Werkwijze

Veel gestelde vragen over de werkwijze van de Tweede Kamer

Vragen in: 'Werkwijze 2e Kamer'

Hoe zit de wetgevingsprocedure in elkaar?

Bron: http://www.eerstekamer.nl en http://www.tweedekamer.nl

Door wetten te maken kunnen regering en parlement hun plannen verwezenlijken. Maar wetten zijn er niet zomaar; de weg van wetsvoorstel naar wet kent verschillende stations. De mate van 'oponthoud' bij de verschillende stations bepaalt hoe lang de 'reis' van wetsvoorstel naar wet gaat duren. Daarbij moeten we één ding niet vergeten: een wetsvoorstel is inderdaad een voorstel, geen wet.

Een voorbeeld: als de regering in een nota zou aankondigen dat ze de maximumsnelheid wil verlagen, dan is dat niet meer dan een voornemen. Ook het wetsvoorstel dat de maximumsnelheid regelt, is 'slechts' een voorstel, nog geen wet. Pas als de Tweede en de Eerste Kamer de wet hebben aangenomen - al dan niet met veranderingen - is hij klaar om ingevoerd te worden.

Voordat een wetsvoorstel wet wordt, moet een groot aantal stappen worden doorlopen. Een wetsvoorstel wordt meestal ingediend door de regering, maar ook Tweede-Kamerleden kunnen een voorstel (dat heet dan initiatiefvoorstel) indienen.

Zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer wordt de openbare behandeling van een wetsvoorstel schriftelijk voorbereid. In beide Kamers vindt daarna vaak een debat en stemming plaats.

Nadat Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen, wordt het in het Staatsblad opgenomen en kan het in werking treden.

Wetgang

Hoe wordt een wetsvoorstel ingediend?

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Nadat een maatschappelijk probleem is gesignaleerd, kan tot wetgeving worden besloten. Dit kan betekenen dat een nieuwe wet wordt gemaakt of dat een bestaande wet wordt gewijzigd.

In de regel wordt op een ministerie op verzoek van een minister of staatssecretaris door de ambtenaren een voorstel gemaakt. Dat voorstel wordt door de betrokken bewindspersoon in de ministerraad verdedigd.

Het wetsvoorstel wordt ingediend, nadat de ministerraad daarmee heeft ingestemd. Een voorstel van de ministerraad wordt voorzien van een door de Koningin ondertekende Koninklijke Boodschap, wat een standaard aanbiedingsbriefje is. Bij een initiatiefwetsvoorstel, oftewel een wetsvoorstel van een Tweede-Kamerlid, gebeurt dat niet. Tegelijk met het voorstel wordt de memorie van toelichting ingediend. Daarin staat wat het doel van de wet is.

Als de ministerraad akkoord gaat met indiening, moet het voorstel voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. De Raad van State kijkt of het wetsvoorstel goed in elkaar zit en goed uitvoerbaar is. Het advies van de Raad van State kan reden voor het kabinet zijn om nog iets te veranderen of om in een Nader Rapport te reageren. Ook het advies van de Raad van State en het Nader rapport van de regering worden gedrukt en gepubliceerd.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Hoe wordt de behandeling van een wetsvoorstel in de Tweede Kamer voorbereid?

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Het wetsvoorstel wordt door de Tweede Kamer in handen gesteld van een commissie. Deze commissie bereidt de behandeling van het wetsvoorstel schriftelijk voor. Zij kan organisaties uitnodigen commentaar te geven of een openbare hoorzitting organiseren, waarin deze organisaties hun reacties kunnen geven. In het verslag van de commissie komen de vragen en opmerkingen van de verschillende fracties.

De regering reageert in de nota naar aanleiding van het verslag op de opmerkingen van de Tweede-Kamercommissie en beantwoordt de gestelde vragen. Het komt voor dat de opmerkingen van de commissie reden zijn voor de regering om nog iets te veranderen in het wetsvoorstel. Zij doet dit dan in een nota van wijziging.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Hoe wordt een wetsvoorstel behandeld in de Tweede Kamer?

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Nadat de commissie het voorstel voldoende voorbereid acht, vindt een plenair debat plaats. Alle leden van de Tweede Kamer mogen wijzigingen (amendementen) voorstellen. Ook de regering zelf kan nu nog onderdelen wijzigen.

Na het openbare debat wordt over de amendementen, over de artikelen van het wetsvoorstel en over het gehele wetsvoorstel gestemd (meestal gebeurt dat een week na het debat). Eenvoudige wetsvoorstellen worden afgedaan met een blanco (eind)verslag en kunnen direct (als zogenaamd hamerstuk) in stemming komen.

Een in de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel wordt vervolgens doorgezonden naar de Eerste Kamer.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Wat is en doet de Raad van State?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

De Raad van State is het hoogste adviescollege van de regering. Voorzitter is de Koningin. Verder bestaat de Raad uit een vice-president, dr. H.D. Tjeenk Willink, en ten hoogste 28 leden. Naast gewone leden kunnen er staatsraden in buitengewone dienst worden benoemd, die in deeltijd aan het werk van de Raad deelnemen. Ook de kroonprins woont de vergaderingen van de Raad bij.

De Raad heeft als taken
- adviseren over wetsvoorstellen voor deze naar het parlement worden gestuurd
- adviseren over ontwerpen van Algemene Maatregelen van Bestuur
- adviseren over goedkeuring van overeenkomsten met andere staten en internationale organisaties
- adviseren over ontwerpen van vernietigingsbesluiten door de Kroon
- aan de regering oordeel geven over andere zaken die de Raad belangrijk acht
- uitoefenen van het koninklijk gezag in uitzonderlijke gevallen (bijv. als bij overlijden van de Koning geen troonopvolger of regent aanwezig is)

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad beslist over geschillen inzake overheidsbesluiten.

Het kan daarbij gaan om
- hoger beroep tegen een besluit van de sector bestuursrechtspraak van de arrondissementsrechtbank
- beroep tegen een besluit van de overheid bijv. over een milieuvergunning of een besluit op het terrein van het onderwijs

Wat is een Algemene Maatregel van Bestuur?

Een AMvB is een besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt. De meeste AMvB's berusten op een formele wet. Wanneer dat niet het geval is, spreekt men van een 'zelfstandige' AMvB. De regering moet over een ontwerp-AMvB eerst advies van de Raad van State inwinnen.

Soms wordt in de wet een bepaling opgenomen dat aan de totstandkoming van de AMvB een zogenaamde 'voorhangprocedure' vooraf moet gaan. De 'voorhangprocedure' wil zeggen dat de Tweede Kamer leden gedurende dertig dagen kunnen vragen om de AMvB alsnog in de vorm van een wetsvoorstel aan de Staten-Generaal voor te leggen. Wanneer van een AMvB een wetsvoorstel wordt gemaakt wordt deze ook door de Eerste Kamer behandeld.

Wat is een voorhangprocedure?

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Soms wordt in de wet een bepaling opgenomen dat aan de totstandkoming van de Algemene Maatregel van Bestuur een zogenaamde 'voorhangprocedure' vooraf moet gaan. De 'voorhangprocedure' wil zeggen dat de Tweede Kamer leden gedurende dertig dagen kunnen vragen om de AMvB alsnog in de vorm van een wetsvoorstel aan de Staten-Generaal voor te leggen. Wanneer van een AMvB een wetsvoorstel wordt gemaakt wordt deze ook door de Eerste Kamer behandeld.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Wat is het recht van initiatief?

Bron: http://www.eerstekamer.nl en http://www.tweedekamer.nl

Naast de ministers en staatssecretarissen kan ook de Tweede Kamer, om verschillende redenen, het initiatief nemen om een wetsvoorstel in te dienen. Hierbij maakt zij gebruik van haar grondwettelijk recht, het recht van initiatief.

Het komt zeker de laatste jaren nogal eens voor dat kamerleden van dit recht gebruik maken. Waarbij we moeten bedenken dat kamerleden bij het maken van een wetsvoorstel niet zoals ministers kunnen steunen op allerlei ambtelijke deskundigen. Ministers hebben immers een heel ministerie achter zich. Daarom zullen kamerleden de regering eerder om een wetsvoorstel vragen, dan dat ze er zelf één maken.

De behandeling van een initiatief wetsvoorstel wijkt voor een gedeelte af van die van regeringsvoorstellen. Zo wordt het voorstel niet verdedigd door een minister, maar door één of meer Tweede-Kamerleden. De indieners zitten tijdens de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer achter de regeringstafel en kunnen zich laten bijstaan door deskundigen. Bij de behandeling is vaak wel de betrokken bewindspersoon aanwezig. Ook kan de Raad van State voor de behandeling om advies worden gevraagd.

Nadat het wetsvoorstel is aangenomen, moet de regering zorgen dat het voorstel in het Staatsblad komt en inwerking treedt.

Wat is een wetsvoorstel?

Een wetsvoorstel is een ontwerp van een nieuwe wet in de regel naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij. Zo kunnen de komst van nieuwe media, veranderde opvattingen ten aanzien van het milieu of de noodzaak om criminaliteit zwaarder te straffen reden zijn voor nieuwe wetgeving.

Voordat een wetsvoorstel wet is, worden er heel wat fasen doorlopen. Wetsvoorstellen worden als regel ingediend door de Koning(in), onder verantwoordelijkheid van de ministers. Een andere mogelijkheid is dat wetsvoorstellen worden ingediend door de Tweede Kamer. De Procedure verloopt dan gedeeltelijk anders (recht van initiatief).

Een nieuw ingediend wetsvoorstel, gaat altijd vergezeld van een Koninklijke Boodschap en een memorie van toelichting.

Wat is een wet in formele zin en materiële zin?

In het Staatsrecht kent men het begrip wet in formele zin en wet in materiële zin.

Een wet in formele zin is een regeling wat tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure.

Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.

Wat is een memorie van toelichting?

In de memorie van toelichting geeft de indiener van een wetsvoorstel toelichting op zijn voorstel. Zo worden de achtergronden van de door de indiener beoogde maatregelen uiteengezet, de reden voor de indiening en de uitwerking van het voorstel. Als het een omvangrijk voorstel betreft, wordt in de memorie naast een algemene toelichting ook een artikelsgewijze behandeling geboden.

 

Hoe ziet een koninklijke boodschap eruit?

De Koning(in) biedt een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer in de vorm van een briefje, de Koninklijke boodschap, aan.

De Koninlijke Boodschap heeft een vaste, formele,
tekst, die als volg luidt:

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet (titel).

De memorie van toelichting die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage, datum
Beatrix

Voor begrip van de inhoud van het wetsvoorstel is zij niet van betekenis.

Wie zitten er in de vergaderzaal?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Als u zelf een kijkje neemt in de vergaderzaal van de Tweede Kamer - de publieke tribune biedt plaats aan 230 personen - dan leert een blik vanaf die tribune u al heel wat. Vanuit uw standpunt gezien zitten de Voorzitter van de Tweede Kamer en de griffiers aan de linkerkant; rechts is plaats voor de leden van het kabinet: de ministers en de staatssecretarissen. Via een beeldscherm kunnen ze hun ambtenaren raadplegen, die achter in de zaal zitten. Tegenover het spreekgestoelte, dat tussen de plaatsen van de Voorzitter en de leden van het kabinet in staat, zitten de stenografen. Zij maken van alle vergaderingen een woordelijk verslag dat wekelijks als de Handelingen verschijnt bij de Staatsdrukkerij.

De 150 kamerleden zitten in de zaal. Verdeeld over zes vakken, die elk plaats bieden aan 25 personen. Alle leden van een fractie zitten bij elkaar volgens een vaste indeling. Een fractie bestaat uit één of meer volksvertegenwoordigers die behoren tot een bepaalde politieke partij.

Wanneer vergadert de Tweede Kamer?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Bezoekt u de Kamer op dinsdag, woensdag of donderdag, dan loopt u een goede kans dat er een vergadering is. Een goede kans, want rond Kerstmis en Pasen en in de zomermaanden, de perioden van reces, vergadert de Kamer niet. Daarover bestaat bij sommige mensen een misverstand: zij denken dat reces hetzelfde is als vakantie. Dat is niet zo. Kamerleden zijn tijdens de recesperiode wel degelijk druk aan het werk. Ze bereiden de komende vergaderperiode voor, bestuderen allerlei stukken en gaan vaak het land in om contact te houden met hun achterban.

De jaarlijkse periode waarin de Tweede Kamer vergadert, begint op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, de dag waarop de Koningin in de Troonrede uiteenzet wat de plannen van de regering zijn voor het komende kalenderjaar.

Als u op dinsdag, woensdag of donderdag de vergaderzaal bezoekt, treft u waarschijnlijk maar weinig kamerleden aan tijdens de vergadering. De vergadering in de Tweede Kamer mag dan wel plenair (dat betekent: voltallig) heten, kennelijk storen de kamerleden zich daar niet al te veel aan. Alweer een klein misverstand, want de werkelijkheid is anders. De overige kamerleden zijn doorgaans óók in vergadering bijeen. Zij zijn te vinden in één van de kleinere vergaderzalen in het gebouw van de Tweede Kamer, waar de kamercommissies vergaderen.

De voornaamste oorzaak van de 'lege zaal' is dat ook kamerleden er niet aan ontkomen zich te specialiseren. De meeste kamerleden hebben zich toegelegd op één of enkele onderwerpen. Bijvoorbeeld justitie, verkeer en waterstaat of defensie. Meestal nemen alleen die kamerleden deel aan een plenaire vergadering die goed thuis zijn in het onderwerp dat wordt behandeld. Dat zijn doorgaans dezelfde kamerleden die daarover ook al hebben vergaderd in de verschillende kamercommissies, zoals de Vaste commissie voor Justitie, voor Verkeer en Waterstaat of voor Defensie.
Commissievergaderingen vinden overigens niet alleen plaats op dinsdag, woensdag en donderdag, maar ook op maandag. Zij zijn, net als de plenaire vergadering, in principe openbaar.

De Voorzitter van de Tweede Kamer opent de vergadering als hij er zeker van is dat meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is in het Kamergebouw. Dat is dus minstens de helft van het totale aantal Tweede-Kamerleden plus één, te weten: 76. Dit noemt men ook wel het quorum. Elk kamerlid tekent een presentielijst, zodra hij of zij het kamergebouw binnenkomt. Zo blijft de Voorzitter op de hoogte van het aantal aanwezige leden. Nu kan tijdens de vergaderdag het aantal aanwezige leden in de zaal teruglopen tot minder dan 76. Op zichzelf is dat niet zo erg, maar er kunnen dan geen geldige stemmingen plaatsvinden. Daarom zal de Voorzitter in geval van een stemming een bel laten gaan als teken dat de kamerleden naar de vergaderzaal moeten komen om te gaan stemmen. Overigens is doorgaans van te voren bekend wanneer er stemmingen zullen plaatsvinden. Meestal wordt er gestemd op dinsdagmiddag, bij aanvang van de vergadering.

Hoe wordt er gestemd?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Men zegt wel eens: de Kamer heeft besloten een kerncentrale te sluiten, of de Kamer wil de inkomstenbelasting verhogen. Maar het is beter te zeggen: na stemming is gebleken dat een meerderheid van de kamerleden de belasting wil verhogen of een kerncentrale wil sluiten. In de Tweede Kamer kan op drie manieren worden gestemd: per fractie, hoofdelijk of schriftelijk.

In het eerste geval stemmen de kamerleden bij hand opsteken. Als de leden van een fractie die in de vergaderzaal aanwezig zijn voor of tegen een wetsvoorstel of een wijziging op een wetsvoorstel (een amendement ) stemmen, dan gaat de Voorzitter er vanuit dat de hele fractie voor of tegen stemt.

Maar elk kamerlid kan om een hoofdelijke stemming vragen. Hierbij stemt ieder lid, wanneer zijn naam wordt afgeroepen, vóór of tegen. Het spreekt vanzelf dat bij zo'n hoofdelijke stemming alle kamerleden in de vergaderzaal aanwezig willen zijn. Elke stem telt!

Schriftelijke stemmingen vinden alleen plaats als de Kamer iemand moet voordragen of benoemen voor een belangrijke functie of bij het kiezen van haar eigen Voorzitter.

Hoe verloopt een debat?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Een debat verloopt altijd volgens een vast patroon. Eerst komen de kamerleden aan het woord. De minister of staatssecretaris reageert hierop. Dat heet de eerste termijn. Meestal zijn dan niet alle vragen voldoende beantwoord. Daarom volgt nog een tweede termijn: opnieuw voeren verschillende kamerleden het woord. De bewindspersoon geeft hierop weer antwoord. Dit wordt ook wel repliek (de Kamer) en dupliek (de bewindspersoon) genoemd. Soms zijn dan nog niet alle vragen beantwoord en kan nog een derde termijn volgen.

Vooral in tweede termijn worden sprekers meestal onderbroken in hun betoog. Dit zijn de interrupties, die een debat vaak een levendig karakter geven omdat er scherpe vragen worden gesteld. Hiervoor staan in de plenaire zaal tegenover het spreekgestoelte vier interruptiemicrofoons opgesteld.

Wat zijn de taken en de rechten van de Tweede Kamer?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Vergaderingen, stemmingen, debatten, ze zijn er natuurlijk niet voor niets. Het zijn de activiteiten waarmee de Tweede Kamer inhoud geeft aan haar taken. En dat zijn er twee: ze controleert de regering en ze maakt samen met de regering en met de Eerste Kamer wetten.

Hier moeten we even, om misverstanden te voorkomen, wat opheldering geven over de woorden regering en kabinet. Die worden nogal eens door elkaar gebruikt. Het kabinet bestaat uit de ministers bijgestaan door hun staatssecretarissen. Ministers en staatssecretarissen zijn geen lid van de Tweede Kamer.

De regering wordt gevormd door de Koningin - het staatshoofd - en de ministers.

Om haar taak als controleur en wetgever goed te kunnen uitvoeren, heeft de Tweede Kamer een aantal rechten. Dat zijn: het budgetrecht, het vragenrecht, het recht van interpellatie, de mogelijkheid om moties in te dienen, het enquêterecht, het recht van amendement en het recht van initiatief.

Wat is het budgetrecht?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Dankzij het budgetrecht kan de Kamer samen met de regering bepalen hoe hoog de uitgaven van de overheid zullen zijn en waaraan het geld besteed zal worden.

Eerst komt de regering aan de beurt. Zij laat elk jaar op Prinsjesdag (de derde dinsdag van september) weten waaraan ze het overheidsgeld wil besteden of waarop ze wil bezuinigen. Dat doet ze in de Rijksbegroting en in de Miljoenennota, de toelichting op de begroting. Beide worden bij de Tweede Kamer ingediend. Een kort overzicht van de regeringsplannen staat in de Troonrede.

Na Prinsjesdag is het de beurt aan de Tweede Kamer. De fractievoorzitters gaan dan met de minister-president in debat over het beleid van de regering. Dit staat bekend als de Algemene Politieke Beschouwingen. Dit is één van de weinige momenten waarop zowel het voltallige kabinet als alle kamerleden in de vergaderzaal van de Tweede Kamer aanwezig zijn.

Enkele weken later houdt de Kamer de Financiële Beschouwingen. Ze bekijkt dan de financiële kant van de kabinetsplannen. De Kamer behandelt dan ook de begroting van het ministerie van Financiën. In de maanden die volgen passeren de begrotingen van de andere ministeries de revue.

Wat is het recht van enquête?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Als de Tweede Kamer vindt dat een bepaalde affaire tot op de bodem moet worden uitgezocht dan mag ze daar een onderzoek naar instellen. Zo'n onderzoek staat bekend als een parlementaire enquête. Vaak wordt gezegd dat een parlementaire enquête een 'zware methode' is. Dat komt omdat de commissie van kamerleden, die de enquête uitvoert, getuigen kan verplichten te verschijnen en hen onder ede kan horen. Met andere woorden: de commissie kan getuigen dwingen inlichtingen te verschaffen.

Een parlementaire enquête is overigens lang niet altijd noodzakelijk om de benodigde gegevens boven tafel te krijgen. Een speciaal ingestelde onderzoekscommissie van kamerleden kan dat soms net zo goed. Maar zo'n onderzoekscommissie kan ook tot de conclusie komen dat een parlementaire enquête een betere methode is om gegevens te verzamelen.

Wat zijn moties?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Soms zijn kamerleden het niet eens met de plannen van een minister of een staatssecretaris. Of vinden ze dat de regering op een bepaald gebied actie moet ondernemen. Ze kunnen dat de regering en de Kamer laten weten via een motie. Als een motie door de Kamer wordt aangenomen dan moet de regering daar natuurlijk rekening mee houden.

Maar de regering is niet verplicht een motie uit te voeren. Ofschoon er moties bestaan waar ze eigenlijk niet om heen kan. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de Kamer een motie van wantrouwen aanneemt. Het vertrouwen van de Tweede Kamer in een minister, een staatssecretaris of het hele kabinet is dan tot het nulpunt gedaald. Bewindslieden kunnen dan niets anders doen dan aftreden.

 

Wat is het vragenrecht?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Ieder kamerlid mag aan een minister of staatssecretaris vragen stellen. Per jaar stellen kamerleden ongeveer 750 schriftelijke vragen. Maar ze kunnen ook mondeling vragen stellen. De Voorzitter van de Tweede Kamer moet de vragen wel eerst goedkeuren. De minister is verplicht op vragen van kamerleden in te gaan.

 

Wat is het recht van interpellatie?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Als een kamerlid een minister interpelleert, stelt hij eigenlijk ook vragen. Maar tijdens een interpellatie wordt een minister of een staatssecretaris op het matje geroepen door de Kamer. Hij mòet uitleg geven over een bepaalde zaak. Bijvoorbeeld omdat hij beweringen of beloften heeft gedaan die niet overeen komen met wat hij eerder heeft toegezegd.

Wat is het recht van amendement?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

De Tweede Kamer heeft niet alleen tot taak het regeringsbeleid te controleren en wetsvoorstellen goed te keuren of te verwerpen. Ze kan ook veranderingen aanbrengen in wetsvoorstellen. Dan maakt ze gebruik van haar recht van amendement.

Hoewel een amendement nooit de bedoeling van een wetsvoorstel mag veranderen, kan het aannemen van een amendement toch tot gevolg hebben dat een onderdeel van het beleid van een minister verandert. Daarom kan de minister tegen een amendement zijn.

De meest krachtige uitspraak die hij in zo'n geval kan doen, is het amendement onaanvaardbaar verklaren. Houdt de meerderheid van de Kamer niettemin vast aan haar amendement, dan kunnen er twee dingen gebeuren. Of de minister vraagt de Kamervoorzitter de vergadering te schorsen voor nader beraad in het kabinet en besluit daarna eventueel tot intrekking van zijn wetsvoorstel. Of de minister dreigt met aftreden. Maar dat gebeurt niet vaak.

Het is natuurlijk ook mogelijk dat de Kamer het wetsvoorstel in zijn geheel verwerpt. Ook dat kan leiden tot het aftreden van een minister of zelfs van het kabinet. Wetsvoorstellen worden namelijk namens de regering ingediend.

Welke commissies kent de Tweede Kamer?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Kamerleden doen hun werk grotendeels in commissies. De samenstelling van die commissies vormt over het algemeen een getrouwe afspiegeling van de machtsverhoudingen in de Tweede Kamer. De meeste commissies hebben 25 leden en evenveel plaatsvervangend leden.

Er zijn vier soorten: vaste commissies, algemene commissies, tijdelijke commissies en overige commissies.

Er is voor elk ministerie een vaste commissie die onderwerpen op het gebied van dat ministerie behandelt, behalve voor dat van de minister-president, het ministerie van Algemene Zaken. Daarnaast is er een vaste commissie belast met Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zaken. In totaal zijn er dertien vaste commissies.

Een algemene commissie behandelt een onderwerp dat de Kamer van groot belang vindt en waar meerdere ministeries bij betrokken zijn. Er zijn er vooralsnog twee: één voor de Rijksuitgaven en één voor zaken die met de Europese Unie te maken hebben. Algemene commissies worden ingesteld voor de duur van de zitting van de Kamer. Die zitting omvat doorgaans vier jaren en beslaat het tijdvak tussen twee verkiezingen van de Tweede Kamer. Wanneer die periode voorbij is, wordt bekeken of het zinvol is zo'n commissie te handhaven.

Tijdelijke commissies onderscheiden zich van algemene commissies doordat ze een nauwkeurig omschreven opdracht hebben. Zodra die opdracht is uitgevoerd, dat wil zeggen zodra de commissie rapport heeft uitgebracht, houdt de commissie op te bestaan.

Ten slotte zijn er enige commissies die wat moeilijker onder één noemer zijn te brengen. Voor het gemak noemen we ze overige commissies. Voorbeelden zijn: de Commissie voor de Verzoekschriften, de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en de Commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven. De laatste commissie gaat na of aanstaande kamerleden aan alle voorwaarden voldoen om als kamerlid te mogen aantreden. Zij heeft natuurlijk vooral veel werk vlak na de verkiezingen. Deze commissie onderzoekt ook, aan de hand van de verslagen van alle stembureaus, of de verkiezingen zelf volgens de regels zijn verlopen.

Kan ik een klacht indienen bij de Tweede Kamer?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Wanneer u een persoonlijke klacht heeft over het optreden van de rijksoverheid, en u kunt geen gebruik maken van een bezwaarschriftprocedure of de kwestie voorleggen aan een onafhankelijke rechter, dan kunt u zich richten tot de Eerste of de Tweede Kamer. Beide kennen een Commissie voor de Verzoekschriften die de binnengekomen klachten onderzoekt. Die klacht moet dan wel betrekking hebben op een voorval of een kwestie waarvoor een minister verantwoordelijkheid draagt. U kunt bij de Kamer niet in beroep gaan tegen een beslissing van de rechter.

Uw verzoekschrift kunt u richten aan: Tweede Kamer der Staten-Generaal, Commissie voor de Verzoekschriften, Postbus 20018, 2500 EA Den Haag. Inlichtingen: telefoon 070-3182066.

Voor klachten over gemeentelijke of provinciale instanties bent u bij de commissie aan het verkeerde adres. U kunt in dat geval bijvoorbeeld terecht bij de Nationale Ombudsman.

Hoe verloopt een kabinetsformatie?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Na Tweede-Kamerverkiezingen of na de val van een kabinet moet een nieuw kabinet worden gevormd. De Grondwet bevat nauwelijks regels over de kabinetsformatie. De procedure berust voornamelijk op het ongeschreven recht en politieke spelregels. De Koningin neemt het initiatief voor de kabinetsformatie, een onderzoek naar welke partijen willen samen werken. Zij benoemt in de regel eerst een informateur en dan een formateur. En na een tijdje staat zij met de net beëdigde ministers op het bordes van Paleis Huis ten Bosch. Wat gebeurt er eigenlijk precies tijdens de kabinetsformatie?

Een formatie leidt uiteindelijk tot een nieuw kabinet. Alle Nederlandse kabinetten van na de Tweede Wereldoorlog waren coalitiekabinetten. Twee of meer partijen met een meerderheid in de Tweede Kamer steunen het kabinet. De ministers en staatssecretarissen zijn afkomstig uit de partijen die de coalitie vormen. Dat is nodig omdat het kabinet het vertrouwen van de Tweede Kamer moet hebben. Als het niet lukt om een meerderheidskabinet te vormen, is ook een extraparlementair kabinet mogelijk. Zo’n kabinet bestaat uit mensen van buiten de dagelijkse politieke strijd en heeft daardoor een lossere band met de politieke partijen. De formateur onderzoekt of de Tweede Kamer een dergelijk kabinet zal gedogen.

De kabinetsformatie duurt soms lang. De partijen die samen een kabinet zouden kunnen gaan vormen moeten het met elkaar eens worden en dat gaat niet altijd even makkelijk. De langste formatie was in 1977 van het eerste kabinet Van Agt. Deze formatie duurde 208 dagen. Ter vergelijking Paars II was er in 89 dagen en het kabinet Balkenende in 66 dagen. De kortste formatie was die van het kabinet Beel II in 1958. Deze duurde 10 dagen.

Koningin
De Koningin heeft een belangrijke rol bij de kabinetsformatie, omdat zij het initiatief moet nemen. Meteen na de verkiezingen wint zij advies in bij de vice-president van de Raad van State en bij de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer. Zij geven een onafhankelijk oordeel over de politieke situatie. Daarna ontvangt de Koningin één voor één de fractievoorzitters van de Tweede Kamer, te beginnen met de grootste fractie. Uit hun adviezen, die na te lezen zijn in de Staatscourant, haalt de Koningin de rode draad.

Informateur
De koningin benoemt een of meer informateurs. De informateur krijgt alle aan de Koningin uitgebrachte adviezen met de opdracht te onderzoeken welke partijen samen een nieuw kabinet zouden kunnen vormen. Hoe ver die opdracht reikt, hangt af van de verkiezingsuitslagen. Als twee partijen een hele duidelijke meerderheid hebben en het eens zijn, kan de informateur een beperkte opdracht krijgen. De opdracht kan ook zo ruim zijn dat de informateur het regeerakkoord al opstelt.

De informateur voert gesprekken met politici en deskundigen. En natuurlijk met de fractievoorzitters van de partijen die wellicht samen een kabinet kunnen vormen. De informateur maakt een verslag voor de Koningin waarin staat welk nieuw kabinet een goede kans van slagen heeft. Als dit verslag er is, kan er een debat in de Tweede Kamer plaatsvinden waarin de informateur uitlegt hoe hij te werk is gegaan.

Regeerakkoord
Tijdens de onderhandelingen maken de toekomstige regeringspartijen afspraken over wat zij willen gaan doen. De regeringspartijen willen zoveel mogelijk van hun eigen verkiezingsprogramma terugzien in het regeerakkoord. Extra geld naar veiligheid, zorg of onderwijs. Alle afspraken komen in het regeerakkoord.

Formateur
De Koningin benoemt na het advies van de informateur een formateur. Meestal is de formateur de beoogde minister-president. De taken van de informateur en de formateur lopen soms door elkaar heen, omdat de informateur formatietaken verricht. Maar alleen de formateur kan de formatie afronden en de lijst opstellen met kandidaat-ministers. Hij zoekt de ministers en staatssecretarissen. Net als de informateurs houdt de formateur de opdracht "in beraad". Dat wil zeggen dat hij de opdracht pas aanvaardt, wanneer helemaal zeker is dat de kabinetsformatie zal slagen. Zo niet, dan geeft hij de opdracht terug.

Benoemen en beëdigen
De laatste taak van de formateur is het zoeken van ministers en staatssecretarissen. Meestal levert de grootste partij de minister-president en de meeste ministers, maar dat hoeft niet. De ministers worden benoemd en beëdigd door de Koningin. Traditioneel gevolgd door een foto van de Koningin met het nieuwe kabinet op het bordes van Paleis Huis ten Bosch. Meteen daarna beëdigt de Koningin ook de staatssecretarissen.

Regeringsverklaring
Het eerste wat het nieuwe kabinet doet is het opstellen van een regeringsverklaring. Hierin staat in grote lijnen wat het kabinet van plan is. De minister-president spreekt de regeringsverklaring uit in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer debatteert daar binnen een dag over. Bij dat debat zijn in principe alle ministers en staatssecretarissen aanwezig.

Wat doet een kamercommissie?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Kamercommissies vergaderen geregeld met de ministers en staatssecretarissen over de ideeën, beslissingen en de plannen voor wetsvoorstellen van de regering, kortom: het regeringsbeleid. Deze vorm van mondeling overleg staat bekend als algemeen overleg. Commissies beperken zich in hun werkzaamheden niet alleen tot overleg. Zij kunnen ook hoorzittingen houden en werkbezoeken afleggen om na te gaan hoe er ter plaatse tegen bepaalde plannen van het kabinet wordt aangekeken.

Er bestaan overigens nog twee vormen van overleg die wat specialistischer zijn: nota-overleg en wetgevingsoverleg.

In een nota-overleg wordt met bewindslieden gesproken over alle mogelijke stukken: nota's, notities, brieven, noem maar op. Alleen wetsvoorstellen komen niet aan de orde. Nota-overleg ontlast de plenaire vergadering van de Tweede Kamer, want stukken die in een dergelijk overleg zijn besproken komen in de plenaire vergadering niet meer aan de orde. Er worden tijdens dit overleg geen moties ingediend. Daar kan een uitzondering op worden gemaakt, mits de Tweede Kamer op verzoek van de commissie daarvoor toestemming geeft.

Over wetsvoorstellen wordt met de betrokken minister of staatssecretaris uitvoerig gesproken in een wetgevingsoverleg. Deze vorm van overleg wordt overigens niet bij de behandeling van alle wetsvoorstellen toegepast. Er is bovendien toestemming van de Kamer nodig voor het houden van een wetgevingsoverleg.

Tijdens een wetgevingsoverleg kunnen allerlei specialistische en technische aspecten van wetgeving aan de orde komen en dat bespaart veel tijd. De Tweede Kamer hoeft immers bij de plenaire behandeling niet nog eens diep in te gaan op alle details en kan volstaan met een kort, algemeen debat. In sommige gevallen wordt het wetsvoorstel zelfs een hamerstuk. Dat wil zeggen: het voorstel wordt in de plenaire vergadering zonder stemming aangenomen, omdat tijdens het overleg is gebleken dat alle fracties er achter staan.

Hoe schrijf ik (een commissie van) de Tweede Kamer?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

Wie een brief wil schrijven aan de Tweede Kamer kan die richten aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, Postbus 20018, 2500 EA Den Haag. Deze brief wordt dan op de Griffie van de Tweede Kamer ter inzage gelegd. De brief wordt vermeld op de lijst van ingekomen stukken die ter inzage ligt tijdens de plenaire vergadering. Een afschrift van de brief wordt gestuurd naar de betrokken kamercommissie(s).

Wanneer het een onderwerp betreft waarmee een commissie van de Kamer zich bezighoudt, kunt u beter een brief schrijven aan de griffier van de betrokken commissie, Postbus 20018, 2500 EA Den Haag. Als het even kan graag in vijftigvoud (voor alle leden en plaatsvervangend leden van die commissie). Lijsten met de samenstelling van de verschillende commissies kunt u opvragen bij de afdeling Voorlichting van de Tweede Kamer (telefoon 070-3183040).

Hoe weet ik wat de Kamer doet?

Bron: http://www.tweedekamer.nl

De agenda van de Tweede Kamer is dagelijks te raadplegen via NOS-Teletekst. Pagina 140 vermeldt de agenda van de Kamer, op pagina 141 staan de commissie-activiteiten en pagina 142 bevat de stemmingslijst.

Dezelfde informatie, met uitzondering van de stemmingslijst, is te beluisteren via het telefoonnummer 070-3630073. Dagelijks is vanaf ongeveer 16.00 uur informatie over vergaderingen die de volgende dag plaatshebben, te raadplegen via NOS-Teletekst en de informatietelefoon.

Op elke vergaderdag wordt bij de verschillende ingangen van de Tweede Kamer aangegeven welke openbare (commissie)vergaderingen die dag plaatshebben.

In veel gemeenten is via het kabelnet de draadomroep van de Tweede Kamer te ontvangen. U kunt de kamervergaderingen en soms commissievergaderingen of hoorzittingen dan rechtstreeks via de radio (mits deze is aangesloten op het kabelnet) beluisteren. Informatie bij uw kabelexploitant.

Wat is de juiste spelling: Tweede Kamerlid of Tweede-Kamerlid?

Tot 1 januari 2006 is de correcte spelling: Tweede-Kamerlid. Op 1 januari gaat de spelling volgens het nieuwe Groene Boekje in. Vanaf dan is de spelling Tweede Kamerlid (dus zonder streepje). Overigens verandert ook de spelling van europarlementariër. Dit wordt Europarlementariër (met een hoofdletter).

Meer weten over de nieuwe spelling? Surf naar: www.woordenlijst.org