Lieve mensen,
Rond dodenherdenking hoorde ik voor het eerst Psalm 94 door Sons of Korah. De woorden zijn indringend (de Engelse tekst begint na ± 80 seconden). Het is een gebed om recht tegenover hoogmoedige mensen die zeggen dat ‘de God van Jakob toch niets merkt’ (Psalm 94 vers 7).
Het is aangrijpend om te merken dat deze hoogmoedige mensen God best aandacht geven en Hem niet ontkennen - ze praten over God, het doet er toe wat Hij ziet, zo erkennen ze dat Hij bestaat - maar als het om hun eigen misdaden gaat zeggen ze: “Hij heeft het niet door”.
Het vervolg is scherp. “Does the God who disciplines nations never punish?” (Zou de God die de naties leidt, niet straffen?) “discipline” klinkt sterker dan “leiden en vermanen”, want in “disciplineren” proef ik een actief corrigeren, dat desnoods pijn mag doen – opdat de naties op het rechte spoor komen. Onze Heer is niet tam of laf, Hij zal het onrecht aanpakken en dit gebed vraagt daar voortdurend om.
In vers 20 en 21 gaat het over mensen die onheil stichten “in naam der wet” en die onschuldigen veroordelen. De psalmist bidt: “kiest u de kant van verdorven rechters?” Nee, hij weet wel dat God zal ingrijpen, maar het kost tijd en dat besef groeit gaandeweg. In vers 12 wordt de rechtvaardige zelf gedisciplineerd, opdat hij rust vindt in kwade dagen, totdat de kuil voor de goddelozen gegraven wordt. De Heer brengt de schuldigen vanwege hun onrecht tot zwijgen (vers 23).
Als Jezus onderwijs geeft over ons bidden, spreekt Hij in Lucas 18 net als Psalm 94 over recht zoeken. Jezus toont een weduwe die geen recht ontvangt van een verdorven rechter. Ook deze rechter spreekt (hoogmoedig?) over God om toch zijn eigen zin te doen. In deze gelijkenis keert Jezus de redenatie van Psalm 94 om. Als zelfs die onrechtvaardige rechter recht doet – op den duur – wat kun je dan niet verwachten van God? Zal Hij geen recht doen aan zijn uitverkorenen?
We kunnen dus blijven bidden om recht. Volhardend. Net zolang totdat de Heer is terug gekomen (Lucas 18 vers 8). In de tussentijd blijven we alert op wat er al gebeurt. Want als zelfs verdorven rechters recht doen, zou de Heer daar dan niet de hand in hebben – als antwoord op ons gebed?
Nee, de Heer zal zijn volk niet verstoten, zijn liefste bezit niet verlaten,
De rechtspraak voegt zich weer naar het recht, de oprechten van hart sluiten zich aan.
(vers 14 en 15)