Kerst 2019 _____
Lieve mensen,
Een heel jaar hebben we nu telkens een gebed van Jezus zelf bekeken. We keken dit jaar niet naar de gebeden waarvan Hij zei dat wij er goed aan doen om dat te bidden, maar we lazen de gebeden die Hij zelf tegen zijn Vader zei. Want ook daar kunnen we van leren. Omdat het tegen Kerst loopt wil ik u nu laten zien dat zijn laatste gebed voor zijn dood wel wat lijkt op het gebed van zijn moeder, dat zij uitsprak nog voor Hij verwekt werd. Het laat ook iets zien over wie we zelf zijn en dat is weer belangrijk voor de Christelijke politiek, voor de houding van waaruit we dat doen en hoe we er voor bidden.
Jezus bad: “Vader, in uw handen leg ik mijn geest.” (Lucas 23:46a)
Maria zei: “De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.” (Lucas 1:38)
Het gebed van Jezus zegt Hij vlak voordat Hij “de laatste adem uitblaast” (Lucas 23:46b). De woorden van Maria zei ze tegen de engel van de Heer, toen die haar onder meer verteld had dat ze zwanger zou worden: “de Heilige geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden.” (Lucas 1:35)
De overeenkomst tussen het antwoord van Maria en de uitroep van Jezus is voor mij allereerst hun overgave. Maria geeft zich over aan het beleid van de Heer. Dat spreekt ze ook uit. Zijn dienaar – de engel Gabriël – mocht het horen. En God in de Hemel hoorde het ook. Hij deed naar zijn woord: Jezus werd geboren. Ook Jezus geeft zich over. Hij geeft zijn geest over aan God zijn Vader. Hij zegt daar eerst wat Hij gaat doen en dan doet Hij het ook. Misschien weet u wat een pneumatische hamer is. Zo’n hamer geeft heel veel korte, krachtige ‘ademstoten’. Hij werkt op ‘adem’ – in het Grieks is dat pneuma. Zoiets vertelt het evangelie over Jezus aan het kruis. Jezus zegt dat Hij zijn ‘pneuma’ in de handen van zijn Vader legt en daarna doet Hij het ook. De hoofdman die erbij stond zag het gebeuren en eert God: “Werkelijk, deze mens was een rechtvaardige!” (Lucas 23:47).
Het verschil is subtiel. Jezus geeft op dat kritieke moment ‘iets weg’. Hij legt het in de handen van de Vader. Dat vind ik wonderlijk actief. Maria zegt op haar moment dat ze bereid is om iets te ontvangen. Dat ze daar zo toe bereid is, is eigenlijk ook actief, maar het initiatief ligt bij de gever en dat initiatief accepteert ze met haar woorden. Daarom is wat ze zegt eigenlijk ook een gebed.
Wanneer we in Christelijke politiek vinden dat er iets moet gebeuren, dan doen we dat graag met diezelfde actieve houding. We willen ons schikken naar het beleid van de Heer. Niet als stokken en blokken, maar met de inzet van ons hart. We geloven dat we vrijmoedig mogen antwoorden op de situaties waar we voor komen te staan. We luisteren naar de Heer zoals Maria naar de Engel en willen dan volgens Gods beleid leven. Als we dat uitspreken, is dat eigenlijk ook bidden, net als bij Maria.