Lieve mensen,
De afgelopen maanden luisterden we naar de woorden van Jezus uit de brief, die Johannes van Hem moest schrijven aan de zeven gemeenten in Asia. Kon ons dat helpen bij het bidden? We hoorden wat Jezus aan elke specifieke gemeente meegaf en daaruit sprak zijn liefde voor die gemeenten. Zelfs bij Laodicea bleek die liefde de kern. Ook als Jezus iemand straft is dat liefde. Die liefde is de basis van ons gebed: we kunnen bidden omdat Jezus ons liefheeft, net als zijn Vader!
Omdat de brief daar niet stopt is het goed dat we nu ook een keer naar de hele brief kijken. Johannes ziet een machtig visioen over Gods troon met o.a. vier wezens die laten zien hoe alles, dat op aarde eer geeft aan God, tot dat doel verzameld is rond die troon (Openbaring 4 e.v.).
Maar Johannes moet huilen, want God had een boekrol en niemand kon die openen of inzien. U kent het vervolg denk ik wel; er bleek toch nog iemand waardig genoeg: een lam. De boekrol had zeven zegels en die konden alleen door dit lam geopend worden. Dat is Jezus. In dit visioen opent Hij die zegels een voor een. Als na het zevende zegel onze gebeden opstijgen naar God (8:4) en daarbij ook de zeven bazuinen geklonken hebben, horen we deze conclusie:
‘Nu begint het koningschap van onze Heer over de wereld,
en dat van zijn messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid.’ (11:15)
Pas op deze plek, als die boekrol eindelijk helemaal open is, begrijp ik waarom Johannes zo moest huilen. Zolang die rol niet volledig openging, zou dat nieuwe begin niet beginnen...
En wie was waardig genoeg om dat nieuwe begin wel door te laten gaan? Dat was het lam. Een lam dat eruitzag als een lam dat geslacht was! Dat Jezus zich zo liet slachten deed Hij uit liefde voor zijn Vader. En zijn Vader vroeg dat vanwege zijn liefde voor de wereld. De liefde die we eerder zagen voor de zeven gemeenten is kennelijk ook de basis van Gods handelen in het visioen daarna.
Het loopt erop uit dat ook wij het lied van het lam kunnen zingen en daarin erkennen dat
... alle volken zullen komen en zich voor U neerwerpen,
want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard. (15:4b)
Dan wordt ook de zondige stad geoordeeld en als dat gebeurd is klinkt die machtige stem:
‘Halleluja! De Heer, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap op zich genomen. Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven. Want de bruiloft van het lam is gekomen en zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’
Dat linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen (19:8).
Later ziet Johannes ook de heilige stad uit de hemel; weer een stad, maar dan zonder zonde. Door het offer dat Hij bracht zet de Heer alles recht en dat doet Hij goed. Zo blijkt het doel: God zet alles recht! Jezus opende die weg (5:5) en wij verblijden ons daarbij in de Heer.
Dat Bijbelwoord bepaalt de richting die ik u voorstel voor uw gebeden voor land en politiek:
blijf in alles letten op het glorieuze einde dat ons beloofd is. Bid in die hoopvolle verwachting.