Lieve mensen,
Dit jaar zijn we in deze gebedsbrieven met elkaar op zoek hoe dat wonderlijke boek - dat Jezus liet schrijven - ons kan helpen bij het bidden. In Openbaringen 1 zegt Hij tegen Johannes: schrijf wat je ziet in een boek en zendt het aan de zeven gemeenten. Johannes beschrijft dus wat Jezus tegen hem zegt en wat hij ziet. Telkens moet Johannes iets schrijven aan de engel van ... en dan volgt de naam van die gemeente. Een engel is een boodschapper: hij handelt in opdracht van de Heer. De boodschap is een versterking voor de gemeente, met telkens een opdracht erbij. De 7 opdrachten tonen een terugkerend patroon:
Bekeer je.
Wees trouw.
Bekeer je.
Houd vast.
Bekeer je.
Houd vast.
Bekeer je.
We zijn nu bij de derde gemeente en daar volgt dus een opdracht tot bekering. Het wordt een bekering op het scherpst van de snede, want Jezus noemt bij Pergamum meteen al zijn zwaard.
Dat zwaard kwam uit zijn mond (Op. 1:16); dat wijst op een scherp oordeel. Bij het laatste avondmaal had Jezus gezegd dat de Heilige Geest duidelijk zou maken wat "oordeel" is, namelijk dat de overste over deze wereld veroordeeld is (Joh. 16:10,11). Iets daarvan merken we in Pergamum. Jezus noemt hier Satan en dat is juist geen boodschapper van Jezus, maar een leugenaar, dief en moordenaar. Hij liegt over wat we mogen doen, steelt de toewijding aan God en dat leidt tot de dood. Ik las ergens dat men in Pergamum verplicht was om één keer per jaar in de tempel van keizer Trajanus uit te spreken dat Trajanus de Heer is. Maar de volgelingen van Jezus geven die ultieme trouw aan de Heer in de hemel. En Jezus prijst hen daarvoor: "Ik weet waar u woont, namelijk waar Satans troon staat en u bent mijn naam trouw gebleven". Ze hebben die andere geestelijke macht niet boven Jezus gesteld. Maar de vraag is, mag je die geestelijke macht dan wel naast de Heer dienen? Jezus vindt van niet.
Hij legt dat uit met een oude geschiedenis. Sommigen houden vast aan het beleid van Bileam. In Mozes' tijd was Bileam een heel bijzonder mens. Bileam was vertrouwd met de naam van de Heer (Num 22:8) en Bileam mocht namens Hem spreken. Maar toen bleek dat hij Israël alleen maar kon zegenen, en hij het niet kon vervloeken, gaf hij een sluwe raad aan Balak (die om die vloeken had gevraagd). Daarmee werd Israël verleidt tot ontucht en tot het eten van afgodenoffers; zij compromitteerden zich zo. Dat leidde tot een enorme strijd, waarbij ook Bileam zelf stierf door het zwaard (Num. 25, Num. 31 en Joz. 13:22). En dat terwijl Bileam eerder op de heenweg vlak langs een engel met een zwaard was gegaan – zijn ezel moest hem daarvoor waarschuwen (Num. 23)! Zo Jezus waarschuwt hier om niet Bileams leer te volgen: "anders kom ik binnenkort naar u toe en zal ik hen met het zwaard uit mijn mond bestrijden." Dat wil Hij dus liever niet, want Hij zegt: "Breek met het leven dat u nu leidt!"
Dat kost wat: je moet het verkeerde overwinnen. Maar wie overwint belooft Jezus een betere intimiteit dan dat verkeerde offer en die ontucht. In plaats van een offer (aan de keizer): het manna (verborgen in het Heilige der Heiligen). In plaats van ontucht: een wit steentje met een zeer intieme naam voor jou alleen. Over dat steentje vertelde een deelnemer van het online gebedsuur onder meer dat als men trouwde, men twee namen op twee bij elkaar passende witte steentjes zette – legde je die twee tegen elkaar dan zag je dat ze bij elkaar hoorden.
- Voor ons gebed kunnen we beginnen bij de wederzijdse trouw waar Jezus over spreekt als Hij zijn bemoediging aan Pergamum laat sturen. Uitspreken wat onze positie is tegenover de Heer. Hem erkennen als de hoogste Heer. Uw aanbidding expliciet maken. Begin met die intieme vreugde.
- Waar u tegenstand ervaart - zoals dat in Pergamum ook aanwezig was - kunt u de Heer danken dat het trouw blijven aan Hem sterker is dan alle verleidingen of machten in ons gebied. Hij is onze Herder.
- En als we merken, dat er verkeerde verering of toewijding is kunnen we bidden om de Heilige Geest, die ons leert hoe we dat verkeerde kunnen loslaten, zoals Jezus dat ook beoogde in Pergamum.
- Als we "Pergamum" herkennen in Nederland, is de opdracht niet dat we vertrekken. We wonen hier. Maar we kunnen bidden om overwinning. Dat we zelf trouw blijven aan onze Heer. Ook voor ons land.