Lieve mensen,
Deze verwarrende tijd vraagt om een bemoediging. Speciaal nu er weer een oorlog is in Europa. Laat het Bijbelstukje voor deze gebedsbrief nu juist over de tweede scheppingsdag gaan en laat daar nou een bemoediging in verborgen liggen. Iets dat ons kan helpen bij het bidden. Kijk maar met me mee.
In de Bijbel is de tweede dag een onbeduidende dag. De derde dag krijgt meer aandacht. Het is op de derde dag dat Jezus opstond. Maar de dag daarvoor is het nog stil. De discipelen hadden Jezus zien sterven. Ze bleven bij elkaar, maar door zijn dood verloren ze hun perspectief op de toekomst. Ze leefden nog wel door, maar waartoe? En wat viel er te bidden? Door Gods kracht waren ze niet zo wanhopig dat ze het leven opgaven. Hun toekomst was open, maar voor hen was het wel heel onzeker.
Op de tweede scheppingsdag ontmoeten we ook zo iets. Dat is de dag waarop God de ruige wateren vaneen scheidde: een deel komt boven het uitspansel, dat Hij speciaal daartoe liet komen en een deel komt eronder. Hij noemde dat gewelf hemel, maar dan mist er iets, iets dat er andere dagen wel bij komt; alleen bij deze dag staat er niet: "En God zag dat het goed was".
Op dat goede moeten we wachten. Het komt pas op de derde dag, en dan twee keer. Zo is die tweede dag eigenlijk de dag van de hoop. De dag waarop we kunnen wachten op het goede dat Hij voor ons gaat maken, maar zonder dat we het al zien. Zoals de discipelen van Jezus toch bij elkaar bleven toen hun Heer nog niet was opgestaan. Ook in de scheppingsweek moet de constatering van het goede nog een dag wachten. Pas als uit het water de aarde tevoorschijn komt, zal de Bijbelschrijver zeggen dat God zag dat het goed was.
Nu Oekraïne in oorlog is, wordt die aarde daar verwoest. De hemel is er nog wel, maar voor de mensen is er weinig perspectief. Alle dingen die nodig zijn om te kunnen wonen worden bedreigd. Men kan niet zeggen: "het is goed". En hoe moet je met hen meebidden? Hoe leef je mee? Wat ze nu vooral willen is overleven.
De troost die ik uit de tweede scheppingsdag haal is de volharding die God toen toonde. Hij gaat gewoon door. De zegen dat Hij met welbehagen ziet dat het goed is, komt straks wel. Het geeft ruimte om stil te zijn bij Hem, zodat ik niet zeg: "Heer, doe dit", of "Heer, doe dat", maar toch mijn aandacht hou bij Hem. Omdat bij Hem de toekomst altijd open is, ook al zie ik het niet.