaan toch wel die kant op, maar het is vooral belangrijk om het over het ambitieniveau te hebben. Dat is cruciaal. Ik begrijp dat de heer Zijlstra het ambitieniveau weer wat omhoog heeft geschroefd. Dat is mooi, maar zoals gezegd, er moet boter bij de vis. Ik hoop dat de VVD niet alleen voor de bühne een defensiepartij is, maar nu ook echt in beleid, en een heldere keuze maakt als het gaat om financiële prioriteiten. Mijn vraag aan de minister is of zij de opties die onder andere zijn geschetst door Clingendael, waarin er geen ruimte is voor een opvolger van de F-16, überhaupt als realistisch beschouwt.

Gezien al deze ontwikkelingen acht ik het wenselijk dat de Kamer ook de mogelijkheid krijgt om de beleidsplannen uitvoerig te bespreken met de minister, en we zullen dat ongetwijfeld nog doen. De nog te verschijnen beleidsplannen gaan ook gepaard met een financieel plaatje. In hoeverre kan de Kamer nog invloed uitoefenen op deze visie? Of is deze straks in beton gegoten?

Een van de pijnpunten in het dossier is dat al jaren de indruk wordt gewekt dat andere kandidaten buiten de JSF geen eerlijke kans zouden hebben gehad. We hebben mevrouw Hachchi daarover gehoord. Er is al twee keer een kandidatenvergelijking uitgevoerd en het kabinet heeft daarom geen behoefte aan een nieuwe vergelijking, maar toch zullen die kandidaten wel degelijk de revue passeren, en dan citeer ik de minister. Op welke wijze zal dat gebeuren? Ik sluit mij aan bij de vragen van mevrouw Eijsink hierover. Geldt voor de minister dat de JSF het beste toestel is voor de beste prijs, totdat het tegendeel blijkt? Dat is voor mijn fractie een belangrijke vraag.

Dergelijke helderheid doet volgens mijn fractie ook meer recht aan de ontwikkelingen in landen zoals Canada, Turkije, Australië en Denemarken. Natuurlijk zijn de ontwikkelingen daar niet een-op-een te vertalen naar de Nederlandse situatie, maar relevant zijn ze zeer zeker, gezien de prijsstijging en de problemen in de testfase. Zijn de problemen die wat dit betreft met enige regelmaat naar buiten komen, het topje van de ijsberg of is er sprake van een heel transparante testfase?

Ik ben blij te vernemen dat de Amerikaanse luitenant-generaal Bogdan dit kabinet tegemoet is gekomen met een voorstel om de twee Nederlandse testtoestellen in te zetten voor een reeks testen. Het blijft natuurlijk bizar dat Nederland anders zou moeten opdraaien voor stallingskosten, omdat de testfase vertraging heeft opgelopen. Kan de minister daarop ingaan? Bogdan heeft nogal stevige uitspraken gedaan over de kosten van de JSF in het algemeen, zo begrijp ik. Zowel de aankoopprijs als de onderhoudskosten moeten omlaag. Wat doet het kabinet om de kosten van de JSF omlaag te brengen? Is er alleen ambtelijk contact geweest of spreekt de minister zelf de betrokken partijen aan? Is het niet tijd, na alle berichten over prijsstijgingen die het draagvlak voor de JSF ondermijnen, dat premier Rutte zich persoonlijk met deze inspanningen gaat bemoeien? Bogdan heeft naar verluidt gezegd dat de prijzen niet verder mogen oplopen, want anders nemen de VS minder toestellen af. Welke lijn neemt het kabinet in? Wanneer zegt de minister: tot hier en niet verder?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

september 2021

juni

mei

april

februari

december 2020