februari 2020 _____
Lieve mensen,
Onze gebeden vormen een voortzetting van onze omgang met de Heer van hemel en aarde, zoals die er al sinds mensenheugenis is. Zoals in het offer van Abel, die voor zijn offer de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos. In ons bijbeltje in de bibliotheek van het Wetenschappelijke instituut op het partijbureau is dat onderstreept. Voor Abel was die omgang geen bijkomende zaak. Hij gaf het eerste. Hetzelfde zien we bij Noach als hij weer terug op de gereinigde aarde staat. Hij brengt een offer van de dieren die dan bij hem zijn. En opnieuw zien we dat dat de Heer behaagt.
Bij Abel staat dat de Heer hem en zijn offer opmerkte. Bij Noach vermeldt het boek Genesis dat de geur van de offers de Heer behaagde. Het is goed om afhankelijk van God te leven. Hij maakt dat vruchtbaar.
Bij Abel zie je dat niet meteen. Er is een gewelddadige dood. Maar zijn bloed roept uit de aarde en God vraagt rekenschap aan Kaïn. En zo wordt Abel toch nog vruchtbaar. U vindt dat terug in Hebreeën 11: “door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven”.
Bij Noach komt die vruchtbaarheid met een gigantische belofte. Want God had de aardbodem vanwege de mens vervloekt (Gen 3:17), maar bij Noach zegt Hij bij zichzelf: ik zal niet voortgaan met het vervloeken van de aardbodem omwille van de mens. En dan belooft Hij een heuse klimaatorde.
Zolang de aarde bestaat,
zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten,
zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht,
nooit komt daar een einde aan.
(Gen_8:22)
Het is dus goed om op God betrokken te blijven. Hij zegent dat. En Hij stelt ons verantwoordelijk voor wat we doen. Dat kunt u in Genesis lezen. Wat doen we met de levenskracht van de aan ons toevertrouwde dieren? Buiten we dat uit? Bovendien – ik zal niet de eerste zijn die stiekem denkt dat ik in overdaad kan leven zonder dat dit het klimaat beïnvloedt – omdat de Heer immers garant staat voor de seizoenen? Maar dat bleek slordig lezen: het kader waarin de seizoenen plaats vinden wordt door de Heer gegarandeerd – Hij zorgt voor zomer en winter, maar de manier waarop zomers en winters zich verder ontwikkelen resoneert wel op het menselijk gedrag. Hij vraagt wel rekenschap op wat wij doen.
Daarom blijft de omgang met onze Heer van vitaal belang. De tijd naar Pasen bepaalt ons er bij dat die goede omgang gegarandeerd is door het offer van Jezus zelf. Hij is sterker dan de dood. Als u bidt in zijn Naam – ook voor de politiek – bid dan ook dat Hij ons wijsheid geeft in onze omgang met de aarde die Hij ons in beheer gegeven heeft. Bid voor uw overheid!