Raadsleden in kleine gemeenten krijgen een hogere vergoeding
De Minister van Binnenlandse Zaken gaat meer geld vrijmaken voor de vergoeding van raadsleden in kleine gemeenten. Dat is het gevolg van mijn motie die hiertoe opriep. Ik ben dan ook blij dat de minister nu werk maakt van het voorstel om raadsleden in kleine gemeenten beter te ondersteunen.
De ondersteuning van volksvertegenwoordigers en de vergoeding van raadsleden in met name kleine gemeenten staan niet in verhouding tot de taken die ze hebben. Daarom is het goed dat de Kamer deze motie heeft aangenomen en de minister de opdracht heeft gegeven de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten te verhogen.
Verschillen in vergoeding tussen grote en kleine gemeenten zijn enorm. Dat terwijl álle gemeenten er de afgelopen jaren veel taken bij hebben gekregen. Een raadslid in een kleine gemeente heeft dezelfde controlerende taken op het gebied van bijvoorbeeld de jeugdzorg en openbare orde en veiligheid als een raadslid in een grote gemeente. Alleen de schaal verschilt.
De verhoogde raadsvergoeding bedraagt 959 euro per maand. Daarmee komt de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten op dezelfde hoogte als die van gemeenten vanaf 24.000 tot 40.000 inwoners. Voor sommige van de 2442 raadsleden betekent dit een forse bijstelling van hun vergoeding. Ik ben erg blij dat er gehoor is gegeven aan mijn oproep om deze raadsleden beter te ondersteunen en om de verhoging structureel door te voeren. Raadsleden doen belangrijk werk namens de inwoners van hun gemeente. Zij doen dit werk met hart en ziel, naast hun gezin en werk en vaak zijn ze ook nog vrijwilliger. Ik ben blij dat er nu een akkoord ligt tussen de minister en de VNG om ook te zorgen voor een vergoeding die past bij de taken die zij vervullen in de gemeenteraad.