Inbreng verslag Gert-Jan Segers ten behoeve van de Wet scheiden zonder rechter

donderdag 05 maart 2015

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van de Wet scheiden zonder rechter

Onderwerp:   Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van de burgerlijke stand (Wet scheiden zonder rechter)

Kamerstuk:    34 118

Datum:           5 maart 2015

De leden van de fractie ChristenUnie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel dat wil voorzien in de mogelijkheid van ontbinding van het huwelijk door de ambtenaar van de burgerlijke stand op gemeenschappelijk verzoek van beide echtgenoten, die – kort gezegd – geen minderjarige kinderen hebben De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben vragen omtrent de toetsing van het gemeenschappelijk verzoek, de bescherming van de zwakkere partij, de rol en positie van de ambtenaar van de burgerlijke stand en de vermeende voordelen van dit wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben zorgen dat voor velen de ontbinding van het huwelijk via de ambtenaar van de burgerlijke stand in eerste instantie een goede, want goedkopere, optie lijkt, maar dat later de nadelige gevolgen pas zichtbaar worden. Deze leden constateren dat het wetsvoorstel voor twee categorieën als aantrekkelijke optie wordt voorgesteld, de echtgenoten die behalve huisraad weinig gemeenschappelijke bezittingen genieten en een zelfstandig inkomen hebben en de categorie waar de echtgenoten ook in complexe situaties tezamen goed in staat zijn om de gevolgen van hun echtscheiding te overzien. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of er inzicht is hoe groot deze groepen zijn en zo nee, waarom dit wetsvoorstel dan bij voorbaat als nuttige aanvulling wordt gezien. Deze leden merken op dat het huidige wetsvoorstel open staat voor allen en niet alleen voor de doelgroepen die in de Memorie van Toelichting als meest passend worden opgesomd. Zij vragen om nader in te gaan op de risico’s op dit punt.

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen in het Nader Rapport dat het wetsvoorstel met name is bedoeld voor die echtgenoten die de gevolgen van hun echtscheiding zelf willen regelen en daarbij niet de behoefte hebben aan (verplicht) juridisch advies, maar deze leden vragen nadrukkelijk hoe dan voorkomen wordt dat de zwakkere partij uiteindelijk de dupe is, omdat op geen enkele wijze inzicht hoeft te worden gegeven of en hoe rekening is gehouden met de gevolgen van de scheiding.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben zorgen dat, nu de ambtenaar van de burgerlijke stand de voorlichting niet tot zijn taken mag rekenen, de zwakkere partij snel benadeeld raakt. Zij vragen om een nadere inschatting van dit risico en waarom het huidige voorstel desondanks winst is in de ogen van het kabinet. Deze leden vragen hoe de voorlichting omtrent de juridische gevolgen van de ontbinding er verder uit zal zien, welk bedrag hiervoor is gereserveerd, of dit is doorberekend in de leges en op welke manier groepen bereikt zullen worden die laaggeletterd zijn. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen hoe bijvoorbeeld op dit moment de kennis van echtgenoten is op het punt van de pensioenverevening en de melding die in dat kader binnen twee jaar na echtscheiding aan de pensioenuitvoerder dient te worden gedaan.

De leden van de fractie van de ChristenUnie missen in dit voorstel gedegen onderzoek dat aantoont dat de zwakkere partij van beide echtelieden niet de dupe wordt van deze wijziging. Zij wijzen daarbij ook expliciet naar de mogelijkheid van de koude uitsluiting, en vragen welke waarborgen er zijn om de zwakkere partij bij echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap te beschermen. Deze leden vrezen dat er na de uitspraak van de ambtenaar van de burgerlijke stand alsnog regelmatig  een rechtsgang nodig zal blijken.

De leden van de fractie van de ChristenUnie missen een reactie op de adviezen omtrent het ontbreken van een executoriale titel. Zij vragen in te gaan op de zorgen die hierbij te noemen zijn, namelijk het uitblijven van daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst door een van de partijen, vertraging en geschillen over de interpretatie en de mogelijkheid dat men zich alsnog tot de rechter wendt.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of er ook advies is gevraagd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze leden missen in de onderbouwing van de leges een bedrag voor de opleiding van ambtenaren van de burgerlijke stand. Zij vragen hoe is getoetst of de huidige ambtenaren van de burgerlijke stand deze uitbreiding van hun taken daadwerkelijk wensen en welke aanvullende opleiding er nodig is voor het uitoefenen van deze functie. De leden van de fractie van de ChristenUnie missen bovendien een analyse ten aanzien van de verschuiving van werk van de gerechten naar de gemeenten.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om een overzicht van de gevolgen van de afname van het aantal zaken (beoogd 4.000) in de financieringssystematiek voor de rechtspraak. Zij vragen welk bedrag in dezen wegvalt voor de rechtspraak en welke gevolgen dit heeft voor de werkdruk.

Artikelsgewijs

Artikel III sub B

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het uitsluiten van het tweede en derde lid van artikel 10:56 BW in geval van een echtscheiding uitgesproken door een ambtenaar van de burgerlijke stand ook nadelen met zich mee kan brengen voor een van de partijen. Zij vragen of, en zo ja hoe, in geval van een buitenlandse nationaliteit van een van de echtelieden of partners gecontroleerd wordt of deze persoon zich van de beperking tot enkel het Nederlands recht bewust is.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > maart